Eén jaar na steekpartij in Torhoutse bakkerij: “Gevochten voor mijn dochtertje”

Mélissa Rogiers werd op 9 augustus 2018 door haar ex-vriend neergestoken in Bakkerij Devriendt langs de Oostendestraat in Torhout. © foto TLG
Piet De Ville
Piet De Ville Medewerker KW

Een jaar nadat Mélissa Rogiers voor de ogen van haar dochtertje neergestoken werd door haar ex-vriend, is de Torhoutse nog steeds niet aan het werk. “Ik ben nog altijd arbeidsongeschikt: de pezen in mijn handen zijn kapot door de messteken”, zucht Mélissa. Tot overmaat van ramp moet Mélissa binnenkort op zoek naar een nieuwe woonplaats.

Mélissa Rogiers (35) is nog altijd bijzonder zwaar getekend door de steekpartij die haar exact een jaar geleden het leven had kunnen kosten. De jonge vrouw had een drietal maanden eerder in Gent Karim F. ontmoet, een Libiër die illegaal in het land verbleef. De twee begonnen een relatie en woonden een drietal weken samen boven bakkerij Devriendt in de Oostendestraat in Torhout, waar Mélissa ook werkte.

Buren hadden al eerder ongeregeldheden en zware ruzies gesignaleerd, maar op donderdagnamiddag 9 augustus escaleerde de situatie. Mélissa had kort voordien laten verstaan dat ze de relatie wilde beëindigen en dat was duidelijk niet naar de zin van haar vriend. De Torhoutse was aan het werk in de bakkerij, toen Karim F. haar met een mes te lijf ging. Hij stak haar meerdere keren in haar handen, polsen en buik. Dat ze op het moment van de feiten haar driejarige dochtertje op de arm droeg, kon F. blijkbaar niet deren. Hij ging als een wildeman tekeer en liet zijn ex-vriendin zwaargewond en bloedend op de vloer liggen.

Terwijl omstanders die alles zagen gebeuren de hulpdiensten en de politie belden, bleef Karim F. wachten tot die arriveerden en hem in de boeien sloegen. Het slachtoffer liep onder meer een klaplong en verschillende ernstige bloedingen op, maar overleefde de brutale aanslag op haar leven. Karim F. werd veroordeeld tot een effectieve gevangenisstraf van tien jaar.

Arbeidsongeschikt

Een jaar na die noodlottige 9 augustus ondervindt Mélissa Rogiers nog altijd de gevolgen van de steekpartij. “Het is voor mij onmogelijk om al terug aan het werk te gaan”, zucht ze. “Vooral mijn handen zijn enorm zwaar toegetakeld: heel wat pezen zijn gescheurd en verkrampt. Ik ben er al twee keer aan geopereerd en binnenkort volgen er nog ingrepen. Ook in mijn buik kreeg ik messteken en ook daar draag ik nog altijd de gevolgen van.”

“Mijn ex-vriend ging die dag echt als een wilde tekeer”, herinnert Mélissa zich nog alsof het gisteren was. “Er wordt mij wel vaker gevraagd hoe ik die aanslag heb kunnen overleven. Dan heb ik maar één antwoord: mijn dochtertje. Ik heb gevochten voor haar. Ik lag zwaar bloedend op de grond en kon maar één iets denken: ik mag niet opgeven, voor haar. Want anders heeft dat kindje niemand meer. Je moet ook weten dat mijn dochter alles heeft zien gebeuren. Ze was er nog maar drie, maar die beelden staan toch op haar netvlies gebrand. Ze heeft het er nog altijd over en stelt nog soms vragen over wat er toen gebeurd is.”

Toen ik bloedend op de grond lag, kon ik maar één iets denken: ‘Ik mag nu niet opgeven, want anders heeft mijn dochter niemand meer’

Ook een jaar na die traumatische gebeurtenissen gaat het nog altijd helemaal niet goed met Mélissa, zoveel is duidelijk. Nog steeds gepijnigd door de herinnering maakt ze duidelijk dat haar directe toekomst er allesbehalve rooskleurig uitziet. “Er werd een tijdelijke provisionele schadevergoeding vastgesteld door de rechtbank, voor wat de burgerlijke belangen betreft. Maar aangezien hij krap bij kas zit, heb ik daar nog niets van gezien. De procedure voor de inschatting van de kosten loopt nu nog en de artsen moeten nog ten gronde een inschatting maken.”

Mélissa’s raadsman, meester Rik Demeyer, bevestigt dat de procedure nog niet afgelopen is. “Er is wel een uitspraak geweest op strafrechtelijk vlak, waarbij de correctionele rechtbank het parket volgde en een effectieve gevangenisstraf van 10 jaar oplegde, maar op het burgerlijke vlak hebben we dus nog wel een tijd te gaan. Daar zal het mogelijk nog negen à tien maanden duren voor het tot een definitieve uitspraak komt. Gezien de dader zo goed als onvermogend is, zal het fonds voor slachtofferhulp wellicht moeten tussenkomen. Intussen heeft mijn cliënte het nog altijd heel moeilijk, financieel en mentaal, want ze blijft kampen met de gevolgen van die drieste steekpartij.”

Tot overmaat van ramp moet Mélissa ook op zoek naar een nieuwe woonplaats. Ze woont voorlopig nog boven de bakkerij in Torhout, maar tegen het einde van de maand zou ze er moeten vertrekken. Mélissa vond nog geen nieuwe stek. Bovendien ziet het er niet naar uit dat ze snel weer aan het werk kan. “Ik moet nog geopereerd worden aan mijn handen. Hoe kan ik gaan solliciteren, als ik moet zeggen dat het nog een tijd kan duren voor ik aan de slag kan? Ik heb nochtans altijd veel gewerkt: voor ik in de bakkerij terecht kwam, werkte ik in de Brugse horeca. Onder meer in de Ambiorix op de Eiermarkt. Ik werkte soms wel 80 uren per week. Ik droeg zware plateaus met drankjes op mijn ene hand boven mijn hoofd, weinig vrouwen deden mij dat na. Maar met de gescheurde spieren en pezen in mijn hand mag ik daar, wellicht ook na de operaties, een kruis over maken…”

Geen spijt

Tot slot: op spijt van Karim F. hoeft Mélissa niet te rekenen. Dat blijkt uit een pak brieven die hij haar stuurde. “Zo vroeg hij me al om hem te komen bezoeken in de gevangenis én om hem geld te bezorgen. Spijt uitdrukken of vergiffenis vragen, dat heeft hij nooit gedaan”, zucht Mélissa.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier