Felix Coens (18), de stem van een generatie: “Politici willen veel te graag goed nieuws brengen”

Felix Coens.© Christophe De Muynck
Felix Coens.© Christophe De Muynck
Olaf Verhaeghe

Achttien is hij, Felix Coens, zoon van CD&V-kopstuk Joachim. Met zijn bijzonder open boodschap over zijn twijfels als jonge gast, raakte hij deze week tot de kern van het coronadebat. “Wat je zegt tegen iemand is ondergeschikt. Het gaat erom dat je aan een ander denkt.” Luister naar de stem van een generatie…

Zondagavond, iets voor middernacht. In één ruk stromen de woorden uit zijn vingers. Een reeks tweets, over zijn angsten, zijn zorgen en zijn zoektocht naar een houvast. Felix Coens, Sijselenaar, KSA-leider en eerstejaarsstudent bestuurskunde aan de Universiteit Gent, verwoordt in zes keer 140 tekens hoe duizenden jongeren zich door deze loodzware periode slepen. Proberen te slepen.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Het duurt maar efkes. Ik moet op mijn tanden bijten. Ik was optimistisch en dacht dat het over zou gaan.

Een hulpkreet? Een schreeuw om perspectief voor studenten? Hoe zie je zelf je boodschap?

“Ik was zondagavond door het nieuws aan het scrollen en zag enkel berichten over de problemen met de vaccins, over de komst van een derde golf, over verstrengingen, over het onderwijs… Allemaal negatief. Ik weet het niet… Ik kon er niet meer tegen.”

Je tweets werden 5.000 keer ‘geliket’ en ook je boodschap op VRT NWS ging heel Vlaanderen rond. Had je dat verwacht?

“Neen, totaal niet. Ik heb dat gewoon getweet. Heb ik erover nagedacht? Weinig. Het kwam heel spontaan. Ik moest ventileren, het moest uit mijn systeem. Sinds maandag krijg ik ontelbaar veel berichtjes. Van dichte vrienden, van verre kennissen, maar evengoed van mensen die ik totaal niet ken. Het klinkt misschien raar, maar horen en lezen dat velen dezelfde zorgen hebben… Op de een of andere manier heeft dat me geholpen. Dat ook proffen me contacteerden om steun te bieden, deed me bijzonder veel deugd.”

Ik weet oprecht niet hoe lang ik dit nog volhoud. Ik heb angst, angst dat ik hier niet uit weg raak, dat ik in dit isolement vast kom te zitten.

Heb je getwijfeld om jezelf zo kwetsbaar op te stellen? Om je zo bloot te geven? Om over je eigen angsten te praten?

“Eigenlijk niet. Achteraf heb ik me die vraag wel gesteld, want het is inderdaad niet echt gangbaar om je op die manier op te stellen op sociale media. Nu ja, perspectief vragen maakt je niet kwetsbaar.

Getuigen over je eigen angsten toch enigszins wel?

“Ja, dat misschien wel. Maar dat mag geen probleem zijn, vind ik. Weet je wat het is, heel veel mensen plaatsen op hun stories en Instagram enkel het mooie, het spannende. De beste, coolste versie van zichzelf, zeg maar. Dan zit je daar naar te kijken, alleen op je kot en… Tja, door dat te zien, steek je jezelf nog dieper. Je ziet dat anderen wél gelukkig zijn, en dat jij jezelf zit op te vreten. Er is niemand die deelt hoe hij of zij alleen zit of twijfelt. Ergens hoop ik een deur te hebben opengegooid voor anderen: gooi het eruit en je zal zien dat je nooit alleen staat.”

We willen een schuldige aanduiden, een zondebok. We hebben het gevoel dat we allemaal verwaarloosd worden en reageren dat af op elkaar.

Je geeft duidelijk aan dat je niet wil klagen, maar gewoon eerlijk bent. Dat je weet dat anderen het óók zwaar hebben, maar dat elkaar viseren niet helpt.

“Ik ben blij dat je dat aanhaalt. (lacht) Je kan dat niemand verwijten, het is heel menselijk om een oorzaak te zoeken. Het zijn de jongeren, de reizigers, de politici, de allochtone gemeenschap… Het is altijd iemand anders. Maar er is geen wij-zij. Vingerwijzen helpt letterlijk niemand vooruit, noch jezelf, noch de situatie.”

 © Christophe De Muynck
© Christophe De Muynck

“Er is niemand die weet wat er nog op ons afkomt, zeker met die mutaties nu. We moeten volhouden en we moeten dat samen doen. En vooral: we moeten er voor elkaar zijn. De inhoud van wat je zegt of schrijft om iemand te steunen, is eigenlijk ondergeschikt. Het gevoel dat er aan je wordt gedacht, daar gaat het om.”

Je vader is CD&V-voorzitter Joachim Coens, een van de belangrijkste politici in ons land. Kon je met je verhaal bij je ouders terecht?

“Ik denk niet dat mijn ouders die posts hadden verwacht, al wisten ze wel dat ik het de jongste weken niet makkelijk had. Maar ja, ik kan zeker met hen praten en ik besef dat dat een enorme luxe is. Heel veel anderen hebben dat niet, integendeel.”

“Mijn vader is uiteraard in de eerste plaats mijn vader, dan pas de politicus. Trouwens, ik ben ook allerminst een fils-à-papa . Of we thuis soms over politiek discussiëren? (lacht) Ja, en dat wordt soms heftig. We zitten grotendeels op dezelfde lijn, maar ik spaar mijn kritiek niet. En meestal wordt hij ambetant, omdat hij met eenzelfde wrang gevoel zit.”

Er was iets om naar te streven, een gevoel dat het wel goed komt. Maar dat is compleet weg.

Waar heb je naar jouw gevoel nu het meeste nood aan?

“Niet aan halve versoepelingen of een sprankeltje hoop. Wel een realistische datum waarop álles weer zal kunnen. Een moment waarop je zonder problemen nieuwe mensen kan leren kennen. Een moment van zorgeloosheid.”

“De voorbije maanden heb ik telkens termijnen voor mezelf gezet. Eerst was het het einde van de lockdown, dan de zomer, dan het KSA-kamp. In september en oktober dacht ik van: yes, het komt snel goed. Maar het kwam niet goed en nu is maart zelfs helemaal niet meer haalbaar. Ik begrijp het ergens wel, maar onze politici wilden te vaak en per se goed nieuws brengen. Maar als je elke keer later moet terugschakelen en moet teleurstellen, dan raakt de rek er bij iedereen uit.”

Ik wil een datum waarop ik weet dat alles goed zal zijn, dat ik weer kan knuffelen en mensen ontmoeten. Kan drinken, sociaal zijn en gewoon kan leven.

Vrijdag is je laatste examen. Hoe zie je lesvrije vakantieweek eruit?

“Veel plannen heb ik niet. ( glim lacht) Ik ga alleszins naar huis, naar Sijsele. Beetje improviseren zeker? En hopelijk tot rust komen. Dat vooral.”