Er zijn meer West-Vlamingen dan ooit, maar het platteland loopt verder leeg

© Olaf Verhaeghe
© Olaf Verhaeghe
Olaf Verhaeghe

Onze provincie telt meer inwoners dan ooit tevoren. Nadat we vorig jaar op 1 januari netjes de kaap van 1,2 miljoen West-Vlamingen rondden, doen we er aan de start van 2021 exact 2.427 inwoners bij. In totaal klokt West-Vlaanderen af op 1.202.529 inwoners.

Met ruim 118.000 inwoners blijft Brugge met voorsprong de grootste stad, al daalt het inwonersaantal ten opzichte van 2020 wel met 119 mensen. Kortrijk volgt met 77.146 inwoners op plaats twee, voor Oostende met 71.640. Roeselare prijkt op de vierde plaats, Waregem maakt de top vijf vol.

Mesen blijft dan weer de stad met het kleinste aantal inwoners: 1.043 om precies te zijn. Spiere-Helkijn heeft er 2.073, Zuienkerke 2.748. Met Lo-Reninge en Vleteren vinden we verder twee Westhoekgemeenten terug bij de vijf kleinsten onze provincie.

Westhoek krimpt

Kijken we naar de evolutie in de bevolkingscijfers dan valt de verdere leegloop van het platteland op. In vergelijking met 2016 is in 13 steden en gemeenten het aantal inwoners afgenomen. Vooral de Westhoek kleurt rood met Mesen, Langemark-Poelkapelle, Vleteren, Lo-Reninge, Alveringem, Poperinge, Koekelare en Ieper. Ook in Spiere-Helkijn, Meulebeke, Koksijde, Hooglede en Knokke-Heist is het aantal inwoners op vijf jaar tijd gezakt.

In Kuurne, Moorslede, Roeselare, Veurne, Oudenburg, Bredene en Harelbeke lag de bevolkingsgroei op vijf jaar tijd boven de 4 procent. Voor de volledigheid: op 1 januari 2021 telde heel België exact 11.507.163 inwoners. Dat zijn er 30.884 meer dan op 1 januari 2020. Dat blijkt uit de nieuwe bevolkingscijfers uit het Rijksregister van de FOD Binnenlandse Zaken.