Filip Corbanie: “Soms voel ik me de Jean-Marie Dedecker van Tielt”

"Mijn hart bloedt soms wanneer ik zie hoe moeilijk het is voor mensen die in Tielt komen wonen om zich hier te integreren", zegt Filip Corbanie. © Wouter Meeus
Philippe Verhaest

Als er één Tieltenaar is die bij iedereen een belletje doet rinkelen, dan is het wel Filip Corbanie. Gewapend met schaar, tondeuse en een ongezouten mening fileert de bekendste kapper van Tielt regelmatig de staat van zijn geliefde stad. “Ik zeg vaak wat anderen alleen maar durven denken”, glimlacht hij. “Soms voel ik me wat de Jean-Marie Dedecker van Tielt.”

Zelfs op zijn vrije maandag raast Filip Corbanie door het leven. Iets later dan het afgesproken uur arriveren we aan zijn woning in de Kistestraat en de bekendste kapper van de stad staat ons al op te wachten aan de voordeur. “Je hebt geluk dat ik hier nog ben”, zegt hij kordaat. “Ik werk al mijn hele leven op afspraak, ik verwacht dan ook dat mensen zich daar aan houden.”

De toon is meteen gezet voor een geanimeerd gesprek over leven, werk en – hoe kan het ook anders – zijn geliefde Tielt.

Hoe ben je in de kappersstiel gerold, Filip?

“Van thuis uit. Ik ben de vierde generatie die coiffeur is. Mijn grootvader, Emilio Corbanie, streek vanuit Italië in Waregem neer en was daar barbier én tandarts. Toen een vaak voorkomende combinatie. Mijn opa Georges vond de liefde in Tielt en belandde zo hier. Ook mijn vader Gilbert trad in de familievoetsporen, maar ik was een laatbloeier. Pas op mijn zestiende heb ik beslist om de traditie voort te zetten. Ik startte in het vierde jaar aan het Sint-Jozefsinstituut en had tot dan toe nog nooit een schaar in mijn handen gehad. Ik kon letterlijk niks, maar heb snel bijgeleerd. In september 1996 heb ik de zaak van mijn vader overgenomen, 99 jaar nadat onze stamvader in Waregem was gestart.”

Je staat ondertussen al 23 jaar in het vak. Heb je destijds de juiste beslissing genomen?

“Vaneigens! Ik doe het zielsgraag. Elke dag is een nieuwe uitdaging. Je krijgt telkens nieuwe mensen over de vloer, hoort nieuwe gesprekken. Als kapper ben je vaak ook een soort vertrouwenspersoon. Ik zie mezelf als een probleemoplosser. Mensen vertellen me regelmatig wat er op hun lever ligt en ik probeer hen te helpen. Als kapper ben je ook een halve psycholoog.”

Een kapper is zoals een dokter. Die hou je voor de rest van je leven

Schrik je ervan wat mensen je vertellen terwijl ze in je kappersstoel zitten?

“Nog altijd. Je bent een klankbord. Vorige week nog heb ik een goeie klant gezegd dat ik zijn euthanasieverklaring wil tekenen. Hij is zwaar ziek en heeft geen familie meer. Zó diep kan het gaan, ja. Het is een niet te onderschatten job, nu ik er over nadenk. Maar ik doe het nog elke dag met evenveel plezier. Anders zou ik het zo lang niet volhouden, hé…”

Je werkt elke dag met je vrouw samen. Zorgt dat nooit voor spanningen?

(lacht) “Af en toe kan het wel eens knetteren, maar dat moet ook, vinden we. Gelukkig zijn we allebei twee brave zielen die weten wat we aan elkaar hebben. We vullen elkaar perfect aan. Zowel privé als professioneel. Ik bekommer me om de heren, Els verzorgt de dames. En wanneer het even luid gaat, hebben we één gouden regel: efkes zwijgen. Dan heb je tijd om alles te laten bezinken en beseffen we weer hoeveel we aan elkaar hebben.”

In 23 jaar zie je een pak bekende gezichten de revue passeren.

“We hebben heel wat ‘stamgasten’, ja. En velen onder hen zijn ook vrienden geworden. Weet je wat het leukste is? De generaties die elkaar opvolgen. Vader en zoon die samen langskomen en nu zie je die zoon met zijn kinderen terugkeren. Betere reclame voor je zaak bestaat er niet. Ik heb heel wat Tieltenaren in mijn kappersstoel zien opgroeien. Maar ook van ver buiten onze stad komen ze naar Corbanies. Zo heb ik een klant die al tien jaar in Oostkamp woont, maar hij komt naar mij om zijn haar te knippen. Fantastisch, toch? Eigenlijk is een kapper zoals een dokter. Die hou je voor de rest van je leven.”

BIO

Privé

Filip is 45 jaar en getrouwd met Els Lambrecht. Samen met hun tweelingzonen Emiel en Arthur (20) wonen ze in de Kistestraat.

Loopbaan

Sinds 1996 zaakvoerder van het kapsalon Corbanie in de Ieperstraat. In bijberoep autohandelaar.

Vrije tijd

Lid van een schietclub in Beveren-Leie, houdt van alles wat met auto’s te maken heeft.

Een kapper hoort en ziet veel, maar zelf draag je ook het hart op de tong…

“Waarom zou ik dat niet doen? Blijkbaar heb ik dat geërfd van mijn grootoom. Ik heb hem nooit gekend, maar volgens de overlevering hebben we hetzelfde karakter. Het zit ons ook in het bloed. Die Italiaanse afkomst, zeker? Trouwens, als je zegt wat je denkt weten de mensen ook meteen wat ze aan je hebben. Soms loop ik daardoor wel eens tegen de spreekwoordelijke muur, maar ik stel me de laatste jaren al iets gematigder op. Ouder worden, zeker? Wat nooit zal veranderen, is mijn afkeer van onrecht. Daar kan ik echt niet tegen. Ik zal altijd opkomen voor de zwaksten. Dan wil ik helpen. Zelfs al weet ik dat de zwakkere in de fout is gegaan. Neem nu dat hele verhaal van café D’Hespe dat vorig weekend moest sluiten. Die uitbater is in de fout gegaan, dat is duidelijk. Maar de manier waarop de stad dit verhaal heeft afgehandeld, trekt op niks. Nul communicatie, maar de betrokkenen voor een voldongen feit zetten. Ik zou het anders aangepakt hebben: D’Hespe gewoon openlaten, maar de factuur van de opruimwerken na de Modeloper naar de zaakvoerder sturen. Veel efficiënter, volgens mij.”

Filip Corbanie:
© WME

Tielt zit diep in je hart. Wat kan er volgens jou beter?

“Ach, erg veel… Ik ben hier geboren en getogen, maar soms doet het pijn te zien hoe mijn stad evolueert. Het dossier rond de Collegesite sleept nu al 19 jaar aan. Négentien! Dat kan je toch niet begrijpen. Ik werp geen steen, want niemand is zonder zonde, maar ik heb het gevoel dat de dames en heren op het stadhuis er veel te snel en onbezonnen invliegen. En dan pas later de nodige bedenkingen maken…”

Jij moet in de politiek gaan, Filip.

“Ik heb al drie keer de vraag gekregen. Van verschillende partijen zelfs. Maar ik waag me er niet aan. Het is in mijn geval ook niet evident. Ik heb een commerce te runnen, hé. Mocht ik politiek kleur bekennen, dan zou me dat klanten kosten. En dat heb ik er niet voor over. Weet je, soms voel ik me de Jean-Marie Dedecker van Tielt. Politiek kleurloos, maar ik zeg wat veel andere mensen alleen maar durven denken. En daar voel ik me goed bij. Ik kan het ook niet laten om mijn mening te ventileren. Soms moet je de dingen benoemen om vooruit te raken.”

In het verleden stond je zelf op de barricades om Tielt te verbinden. Mooie tijden?

“Zeker en vast, maar voltooid verleden tijd. Ik heb mee de eindejaarsactie van de Tieltse Middenstand uit de grond gestampt. We waren de eersten ooit die een auto konden wegschenken! Ik zetelde lang in het comité voor de Tieltse Feesten en was daarin de rechterhand van Joris Uyttenhove. Ook Gezellig Winkelen in Tielt heb ik mee opgericht én we slaagden er in om de deelgemeenten bij de plannen te betrekken. Wat me heel veel deugd doet: al die initiatieven bestaan nog en draaien op volle toeren. En met Grietje Goossens zit er een goeie schepen van Evenementen op het stadhuis. Als het goed is, moet het ook gezegd worden.”

