Experts over de vele camera’s op straat: “Niet zo nuttig als iedereen denkt”

Matthias Dobbelaere-Welvaert strijdt voor meer privacy. (foto Rembrand Neirinckx)
Matthias Dobbelaere-Welvaert strijdt voor meer privacy. (foto Rembrand Neirinckx)
Annelies Nollet
Annelies Nollet medewerker KW Kortrijk-Menen

Inwoners en bezoekers voelen zich veiliger dankzij camera’s en zijn overtuigd van de bijdrage in het bestrijden van criminaliteit. De Kortrijkse politie en het stadsbestuur schermen met dezelfde argumenten. Maar kloppen die ook? Wij vroegen het aan privacy-activist Matthias Dobbelaere-Welvaert en professor Rosamunde van Brakel, criminoloog aan de VUB.

Matthias Dobbelaere-Welvaert strijdt al jaren voor meer privacy en minder surveillance. Cijfers van de politie ziet hij niet als een objectieve bron. “Want het is niet omdat een camerabeeld geholpen heeft om een misdaad op te lossen, dat die misdaad onopgelost was gebleven zonder beelden.”

Elke slimme beveiligingscamera is er wat hem betreft dus één te veel. “Uiteraard omdat ik de privacy van mensen wil beschermen. Maar ook omdat er geen enkel bewijs is dat die camera’s doen wat politici beweren dat ze doen”, aldus Matthias. “Er zijn geen onderzoeken die de nood aan camera’s aantonen of die bewijzen dat ze criminaliteit tegen gaan. Integendeel! Een camera op een bepaalde plek zorgt ervoor dat de criminaliteit 100 meter opschuift, dan moeten ze daar weer een camera hangen enzovoort.”

“Bovendien zijn maar weinig criminelen dom genoeg om met hun volledige gezicht in beeld te komen”, gaat hij verder. “Een sjaal en een zonnebril en ze kunnen aan de slag. Degene die zich wel laten filmen, een fietsendief bijvoorbeeld, zijn de Kwaks en Boemels van de onderwereld. Het feit is dat onze maatschappij nog nooit zo veilig geweest is als vandaag. Dat wil dus zeggen dat Kortrijk geleid wordt door populisten, die zich laten leiden door angst in plaats van door feiten en cijfers. Ze kunnen hun camerabeleid helemaal niet verantwoorden en dat is echt heel kwalijk.”

Geen inspraak

Professor Rosamunde van Brakel geeft Dobbelaere-Welvaert voor een groot deel gelijk. “Pas op, die cameratechnologie is niet per se iets fouts. Het probleem is dat er geen goed beleid achter zit. Ze worden gezien als leuke technologische speeltjes, maar er is geen enkel nazicht of ze ook doen wat de politiek beweert dat ze doen. Onderzoek in het Verenigd Koninkrijk toont bijvoorbeeld aan dat camera’s criminaliteit helemaal niet voorkomen. Qua detectie, dus het betrappen van criminelen, zou er meer effect zijn, maar in ons land is daar nog maar verbazingwekkend weinig wetenschappelijk onderzoek naar gedaan.”

“Het grootste probleem in Kortrijk en elders is dat beleidsmakers zelf ook geen evaluaties plannen. Zo zou bijvoorbeeld de mogelijkheid moeten bestaan om de camera’s te verwijderen als de cijfers aantonen dat ze niet doen wat ze moeten doen. Maar dat gebeurt niet. Een camera die ergens opgehangen wordt, blijft daar hangen. Burgers krijgen daar geen enkele inspraak in. Als vrouw kom ik bijvoorbeeld niet graag in een donkere tunnel of duister steegje laat op de avond. Maar daar zie je nooit een camera hangen. Die hangt op de sterk verlichtte hoofdstraat. Vreemd als het effectief over veiligheid of het veiligheidsgevoel van je inwoners gaat.”

“Onderzoek heeft trouwens uitgewezen dat camera’s ook bij dat laatste geen significant verschil maken. Je mag niet vergeten dat er vaak ook niet-technische oplossingen zijn voor een probleem. Winkeldiefstal? Dan kan je camera’s ophangen in de winkelstraat of je kan een bewakingsagent inzetten.”

“Conclusie: politieke en economische belangen lijken vaak een grotere rol te spelen dan veiligheid of het bestrijden van criminaliteit. Camera’s worden dus opgehangen om verkeerde redenen en zijn lang niet zo nuttig als veel mensen lijken te denken.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier