Emely Vanhaecke was 20 in 2000: “Ik ben nog geen haar veranderd”

Philippe Verhaest

‘Ik word 20 in 2000.’ Zo heette de rubriek waarin meer dan 500 jonge West-Vlamingen in onze krant vertelden over hun leven. 20 jaar later confronteren we hen met hun uitspraken van toen. Deze week: Emele Vanhaecke.

“Ik kijk uit naar het moment waarop ik mijn rijbewijs in handen heb. Dan ben je niet meer afhankelijk van anderen om ergens te gaan”

“Die uitspraak klopt nog altijd. Al heeft het me toch wel wat zweet gekost om mijn rijbewijs te halen. Het theoretisch examen was een fluitje van een cent, maar mijn praktische proeven heb ik twee keer moeten afleggen. Ik gebruik mijn auto dagelijks. In eerste instantie om naar mijn school in Gits te rijden. Die tocht zou ik perfect per fiets kunnen afleggen, maar dat doe ik haast nooit. Ik voel me daar soms wel schuldig over, maar ik kan mijn wagen echt niet missen. Toch heb ik er geen materiële band mee. Ik zijn een auto niet als een statussymbool, maar als een gebruiksvoorwerp. Ik rijd nu met een Volkswagen Golf van 2005. Ik ben trouwens een geconcentreerde chauffeur. Eenmaal op de weg, heb ik enkel oog voor het verkeer. Ik zal nooit op de mensen rondom me letten. Voor korte verplaatsingen naar de bakker, apotheek of bank neem ik uiteraard wel de fiets of ga ik te voet. Dat is het voordeel van pal in het centrum te wonen.”

“Chiro Nele is mijn grootste hobby. Daar steek ik heel veel vrije tijd in en ik ben er nu hoofdleidster”

“Bij de Chiro in Ardooie heb ik de tijd van mijn leven gehad. Ik was er lid en leidster van mijn twaalfde tot mijn 25ste. Elke zondag was een feest voor mij. Met mijn vriendinnen kinderen entertainen, ik deed niets liever. Daar heb ik ook beslist om leerkracht te worden. Maar gek genoeg heb ik niet zo heel veel contact meer met mijn chirovriendinnen van weleer. Na mijn echtscheiding in 2013 heb ik Ardooie achter me gelaten en ben ik eerst in Gits van nul opnieuw gestart. Dat had ik nodig. Sinds 2014 woon ik in Hooglede, waar ik een huisje heb gekocht. Maar de chiromicrobe heeft me nooit losgelaten. Mijn eigen dochters zijn nu lid van De Pretmakers, de meisjeschiro hier in Hooglede. Zo treden ze in de voetsporen van hun mama en ergens ben ik zelfs wat jaloers op hen. Wanneer ze op kamp vertrekken, zou ik zo weer meewillen. Ik kan het elk kind aanraden om lid te worden van een jeugdbeweging. Je leert er tal van sociale vaardigheden, hoe je moet samenleven en respect hebben voor elkaar tekortkomingen… Ik heb er als leidster verantwoordelijkheidszin gekregen, maar tegelijk mag je er ook fouten maken. Een onbetaalbare bagage die de rest van je leven van pas komt.”

“Ik ben niet het type dat vroeger zal opstaan om drie kilometer te joggen”

(lacht) “Dt is nog altijd zo. Eigenlijk ben ik nog geen haar veranderd. Echt sportief zou ik me niet noemen. Vijf jaar geleden had ik even het gekke idee om te beginnen lopen, maar dat heeft niet echt lang geduurd. Toch ben ik erg actief. Ik zit eigenlijk nooit neer. In mijn klas heb ik daar de kans niet toe en ook thuis ben ik graag bezig. Al zal je me nooit een fitness zien betreden. Ik begrijp echt niet wat mensen daar leuk aan vinden, je zomaar in het zweet werken. Aan de andere kant heb ik wel veel bewondering voor wie bijvoorbeeld een marathon kan uitlopen. Dat zijn mensen met een duidelijke passie. Daar moet je altijd respect voor hebben.”

“Bij een brand zou ik de mensen in huis en onze labrador Shadow redden”

“Familie is heel belangrijk voor mij. Het begin van alles, zelfs. Samen met mijn beste vrienden zitten mijn mama, papa, zus, partner en mijn kinderen diep in mijn hart. Mama en papa hoor ik heel regelmatig en ik probeer hen ook vaak te bezoeken. Mijn zus woont in Oostende. We zien elkaar niet zo heel veel, maar de smartphone is onze beste vriend. Een zus aan zee is trouwens een stevig pluspunt. Er staat altijd een bed voor ons klaar en we hebben altijd een parkeerplaats.”

