Eli Vandersnickt: “Zeebrugge moet veel meer ambitie hebben”

Eli Vandersnickt. © Davy Coghe
Piet De Ville
Piet De Ville Medewerker KW

“Ik wil me met alles wat ik in me heb inzetten om van Zeebrugge een aantrekkelijk, bruisend oord te maken.” Het is geen kleine ambitie voor de nog altijd pas 22 jaar oude Zeebruggenaar Eli Vandersnickt, die samen met zijn ouders onder meer café en visrestaurant ‘t Werftje in Zeebrugge runt.

Eli Vandersnickt is een jongen van de zee. Hij groeide op en werkt nog altijd aan het vissers- en jachthaventje van Zeebrugge. Vanuit café ‘t Klein Venetië kijken we met onze gesprekspartner ook uit op het water, maar hier zijn het geen visserssloepen maar wel toeristenbootjes die op het wateroppervlak dobberen. “Wat er ook mag gezegd worden, Brugge blijft toch enorm veel volk aantrekken”, stelt Eli vast tijdens ons amusante en boeiende gesprek.

Met een familiale achtergrond als die van jou, kon het bijna niet anders dan dat je in de horeca en de viswereld terecht zou komen, niet?

“Inderdaad, mijn ouders hebben allebei sterke banden met de visserswereld én het caféleven. Mijn grootvader van moederskant had zijn eigen boot en werkte dus als reder. Ik ben zelf opgegroeid in het bekende Café Zonder Naam in Zeebrugge dat mijn ouders jarenlang runden. Daar kwam werkelijk iedereen over de vloer, mensen van allerlei rang en stand. Mensen uit Zeebrugge natuurlijk, maar ook van ver daarbuiten. Opgroeien in die omgeving heeft mijn persoonlijkheid zeker voor een stuk gevormd. Ik leerde er met iedereen omgaan. Ik was 12 jaar oud, tien jaar geleden dus, toen mijn ouders die zaak en ook enkele van hun andere zaken hebben verkocht met de bedoeling het iets rustiger aan te doen. Al is dat laatste toch niet echt gelukt.” (lacht)

Je deed ook wel ervaringen op voordat je later met je ouders in ‘t Werftje stapte.

“Dat klopt. Ik doorliep de hotelschool Spermalie en kan zowel in de zaal als de keuken goed aan de slag, maar ik heb ook nog eens in Ter Groene Poorte een opleiding tot sommelier gevolgd. In driesterrenrestaurant Karmeliet, waar ik weekendwerk deed in de zaal, heb ik heel veel bijgeleerd. Daarnaast liep ik stage en werkte ik een tijdje in het Ritzhotel in Londen. Een schitterende ervaring als sommelier! Ik bediende er onder meer Rod Steward, The Rolling Stones, leden van de koninklijke familie en de voormalige Britse premier David Cameron.”

Wanneer en hoe ben je dan zelf in het familiebedrijf aan de slag gegaan?

“Ik was pas 18 jaar toen ik begon mee te draaien in ‘t Werftje, de zaak die mijn ouders hadden overgenomen nadat ze Café Zonder Naam hadden verkocht. Dat was een klein volkscafeetje waar je ook wel terecht kon voor een dampende kom vissoep en garnaaltjes met een Rodenbach. Ik wilde het allemaal wat uitbreiden en begon onder meer met het serveren van kreeft en stelde zelf fruits-de-merschotels samen. We hebben dan ook de keuze gemaakt om uit te breiden en grondig te verbouwen.”

In het Ritzhotel in Londen bediende ik sterren als de Rolling Stones en Rod Stewart

“We hebben eigenlijk alles gestript en hebben ook een aanpalend gebouw erbij genomen, zodat we echt konden uitbreiden. We hebben nu ook een heel ruim overdekt terras en beschikken over twee bars. Onze zaak beschikt over 250 zitplaatsen en we draaien zo’n duizend couverts per dag. Heel wat van de oude elementen uit het oorspronkelijke cafeetje hebben we trouwens bewaard en geïntegreerd binnen de nieuwe inrichting. Op die manier blijft die link met het visserscafeetje dat opgericht werd in 1905 aanwezig.”

Hoe reageerde het volkse cliënteel van ‘t Werftje op al die vernieuwingen? Waren ze niet geschokt?

“Aanvankelijk waren er wel wat mensen die me zich afvroegen wat we allemaal van plan waren met hun stamcafeetje. Maar ik durf zeggen dat we 90 procent van het originele cliënteel hebben behouden. Deels doordat we die oude elementen hebben geïntegreerd. Iedereen is en blijft hier trouwens welkom, mijn ouders en ikzelf zijn ook volksmensen. In onze zaak vind je zowel dokwerkers in hun werkplunje als zakenmensen in pak en das, zij aan zij. Je kunt bij ons nog altijd terecht voor zowel een pint met een pistolet met vissalade als voor een fijne maaltijd met kreeft, kaviaar en een fijn glas wijn. Voor de echte fine dining gebruiken we overigens vooral onze mooi ingerichte wijnkelder; als sommelier is dat zo’n beetje mijn domein.”

Je werkt nauw samen met je ouders en met je vriendin. Loopt dat vlot? En is er dan een strikte taakverdeling?

“Wij vormen zeker een goed team. Mijn moeder doet vooral veel kantoorwerk en administratie. Mijn vader doet een groot deel van de aankopen, maar is ook nog een belangrijk gezicht in de zaak als bekende Zeebruggenaar. Hij staat aan een van de twee bars en het zit altijd vol aan zijn toog. Ikzelf sta eigenlijk in voor het allround management in de zaal; ik kijk er op toe dat alle bordjes mooi afgewerkt naar buiten gaan en dat het onthaal en de bediening vlot verlopen. En ik ontferm me ook nog over onze handel in verse garnaalkroketten en over onze eigen foodtruck van ‘t Werftje. Zoals bekend begonnen we een tijdje geleden ook met apero- en tapasbar Ona by ‘t Werftje, bij het lokaal van de jachthaven. Daar ben ik ook vaak aanwezig en mijn vriendin Justine werkt er ook mee in de bediening.”

Het lijkt de familie Vandersnickt nu voor de wind te gaan, maar de komt van de nieuwe Visartsluis hangt toch ook jullie als een dreigende wolk boven het hoofd, niet?

“Inderdaad. We zijn nu al zo goed als zeker dat ‘t Werftje in alle mogelijke opties, want er zijn binnen de piste Visart nog zes varianten, in de zone liggen die zal onteigend worden. We zagen dit natuurlijk wel enigszins aankomen. Mijn ouders hebben dan ook al andere panden in de buurt aangekocht om te kunnen verhuizen met de zaak. Maar nu vernamen we dat deze panden mogelijk ook zullen onteigend worden, omdat die ruimte zou gebruikt worden voor herlokalisering van mensen wiens huis onteigend wordt. Dat zou inderdaad wel een serieuze streep door de rekening zijn. Maar eigenlijk willen we vooral duidelijkheid.”

Eli Vandersnickt.
Eli Vandersnickt.© Davy Coghe

“Er wordt veel gezegd en geschreven, maar niets is concreet. Ik zou ook wel eens met de mensen van de Vlaamse overheid rond de tafel willen zitten om te horen wat die compensaties voor de buurt precies kunnen betekenen. Misschien zitten er ook wel opportuniteiten in. Wij zijn een ondernemersfamilie en willen altijd positief blijven. Als we weg moeten, gaan we nieuwe locaties zoeken om te blijven ondernemen. Al zal dat niet eenvoudig zijn want ik wil zicht blijven hebben op de haven en parking voor de deur.”

Zeebrugge blijft het moeilijk hebben qua imago, bezoekersaantallen en commercieel aanbod. Hoe komt dat toch?

“Veel Bruggelingen blijken liever naar Knokke of andere badplaatsen te gaan dan naar hun eigen Zeebrugge. Het lijkt me dat er veel potentiële ondernemers bang zijn om te investeren in handel en horeca in Zeebrugge. Er is hier natuurlijk een grote industrialisering met havenuitbreiding. En de vele berichten over de vluchtelingenproblematiek hier hebben er natuurlijk ook geen goed aan gedaan. Maar Zeebrugge heeft zo veel troeven.”

