Filip Decaluwe in Chili: “Kerstmis bij een zomerse 35 graden, ik word het maar niet gewoon”

Het gezinnetje Decaluwe, met van links naar rechts Vicente, Paula, Eloisa en Filip. © GF
Frederik Jaques
Frederik Jaques Webredacteur

KW.be maakt de hele zomer een reis rond de wereld langs 80 West-Vlamingen. Vandaag zijn we te gast bij Filip Decaluwe in Chili.

Filip Decaluwe is afkomstig van Meulebeke. Hij belandde in Chili toen hij er in 2004-2005 een wereldreis aan het maken was. Vertrokken in Zuid-Oost-Azië ging het via Oceanië naar Zuid-Amerika, waar hij januari 2005 zijn Chileense vrouw leerde kennen in Cuzco, Peru. Eind augustus 2007 verhuisde hij voorgoed naar Santiago de Chile. Ondertussen zijn de twee getrouwd en hebben ze twee kinderen. Filip geeft er taallessen.

Meulebeke is nog net iets anders dan Chili. Hoe hard was het voor jou aanpassen?

“In het begin was het zeker niet altijd even makkelijk. Gelukkig sprak ik wel al wat Spaans. De grootste veranderingen voor mij waren leven in een echte grootstad. Ook de werkuren zijn hier nogal verschillend. Je eindigt meestal laat en komt niet thuis voor 21 uur. Organisatorisch is dat vaak moeilijk en heb je nog weinig tijd over voor andere dingen.”

Filip Decaluwe in Chili:

“Doordat de kleine criminaliteit hier hoger ligt dan pakweg in België moet je ook wel leven met een alarm, een hek en extra bescherming voor je ramen. Men heeft al verschillende keren geprobeerd binnen te geraken in ons huis – met wisselend succes -heeft ook al auto’s van ons gestolen. Santiago ligt bovendien in een vallei, wat er voor zorgt dat de lucht in de winter zo vervuild raakt dat er hier enorm veel smog hangt. Van de 17 miljoen Chilenen wonen er 7 miljoen in Santiago.”

Er zijn dus nogal wat verschillen…

“Absoluut. Een ander groot verschil is dat alles hier ‘gescheiden’ is. Je hebt de ‘betere buurten’ enerzijds, en de hele arme buurten anderzijds. Mensen uit verschillende sociale klassen – dat klinkt niet echt mooi, maar ik weet het niet anders te omschrijven – komen amper met elkaar in contact. Veel mensen uit gegoede buurten hebben vaak een ‘nanny’ die voor alles in het huis moet instaan en ook voor een groot stuk de zorg over de kinderen op zich neemt.”

Filip Decaluwe in Chili:

“Alles is hier erg competitief. Mensen uit de gegoede klassen willen dat ook laten blijken. Terwijl wie in een armer milieu opgroeit, er amper uit kan geraken. Er is bijvoorbeeld geen sociale zekerheid. De publieke voorzieningen zijn vaak heel slecht en enkel wie geld heeft kan zijn kinderen naar een privéschool sturen. Dat kost je dan minstens 300 euro per maand, wat voor sommige gezinnen al het volledige inkomen van een maand is. Studeren aan de universiteit kost al snel 1000 euro per maand. De studentenprotesten van de voorbije jaren, die ook bij ons het nieuws haalden, zijn daar niet vreemd aan.”

Filip Decaluwe in Chili:

Maar tegelijk is het land op zich wel de moeite waard, niet?

“Zeker en vast. Je vindt hier echt wel de mooiste landschappen ter wereld. Zeker het bezoeken waard is de streek rond San Pedro de Atacama. Santiago is ook letterlijk centraal gelegen. Het zuiden is onwaarschijnlijk mooi, met als uitschieter natuurlijk Patagonië en meer bepaald Torres del Paine. Het noorden bestaat dan weer grotendeels uit woestijn, en die komt door het wijzigende klimaat en de drogere seizoenen stilaan zorgwekkend dicht bij Santiago. Alleen in het zuiden, dat een gelijkaardig klimaat heeft als België, valt er nog veel regen. De seizoenen zijn hier trouwens omgekeerd, doordat we in de zuidelijke hemisfeer zitten. Daar raak ik maar niet aan gewend: Kerstmis in hartje zomer bij 35 graden Celsius…”

Filip Decaluwe in Chili:

“De natuur is hier natuurlijk ook onvoorspelbaar. Chili is dan ook vaak het slachtoffer van natuurrampen: aardbevingen, tsunami’s, vulkaanuitbarstingen en recent nog hevige overstromingen. De meest vers in het geheugen liggende ramp is waarschijnlijk de grote aardbeving in februari 2010.”

Filip Decaluwe in Chili:

Hoe zou je de doorsnee Chileen omschrijven?

“Die is meer verlegen dan ons, Belgen, maar wel behoorlijk gastvrij. Ze zijn ook erg vaderlandslievend: de nationale feestdag valt hier op 18 september, maar wordt eigenlijk een hele week uitbundig gevierd. Chilenen praten ook graag over politiek. Vaak ligt dat gevoelig, vanwege de dictatoriale geschiedenis met het militaire regime onder Pinochet. Linkse of rechtse ideeën worden nogal als zwart en wit afgeschilderd. Mensen worden iets te simpel en te vlug bestempeld als ofwel communist of fascist. Tot slot is de Chileen ook gek op voetbal. De overwinning in de Copa America heeft dat gevoel alleen maar sterker gemaakt.”

Filip Decaluwe in Chili:

Blijf je daar nu voorgoed met je Chileense gezinnetje?

“Dat zou ik niet durven zeggen. De kans dat we in de toekomst nog terugkeren bestaat, vooral ook omdat studeren hier zo duur is. Natuurlijk mis ik ook nu al mijn familie en vrienden, en voorts de typisch Belgische dingen: het bier, het frietkot… én de zomerfestivals! Ik probeer wel wat op de hoogte te blijven van wat er in België gebeurt, en ook het Belgisch sportnieuws blijf ik op de voet volgen. We blijven hier hopen dat België en Chili eens tegen elkaar spelen op de ‘mundial’. Ambiance verzekerd!

Filip Decaluwe in Chili:

Tot slot: welke tips kan je onze lezers, die wel eens naar Chili willen afreizen, aan de hand doen?

“Trek minstens een maand uit om het land te bezoeken, want Chili is een uitgestrekt land. Je hebt er het Andes-gebergte maar ook de gigantisch lange kustlijn met zoveel mooie plekjes. Chili is vooral aan te raden voor mensen die houden van hiking en trekking en dingen zoals mountainbiken. Verder behoort ook Rapa Nui – ook bekend als het Paaseiland – tot Chili, al is dat wel nog een vliegreis van een kleine 7 uur vanuit Santiago. In elk geval kan ik de vele klagende mensen in België ook nog deze levenswijsheid meegeven: België is echt wel een fantastisch land, vergeleken met vele andere…”

(FJA – Foto’s Filip Decaluwe)