“Onze hond Shadow is er jammer genoeg niet meer, maar ik ben wel nog altijd een dierenvriend. Nu heb ik sinds anderhalf jaar een Britse kortharige kat: Caramel. Dat beestje is echt deel van ons gezin. Een echte huiskat ook. Een hond is er niet. Daar heb ik niet echt de plaats voor. Ik heb bewust geen tuintje omdat ik geen groene vingers heb, maar onze kat maakt veel goed.”

“Er zijn natuurlijk migranten die miserie zoeken, maar je mag ze niet allemaal over dezelfde kam scheren”

“Een stelling die twintig jaar later nog altijd brandend actueel is. Ik sta nog altijd achter die uitspraak. Het is makkelijk een oordeel te vellen over iemand die je niet kent. Ik geef les in een eerder ‘witte’ school, maar af en toe heb ik wel een leerling van migrantenouders in de klas. Dan zie je dat die mensen vol goeie intenties zitten en niet zómaar hun thuisland hebben verlaten. Het zijn mensen zoals ons, met een goed hart. Een deel van de oplossing: praat met elkaar. Trouwens: je hebt overal mensen met minder goeie bedoelingen. Ook bij de ‘gewone’ Belgen. Maar geef iedereen de kans om zich te bewijzen, ongeacht de achtergrond.”

Emely Vanhaecke (°10/09/1980) is de dochter van Ronny Vanhaecke en Christine Grijspeerd uit Ardooie. Haar zus heet Shirley (44). Emely woont in de Hogestraat in Hooglede en is de partner van Peter Platteeuw (48). Ze is de mama van Irene (11) en Axelle Defour (8).

Emely werkt als leerkracht in het eerste leerjaar van de basisschool Gits Groeit. In haar vrije tijd houdt ze zich bezig met fotografie en is ze voor deze krant ook correspondente voor Gits.

De tekst die verscheen in Krant van West-Vlaanderen in 1999

Emely Vanhaecke uit de Elslanderstraat 5 werd geboren op 10 september 1980. Ze is de dochter van Ronny Vanhaecke en Christine Grijspeerdt. Haar pa is diaken van de Sint-Martinusparochie, haar ma is schoonmaakster en steekt ook een handje toe in de basisschool van Ardooie. Emely heeft een zus, Shirley (24). Ze studeert voor onderwijzeres aan de Regentaat- en Normaalschool in Torhout.

Wat is jouw definitie van een goeie vriend(in)?

Emely: “Een goeie vriend(in) staat altijd voor je klaar, is altijd bereid te helpen. Maar je kan er ook leute mee maken en gezellig mee uitgaan. Ik hou van mensen met persoonlijkheid, mensen waarvan je weet wat je eraan hebt.”

Je bent 19. Rij je al in auto? Hoe rij je? Ben je gerust als je met een leeftijdsgenoot meerijdt?

Emely: “( lacht) Ik probéér in auto te leren rijden. De weg op begint al aardig te lukken, maar die manoeuvres, hé! Dat wordt nog wat oefenen met pa of ma. Ik kijk wel uit naar het moment waarop ik mijn rijbewijs in handen heb. Dan ben je niet meer afhankelijk van anderen om ergens heen te gaan. Een eigen autootje zal pas voor na mijn studies zijn. En hoe kleiner en eenvoudiger hoe liever. Voorlopig ben ik nog een heel voorzichtige chauffeur, maar naar het schijnt kan dat nog veranderen eens je wat meer ervaring hebt… Ik rij eigenlijk liever zelf dan met iemand mee te rijden. Gewoon omdat ik het graag doe. En ik denk dat mijn ouders ook ietsje geruster zullen zijn als ze weten dat ik zelf rijd.”

Heb je een bijzondere hobby?

Emely: “Chiro Nele! En daar stop ik zoveel van mijn vrije tijd in dat het ook mijn enige hobby is. ‘k Ben nochtans maar in het eerste middelbaar lid geworden van de Chiro. Daarvoor waren er de zondagse gezinsuitstapjes, hé. Vijf jaar geleden was ik al leidster en sinds een jaar ben ik hoofdleidster. Een paar goeie redenen waarom je bij Chiro Nele aan moet sluiten? We hebben een heel goeie en gemotiveerde leidingsploeg die echt heel zorgvuldig de activiteiten voorbereidt. Je leert er vele leeftijdsgenootjes kennen, leert er sociaal vaardig zijn en krijgt er de typische Chirowaarden mee zoals teamspirit en voor mekaar opkomen.”

Naar verluidt zouden jongeren veel te weinig aan sport doen. Geldt dat ook voor jou?

Emely: “Goh, ik ben zeker niet het type dat vroeger zal opstaan om 3 km te gaan joggen. Maar als er toevallig sportactiviteiten zijn als ik in de buurt ben, zal ik wel meedoen. En als je Chiroleidster bent, hoef je eigenlijk niet meer extra aan sport te doen ( lacht).”

Stel dat je door brand onmiddellijk je huis moet verlaten. Wat probeer je zeker mee te nemen?

Emely: “Ik kan niets materieels bedenken waarvoor ik door het vuur zou gaan om het te redden. De mensen in huis en onze labrador Shadow probeer ik natuurlijk wel te redden. Stel dat ik nog vijf minuten extra krijg om nog iets uit de brand te slepen, dan wordt het wellicht een fotoalbum met familiefoto’s van enkele jaren geleden. Omwille van de vele mooie herinneringen.”

Migranten: geen probleem of ‘ze profiteren van ons’?

Emely: “Ik ben geneigd om te zeggen geen probleem, maar aan de andere kant ben ik realistisch genoeg om te weten dat er wel vaak problemen zijn. Maar daaraan hebben ook wìj een beetje schuld. Ik kan me best voorstellen dat je als migrant kregelig wordt van die omslachtige administratieve procedures en vooroordelen. Er zijn natuurlijk migranten die miserie zoeken, maar je mag ze zeker niet allemaal over dezelfde kam scheren! Stemrecht zou al een grote stap in de goeie richting zijn. Als je mag stemmen, voel je je automatisch meer betrokken bij het beleid en ga je je makkelijker integreren, denk ik.”

Wie zou je graag eens interviewen?

Emely: “Oei, da’s een moeilijke… Luk Alloo. Die heeft zo de gewoonte om de mensen redelijk belachelijk te maken als hij ze interviewt. Dat zou ik ook wel eens willen doen ( lacht). Ja, ja Luk Alloo mag eens zelf ‘slachtoffer’ zijn.”

Stel: je kan een ministerportefeuille kiezen. Welke kies je en waar wil je absoluut eerst aan werken?

Emely: “Ik kies voor de portefeuille milieu. Er loopt op het ogenblik heel wat mis met ons milieu. Zelf doe ik mijn best om milieubewust te leven alhoewel ik nu ook niet ga beweren dat ik de groenste mens op aarde ben… Ik zou er de mensen in de eerste plaats willen op wijzen dat het de verkeerde kant opgaat, desnoods met schokkende beelden. Ik denk dat er nog te weinig zijn die de ernst van de situatie goed inschatten. En dan moeten er maatregelen komen om er iets aan te doen. Ik zou beginnen met de verkeersproblemen aan te pakken. Voor een politica als Mieke Vogels heb ik een grote bewondering. Ze komt op voor haar principes en maakte van Agalev een partij die nu mee het beleid bepaalt.”

Hoe zie je jezelf over zo’n tien jaar?

Emely: “Ik hoop tegen die tijd onderwijzeres te zijn, mijn eigen klasje te hebben. Het liefst zou ik in een dorpsschooltje lesgeven. Daar heb je een nauwer contact met je leerlingen en hun ouders. In een stad als Gent of Antwerpen zou ik wellicht verloren lopen. En misschien ben ik tegen die tijd al getrouwd. Maar daarvoor wil ik toch eerst een tijdje samenwonen.”

Jongeren grijpen alsmaar makkelijker naar drugs. Hoe sta jij daar tegenover?

Emely: “Heel negatief! Wie drugs neemt, vlucht, wil iemand zijn die hij niet is. Dat het aantal gebruikers toeneemt, zal wellicht te maken hebben met het feit dat alsmaar meer jongeren problemen hebben en drugs nu eenmaal makkelijker te krijgen zijn dan vroeger. De jeugd moet ook alsmaar vlugger volwassen worden.”

(AVR, 17/09/1999)