Ex-drugsmokkelaar wordt tv-maker: “Mijn verleden leverde me ook veel kansen op”

Benjamin Feys maakte een leerproces door: “Wat je ook doet, je maakt altijd fouten. Door daar lessen uit te trekken, ben ik geworden wie ik ben. Ik sta recht in mijn schoenen.” (foto Christophe De Muynck)
Kurt Vandemaele
Kurt Vandemaele Reporter

Benjamin Feys (33) bracht 3,5 jaar door in een bikkelharde gevangenis in Bolivië, nadat hij met 14 kilo cocaïne op de luchthaven was gevat. Vandaag is de Wevelgemnaar tv-maker én eliterenner zonder contract. “Door lessen te trekken uit mijn fouten, ben ik geworden wie ik ben.”

Benjamin Feys werd beroemd, toen Luk Alloo hem mocht opzoeken in zijn Boliviaanse cel. Na zijn vrijlating in januari 2015 lag al snel het boek Meer dan Coke in de winkel, en in maart van dit jaar ging Alloo weer bij de Wevelgemnaar op bezoek. Benjamin is nu zelf tv-reporter, werkt aan een tweede boek en is te boeken als spreker. Zondag zal hij ongetwijfeld ook gevraagd zijn, want dan is het de Dag tegen drugmisbruik en drugtrafiek. Voor ons een reden om naar Mechelen te rijden, waar hij intussen zeven jaar woont en traint om wielerwedstrijden te rijden voor het Kinderziekenhuis van de KUL.

Benjamin zat nog in de gevangenis, toen bleek dat hij het ondernemersbloed in zich had en ook keer op keer zichzelf kon uitvinden. “Ik was op zoek naar mezelf”, zegt hij. “Ik had Radio Feys opgericht in de gevangenis, een podcast op YouTube, en vervolgens ook Riot City Magazine, een online platform met kritische journalistiek. Mijn verhaal verscheen ook in een vierdelige reeks in Humo. En daardoor waren er verschillende figuren uit de media die me bij mijn terugkomst duidelijk maakten dat ik misschien wel een toekomst in de media had. En dat ik daarvoor best wat centraler ging wonen. Zo kwam ik in Mechelen terecht.”

Inspirerend optimisme

Mediaprojecten uit de grond stampen vanuit de gevangenis was volgens Benjamin simpel. “Want ik had daar tijd zat. Eenmaal terug in België moest er brood op de plank komen. Ik klopte aan bij Bart Somers en Koen Anciaux en die wilden me wel helpen. “Begeleider in de circusschool, zie je dat zitten?” Uiteindelijk ben ik anderhalf à twee jaar bij Circolito gebleven. Toen ik daarna een poosje werkloos was, hoorde ik bij de VDAB dat ik recht had op een werkervaringsstage. Zo belandde ik bij Iedereen Beroemd, waar ik zag hoe tv gemaakt werd. Intussen ben ik freelance-reporter. Ik werk nu mee aan een programma van Heartmade Media. Ze zijn daar ongelooflijk goed bezig.Villa Zuid-Afrika,Regi Academy,Latem Leven, allemaal programma’s van hen. Als alles goed gaat, gaat daar in de loop van het jaar een programmaconcept van mij in productie.”

“Ik verberg me voor niemand”

Zijn verleden mag dan maatschappelijk als een smet beschouwd worden, Feys krijgt er tegelijk kansen door. “Ilse Nackaerts van Heartmade Media zei me dat juist mijn levenservaring van onschatbare waarde is als tv-maker. Als ik lezingen geef, hoor ik vaak zeggen dat mijn optimisme en doorzettingsvermogen inspirerend werkt.”

Hij krijgt ook verwijten. “Maar ik verberg me voor niemand. Ik kan in de spiegel kijken, dus ik ben niet bang om gelijk wie in de ogen te kijken.” Maar dat het niet altijd even gemakkelijk is om je plaats in de maatschappij te vinden na een gevangenisstraf, weet hij als geen ander. “Dat wordt ook het verhaal van mijn tweede boek. Meer dan Terug. Over re-integreren als ex-gedetineerde. We moeten afstappen van het idee dat iemand opsluiten het probleem zal oplossen.”