Als we de handen uit de mouwen steken, kan en moet Zeebrugge een tweede Honfleur worden

“De plaats waar wij met onze zaak gelegen zijn, dat is voor mij een soort van rust in de chaos. Ik hou van de typische havengeluiden en het geschreeuw van de meeuwen. We moeten die troeven meer in de verf zetten. Ik wil me daar ook zelf echt voor inzetten en ben van plan om nog veel projecten te realiseren die Zeebrugge op de kaart zetten als een aantrekkelijk en bruisend oord. Creatieve en ondernemende ondernemers en horecamensen kunnen hier met de steun van het stadsbestuur, dat volgens mij goed bezig is, veel bereiken.”

Wat zou er dan precies moeten gebeuren?

“Er zijn de jongste twee à drie jaar al heel veel positieve zaken gebeurd, zoals de realisatie van het cruisegebouw en de mooie projecten aan de Tijdokstraat. Ik denk ook aan de plannen om de oude vismijn te renoveren, met ruimte voor winkels en appartementen. Ik zou ook het stadsbestuur willen oproepen om iets te doen met ‘t Zandlopertje aan de dijk, een stadseigendom. Het is niet slecht dat daar na het faillissement van de vorige uitbater nu een pop-upginbar komt, maar er moet gekeken worden voor een kwalitatieve, permanente uitbating. Dat gebouwtje zou beter afgebroken worden om plaats te maken voor een hedendaagse, grotere constructie die zich diep in de richting van de zee uitstrekt zodat de mensen het gevoel hebben dat ze dineren boven ‘t strand. Zeebrugge moet meer ambitie hebben. Als we de handen uit de mouwen steken, kan en moet Zeebrugge een tweede Honfleur worden.”


DE TIPS VAN ELI


Drinken

“Ik hou wel van een lekkere cocktail en daarvoor is Palo Cortado in Brugge een ideale plaats. Dat is de bar van Ran Van Ongevalle en zijn vriendin Janah Van Cleven die tijdelijk gevestigd is in de tuin van De Republiek. Ran en Janah streven er echt naar de perfectie en daar hou ik van. Daarnaast ben ik ook wel liefhebber van een gewone frisse pint, maar die moet dan wel perfect getapt zijn. In het cafeetje van Firmin Hoste in Kristus Koning, ‘t Kroontje, vind je zo’n lekkere, frisse pint en ook altijd heel leuk gezelschap. Ook de Reisduif, langs de Langerei, is zo’n leuke bruine kroeg waar je altijd wel bekenden ontmoet en dus moeilijk buiten geraakt. Ook het Bras Café op ‘t Zand behoort tot mijn favorieten.”

Eten

“Brugge en de hele regio heeft een bijzonder hoog niveau op het vlak van restaurants. Er zijn hier wel tientallen restaurants met min of meer hetzelfde, hoge niveau en die toch nog betaalbaar zijn. Dat vind je in weinig andere steden. La Tache vind ik prijs-kwaliteit heel sterk. En dan zijn er ook in de Langestraat en de Hoogstraat heel wat goede adresjes, met natuurlijk Zet’joe van chef Geert Van Hecke, maar ook Rock Fort en Franco Belge. Ook LESS op ‘t Zand bevalt me heel erg. In Sint-Michiels is Tête Pressée een echte aanrader. Natuurlijk moet ik ook in mijn eigenste Zeebrugge nog enkele adressen noemen! Bij Port Basil in de Vismijnstraat eet je heel lekkere pizza napolitana. Njord van de familie Dendooven, bovenin het cruisegebouw, is zeker ook de moeite om eens te proberen. Net als Brasserie Nelson, een klassiek en uitstekend visrestaurant.”

Reizen

“Ik ga bijzonder graag naar Dubai omdat ik daar bijzonder veel inspiratie kan opdoen, ook voor mijn werk. In Dubai vind je de top van de wereld op allerlei vlakken: service en bediening, trends in food & drinks, decoratie, entertainment… Daarnaast ga ik ook graag naar Amerikaanse kustgebieden in onder meer Miami en California. Ik hou ook enorm veel van Azïe en ben nu in korte tijd al vier keer naar Thailand geweest. Ik droom er ook nog van om eens een grote rondreis te maken in Japan.”