De Poelberg, dat zijn de Beverly Hills van Tielt. De rust en stilte zijn er zalig

Zou jij ooit Tielt kunnen verlaten?

“Ik denk van niet, al weet je nooit wat de toekomst brengt. Wat als onze zonen ergens anders gaan wonen en we hen op onze oude dag willen volgen? Maar ik jeun me hier nog altijd, Tielt is mijn thuis. Soms erger ik me wel aan de mentaliteit van de Tieltenaar. Het is alles of niets. Mijn hart bloedt soms wanneer ik zie hoe moeilijk het is voor mensen die in Tielt komen wonen om zich hier te integreren. Tielt vormt nog altijd een heel gesloten gemeenschap, daar mag wel wat verandering in komen.”

Iedereen kent je als kapper, maar je bent ook een gepassioneerd autohandelaar. Waar komt die liefde vandaan?

(glimlacht) “Dat doe ik ondertussen al een tiental jaar in bijberoep. Mijn beide grootvaders waren gek op mooie auto’s. Het is mijn grote uitlaatklep. Andere mensen gaan joggen, ik verkoop auto’s. Die wagens zoeken, offertes maken, de paperassen in orde brengen… Pure ontspanning! We hebben er zelfs speciaal een bureauruimte in onze woonkamer voor ingericht.”

Je hebt je roeping als garagist gemist!

“In geen geval. Ik kan totaal niet aan de motor sleutelen. Erover praten en ermee rijden, dat lukt wel. Daarom werk ik samen met Garage Dennis Debaene. Net als mijn vrouw en ik elkaar vinden in het kapsalon vormen Dennis en ik op autovlak de perfecte combinatie.”

Ooit al een auto verkocht terwijl je iemands haar aan het kappen was?

(lacht luidop) “Affirmatief! Een zestal jaar geleden wandelde een klant met een BMW 520 onder de arm naar buiten. In mijn kapsalon afficheer ik alle auto’s die ik te koop aanbied en van het een kwam het ander. Dat was toch een van mijn betere werkdagen.”

Garagist zou je niet geworden zijn, maar wat als je toch geen kapper was?

“Dan was ik nu kok of zat ik bij de recherche. Twee werelden die me wel aanspreken, maar ik denk dat ik het bij coiffeur zal houden. De mensen kennen me nu toch al zo.”(knipoogt)

DE TIPS VAN FILIP

Culinair

“Laat ik beginnen met de cafés. Ik ga graag een pintje – of beter een Hoegaarden – drinken. Waar ze die van ‘t vat hebben, kan je me wel eens tegen het lijf lopen. Ik ga graag naar het Textielhuis, ‘t Pompierke, Ter Halle, De Pluim… Ik kom ook erg graag onder het volk. Weet je wat je trouwens eens moet proberen? De legendarische cocktail van het Textielhuis: de Rad d’Amour! Daar laat ik mijn Hoegaarden met plezier voor staan. En als ik één restaurant mag bewieroken, is het wel Het Tomme Goed bij mijn goeie vriend José Vanbeselaere. Daar kom ik thuis.”

Shoppen

(blaast) “Ik probeer altijd in eigen stad te winkelen, maar dat is niet altijd even makkelijk. Het online winkelen heeft de kleine zelfstandige in een andere wereld gekatapulteerd. Die realiteit moeten we onder ogen zien… Maar als er in Tielt morgen een zaak met kwaliteitsvolle mannenschoenen begint, ben ik de eerste klant.”

Leuke plekjes

“De Poelberg, met lichtjaren afstand. Toen Els en ik nog vrijden, gingen we om frieten en aten we die bovenop de Poelberg op. Het Beverly Hills van Tielt! De rust en stilte zijn er hemels en het panorama over Tielt en omstreken kost je geen cent. Ik kijk ook nog elke dag vol bewondering naar onze Hallentoren. Wonen en werken in de schaduw van een Unescomonument. Een privilege.”

Reizen

“Ik trek altijd naar de zon. Rusten, eten en drinken. Meer heb ik niet nodig. Ik leef het hele jaar aan 300 kilometer per uur, dan val ik terug naar tien per uur. Net snel genoeg om het restaurant te bereiken.(grijnst) Maar ik wil ook de wereld zien. De oostkust van de Verenigde Staten, zwart-Afrika, Australië…”