Uitzendbureau voor dealers

Als jongeman studeerde Benjamin voor automecanicien aan Sint-Lucas in Menen. Toen drong het alsmaar harder door dat zijn toekomst er niet even rooskleurig uitzag als hij droomde. “Mijn ouders waren werkmensen. Ze hadden ooit een kaaswinkeltje gehad in Lauwe, dat failliet was gegaan toen ik geboren werd, en eigenlijk draaiden ze daar hun hele leven voor op. Veel van mijn vrienden kwamen uit meer welgestelde families en hadden al een wagen. Ik vond dat niet eerlijk. Toen ik in het CLB te horen kreeg dat men niet meteen aan verdere studieopties voor me dacht, en dat ik misschien eens in de nabijgelegen bandencentrale kon horen voor werk, gaf ik er meteen de brui aan. Ik begon wiet te dealen, maar toen een van mijn loopjongens op de loop ging, zat ik meteen in de schulden. En dus stapte ik naar een vriend in Antwerpen, die connecties had en ik zei: Ik wil coke dealen. Hij heeft me toen geïntroduceerd bij enkele Curaçaoënaars.”

Vanaf toen ging het allemaal heel snel. En schijnbaar probleemloos. Benjamin was nog piepjong. 18, 19 jaar. “Die Antillianen lieten je zelfstandig zijn. Je moest gewoon een deel van je inkomsten afstaan en zij zorgden ervoor dat je kon werken. Ze legden uit hoe je de coke kon transporteren, welke mensen er om te kopen waren op luchthavens, ze zorgden voor alle connecties, hielpen je aan een vals paspoort en andere valse documenten. Eigenlijk was het een uitzendbureau voor coke-dealers. We verkochten nooit aan sukkels op straat. Onze klanten waren CEO’s, CFO’s, mensen van bedrijven die hun feestjes wat interessanter wilden maken. Ze zaten in Luxemburg, Innsbruck, Monaco, Milaan… Vandaar dat ik niet echt een schuldbesef had. Ik kreeg voortdurend schouderklopjes. Niemand die me zei dat ik met een verderfelijke activiteit bezig was. Ik wist natuurlijk dat het illegaal was. Maar niemand heeft ooit concreet op me ingepraat zodat ik zou stoppen.”

Nacht in een Lamborghini

De eerste keer dat Feys als koerier naar de andere kant van de wereld vloog, herinnert hij zich nog als gisteren. “ Ik heb toen letterlijk in mijn broek geplast van de angst. De stewardess dacht dat ik vliegangst had. Tranquillo, chiquito, zei ze. En ze heeft me vervolgens volgegoten met wijn. Ik was zo zat als een patat. En bang. Doodsbang.”

Zijn ouders had hij wijsgemaakt dat hij een professionele skater was. “Ik zat veel in ZumieZ in Wevelgem, Rampaffairz heet dat nu. En ik kwam met wat prijzengeld naar huis. Zo is dat idee gegroeid voor die leugen. Mijn moeder heeft het me dikwijls gezegd: Had je daar mee doorgedaan, ik had het niet raar gevonden, had je daar echt je geld mee verdiend. Maar op een gegeven moment kan je het niet meer verbergen. Mijn moeder vroeg op een zekere dag: Ben jij eigenlijk bezig met die drugs? Ik had toen ja moeten zeggen. Maar ik loog. Ik heb daar nog altijd spijt van. Ik zeg dat nog vaak tegen mijn moeder.”

Op randje van de dood

“Ik deed domme dingen met het geld. Ik heb in Antwerpen ooit een antiekzwaard gekocht van 15.000 euro. En ik heb het verloren in Cyprus op een hotelkamer. Ik zal daar vermoedelijk een poetsvrouw heel gelukkig mee gemaakt hebben.” Hij verplaatste zich met een Lamborghini Gallardo. “Ik had die gekregen van een koper die zijn coke niet kon betalen. De grootste vergissing van mijn leven. De achteruitversnelling van de wagen werkte niet meer. Ik heb ooit eens de vergissing begaan om ermee door de Alpen te rijden, van Innsbruck naar Venetië. Ik had dat beter niet gedaan. Het had gesneeuwd en iedere keer als ik ermee optrok, ging ik aan het slippen. Het was donker en ik was doodsbang om in een ravijn te belanden. Ik heb me toen aan de kant gezet en een nacht in die Lamborghini doorgebracht.”

Mooie liedjes duren niet lang. Vooral als ze te mooi zijn om waar te zijn. Benjamin was in Ecuador, toen een deal fout liep waarbij een vriend betrokken was. “Hij werd prompt gearresteerd. Doordat hij aan mij gelinkt was, liet de organisatie mij ook onmiddellijk vallen. Ik wou mijn maat vrijkopen, maar via een advocaat kwam ik te weten dat ik daarvoor 9.000 euro nodig had. Dat geld had ik niet op zak, maar ik had wel nog 14 kilo coke in mijn bezit. Ik heb dat poeder in Lima in mijn kleren laten impregneren. Maar intussen had de organisatie er meteen ook voor gezorgd dat het vals paspoort waarmee ik reisde, niet meer werkte. Dus moest ik onder eigen naam door de douane. Ik had wel een ambtenaar omgekocht, maar het mocht niet baten. Die had vast andere plannen. De 14 kilo staan wel op de foto’s, maar wees er maar zeker van dat die hele voorraad prompt weer elders in de handel kwam. Op het moment dat ik gearresteerd werd, was ik al gezocht door zeven landen en stond ik geseind bij Interpol.”

“Ik heb vaak op het randje van leven en dood gestaan”

Een nieuw avontuur begon in de bikkelharde gevangenis San Pedro. Benjamin was toen 21. Intussen heeft hij al 12 jaar niets meer met drugs te maken, maar hij blijft avontuurlijk aangelegd. “Ik zoek graag de grenzen op. Maar zodra je over die denkbeeldige lijn stapt, bestaan er geen kompassen meer. Een piraat vindt zijn weg zonder kompas. Die steekt gewoon zijn vinger in de lucht en weet waar de wind vandaan komt. Anderen belanden meteen in een poel vol met haaien als ze over de lijn stappen. Ik heb ook vaak op het randje van leven en dood gestaan: ik heb een mes in de rug gehad, ik heb gele koorts gehad, ik ben twee keer op het nippertje aan verdrinking ontkomen, ik heb in twee vuurgevechten gezeten… En op de ene of andere manier ben ik daar redelijk ongeschonden uitgekomen, maar daar is natuurlijk ook geluk mee gemoeid. Je mag niet denken dat je dat geluk afgedwongen hebt.”

Hoewel, hij dwong dat geluk toch wel voor een deel zelf af. Na drie jaar in de gevangenis, waar hij aanvankelijk als gringo het slachtoffer werd van veel racistische afrekeningen, ontpopte hij zich als een leidersfiguur en hielp een wet ontwerpen die gratie verleende aan 800 gevangenen in Bolivië die schuldig waren aan een klein vergrijp. 14 kilo coke, dat was in Bolivië een klein vergrijp.

In Wevelgem en omstreken had hij eerder al wel vaker kleine deugnieterijen uitgespookt. Waardoor er nog altijd mensen zijn die liever Feys zijn hielen dan zijn tenen zien. “Ik zoek altijd de extremen op. Het zijn de zotten die de grenzen verleggen, die de architecturale lijnen hebben uitgezet. Zoals de Michelangelo’s en de Da Vinci’s. Als ik ooit kinderen heb, zal ik hen aanmoedigen om buiten de lijntjes te kleuren. Als tv-maker ga ik ook zoeken hoever ik kan gaan. Ik wil controverse teweegbrengen, de kijker warm maken om te volgen wat ik doe. Ook in het fysieke zoek ik mijn grenzen op. Ik ben nu veel aan het fietsen.”

Fietsen voor goed doel

Benjamin fietst niet zomaar. “Ik wou allang eens iets terugdoen voor de maatschappij. Ik heb zoveel kansen gekregen. Als je bekijkt hoeveel deuren er zijn opengegaan voor mij. Ik heb ervoor gekozen om me in te zetten voor het kinderziekenhuis. Niemand is weerlozer dan een ziek kind. Ik ga koersen rijden. Door mijn vader ben ik redelijk thuis in de wereld van het wielrennen. Ik zie mezelf op mijn 45 echt in een ploegwagen zitten met het mes tussen mijn tanden aan het roepen tegen de helikopters en de coureurs. Dat is mijn grote passie, de koers. En dus zei ik: ik ga koersen rijden. Canyon sponsort met een fiets en kledingfabrikant Doltcini maakt truitjes met de namen van de sponsors die een bedrag overmaken aan het kinderziekenhuis. Een jaar lang ga ik wedstrijden rijden voor eliterenners zonder contract. Niet om prijzen te winnen, maar hopelijk eindig ik niet als laatste.”

Vraag je Benjamin Feys of hij spijt heeft van zijn verleden, zegt hij resoluut van niet. “Tegenover mijn ouders wel. Maar ik heb totaal geen spijt over wat ik heb meegemaakt en gedaan. Wat je ook doet, je maakt altijd fouten. Door lessen te trekken uit mijn fouten, ben ik geworden wie ik ben. Ik sta recht in mijn schoenen. Als je spijt hebt van je fouten, doe je afbraak aan je leerproces.”