Edward wordt twee jaar lang Roeselaars stadsdichter

V.l.n.r. Luc Lavaert, Dirk Lievens, Edward Hoornaert, Rita Lemaillieu, Jan Hoornaert en Charlotte Hoornaert. (foto KK)
Koen Kerkaert
Koen Kerkaert Medewerker KW

Geen Rodenbachjaar zonder stadspoëet. Naast Nada Alraee, onze junior stadsdichter, heeft Roeselare tegenwoordig ook een volwassen versie. Edward Hoornaert (39) neemt deze taak voor de twee komende jaren met heel veel ambitie op zich.

“Roeselare heeft een rijke historie van dichters. Gezelle, Verriest en Rodenbach zijn daar de perfecte voorbeelden van”, aldus schepen Lievens. ”In het verleden hadden wij al een resem officieuze stadsdichters zoals Joost Vanbrussel, Gilbert Coghe en Reinout Verbeke. “Tijdens dit Rodenbachjaar is het de logica zelve dat zo’n functie officieel wordt. Met de keuze voor Edward en de begeleiding door zijn literaire vereniging Obsidiaan, kiest onze stad voor een tandem die in staat is het stadsdichterschap tot een sterk en excellent merk te laten uitgroeien.”

Passie voor taal

Nadat hij het zesde jaar Latijn-Grieks in het Klein Seminarie had afgewerkt, studeerde Edward Romaanse Talen en ging daarna aan slag in het Oostendse Onze-Lieve-Vrouwecollege als leraar Frans-Italiaans. Tegenwoordig geeft hij dezelfde vakken in het Sint-Jozefsinstituut en runt daarnaast zelfstandig een taalbureau waar hij taaltrainingen op maat aanbiedt. Samen met de stadsdichter van Brugge, Tania Verhelst, ontwikkelde hij het schrijverscollectief Obsidiaan. “In het verleden stond ik ook aan de wieg van ‘Roes!’, een vrij podium voor woord en poëzie, en het online magazine ‘Roer.land’ waar we gedichten recenseren. Dit handelt niet enkel over poëzie maar we leggen nadrukkelijk de brug naar andere kunstvormen.”

Deze volbloed Roeselarenaar publiceerde in verschillende tijdschriften en gedichten van zijn hand verschenen in diverse bloemlezingen. “Mijn eigen schrijfstijl is in de loop der jaren geëvolueerd van een meer hermetische naar een open dichtstijl. Dat komt vooral omdat ik tegenwoordig mijn poëzie vaak op een podium naar voor breng. Toehoorders hebben niet altijd de tijd om de inhoud te laten bezinken. Mijn werken zijn hierdoor bewust toegankelijker geworden.” Edward is bescheiden maar toch wel trots op zijn aanstelling als Roeselaars staddichter. “Hier heb ik nooit bewust naartoe gewerkt. Deze uitdaging neem ik natuurlijk met heel veel enthousiasme aan. Het opent wel perspectieven voor de toekomst. Samen met Luc Lavaert heb ik ‘Eén twee powezie’ uitgebouwd waarbij we inwoners van Roeselare en in het bijzonder jonge mensen warm willen maken voor het dichten. Het is ook een handig medium om dichters te helpen.”

Op vraag van Dirk schreef deze nieuwbakken staddichter een gedicht over de 40ste en 45ste verjaardag van Freddy Maertens’ WK-overwinningen en vertaalde die zelfs in het Frans. “Het is de bedoeling dat we een poëzienetwerk uitbouwen waarin we hem tijdens zijn creatief en artistiek project zullen begeleiden”, zegt Dirk. “In de toekomst hopen we één maal per jaar Nederlandstalige (stads)dichters naar het Klein Seminarie te lokken en die mensen bijvoorbeeld te belonen met een gouden of zilveren Guido Gezelle- of Rodenbach-pen.” Deze eerste opdracht heeft Edward al uitgewerkt.

“De ambitie om dichters tegen eind 2021 naar onze stad te krijgen, begint met een soort toegangsproef. Ze mogen aan de slag gaan met het Rodenbachgedicht ‘Land van Utopeia’, dat een meer actualiserende waarde moet krijgen. Ook de inwoners van Roeselare en omstreken zullen de mogelijkheid krijgen om een bijdrage te leveren en ‘oltegoare’ een Roeselaars meesterwerk te creëren.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier