Eddie Verbeke uit Tielt schrijft boek over pater Georges Robberecht

Eddie Verbeke liet een nieuw boek uit zijn pen vloeien, maar is ook een belezen man. (foto WME)
Wouter Vander Stricht

Zondag was er normaal de voorstelling van Cha-Tse-Ti 1904. Een boek over de brutale dood van een Tieltse minderbroeder in China. van de hand van Eddie Verbeke. Maar ook hier gooide het coronavirus roet in het eten. Het boek is al af, de auteur doet hier zijn verhaal.

Eddie Verbeke heeft tussen 2005 en 2020 een 15-tal boeken op zijn bibliografie. Als lid van de Heemkundige Kring was hij al veel bezig met schrijven en dat gaat eigenlijk al terug tot zijn Collegejaren in de jaren 60. En daar ligt ook een link met Georges Robberecht. Want een gedenkplaat voor de vermoorde minderbroeder sierde er jarenlang de kapel, die eind jaren 90 tegen de vlakte ging.

Wie was Georges Robberecht?

“Hij werd in 1875 geboren, als zoon van een schoenmaker uit de Kortrijkstraat in Tielt. Zijn grootvader kwam uit Wakken en zo kon ik via burgemeester Koenraad Degroote nog een stuk van zijn stamboom achterhalen. Georges Robberecht trad binnen bij de minderbroeders in Tielt en ging daarna door het leven als Florentius. In 1898 vertrok hij naar China als missionaris. Maar hij kwam er in een verkeerde periode terecht. Eigenlijk was het schandalig dat de katholieke kerk toen jonge mannen uitstuurde naar dit gebied. Door de Boksersoorlog was het er levensgevaarlijk.”

Wat was die Bokseropstand eigenlijk?

“Tot 1600 was China een bloeiende grootmacht. Maar tussen 1700 en 1900 raakte het land in crisis, onder meer door natuurrampen. Een land in verval dus en daarvan profiteerden de Westerse landen om zich daar op diverse fronten te profileren. Meerdere grote naties probeerden baas te spelen in het verpauperde China, zoals Groot-Brittannië, Duitsland, Rusland, Frankrijk en Japan. En ja zelfs Leopold II wilde in de jaren dat Florentius in China verbleef zijn eigen stukje Belgisch China. Net zoals we hier ook bewegingen hebben die zich verzetten tegen buitenlandse inmenging, gebeurde dat daar ook. En ‘de boksers’ waren de meeste extreme en agressieve groepering van die tijd. De Bokseroorlog brak uit, maar die was begin jaren 1900 eigenlijk al gedaan. Georges Robberecht stierf op 19 juli 1904 tijdens de uitloper van de Bokseropstand.”

In de jaren voor zijn dood vond hij er blijkbaar wel zijn draai.

“Hij was vol enthousiasme vertrokken en volgens de briefwisselingen die we terugvonden, was hij er een gelukkig man. Niet evident, want hij sprak geen woord Chinees. De missionarissen die na hem kwamen, moesten eerst twee jaar naar Hongkong of in een grote Chinese stad in de leer om de taal onder de knie te krijgen. Niet zo bij Florentius, hij werd meteen voor de leeuwen gegooid. En dat in de streek van Yichang langs de Blauwe Rivier, 300 km ten westen van Wuhan waar het coronavirus is uitgebroken. Als jonge missionaris trok hij van dorp naar dorp om er zieltjes te redden, maar ook te registreren en te tellen. Zo belandde hij in het dorpje Cha-Tse-Ti waar hij in handen kwam van ‘de boksers’, die de echte Chinese cultuur beweerden te verdedigen. Hij werd opgepakt, mishandeld en gruwelijk vermoord. Hij was 29 jaar…”

De voorstelling van het boek is uitgesteld naar 4 oktober

Maar hij vond er niet alleen de dood!

“Klopt. Twee Mechelse broers en broeders Theotimus Verhaeghen en Fredericus Verhaeghen waren ook in de regio actief. De eerste was zelfs bisschop. Er werd een stoet georganiseerd voor de ontvangst van de bisschop, maar toen sloegen ‘de boksers’ toe. Eerst werden de broers vermoord, daarna was Georges Robberecht aan de beurt.”

Werden ze er ter plekke begraven?

“Jawel, eerst in een voorlopige begraafplaats. Maar ondertussen zetten de Europese landen druk op China voor al die westerlingen die er gesneuveld waren. En vol jaar later volgde een officiële begrafenis. De drie mannen werden in een paviljoen ten grave gedragen, onder begeleiding van een stoet. Hoewel ik zelf enkele keren in China was, ben ik die plaats toen niet gaan opzoeken. Er bestaan beelden van, die terug te vinden zijn in het boek, maar ik weet niet of het paviljoen nu nog recht staat.”

In je boek beschrijf je nu zijn leven, maar waren veel bronnen terug te vinden?

“In de jaren dertig werd een hagiografie, een zogenaamd heiligenleven, neergepend. Daarna bleef het windstil tot het jaar 1954, 50 jaar na zijn dood. Toen werd er in het College een gedenkplaat in de kapel opgehangen. Bij de sloop van de kapel kwam de gedenkplaat in het archief terecht. Ik heb niet voor niets de naam het geheugen van de Tieltse Minderbroeders te zijn. Ik ben de plaat gaan opsnorren, ze is nu twee jaar geleden in Huis Tabor opgehangen. In 1964, dus zestig jaar na zijn dood, kreeg hij een straat (de P. F (Pater Florentius) Robberechtstraat nabij de Ringlaan, red.). Maar voor mijn boek vond ik ook veel informatie in Museum De Mindere in Sint-Truiden, gewijd aan de minderbroers, en onderzoeksinstituut KADOC in Leuven.”

De voorstelling van het boek is uitgesteld…

“Die moest zondag plaatsvinden in Theater Malpertuis. We hebben die nu uitgesteld naar 4 oktober, opnieuw in Malpertuis. Bijna een half jaar later dus, maar wie het boek al wil lezen, kan daarvoor bij mij terecht.”

Privé

Geboren Tieltenaar Eddie Verbeke (74) heeft twee dochters en vier kleinzonen en woont langs de Felix D’Hoopstraat.

Opleiding en loopbaan

Volgde oude humaniora aan het Tielts College, daarna handelswetenschappen en was 35 jaar lang gedelegeerd bestuurder bij Injextru Plastics in Tielt. Hij was ook tien jaar handelsrechter in Brugge.

Vrije tijd

Hij was een van de stichtende leden van Theater Malpertuis en was ook 50 jaar lid van de Heemkundige Kring De Roede in Tielt. Hij houdt van wandelen, fietsen, reizen en schrijven.

Cha-Tse-Ti 1904 door Eddie Verbeke, 144 blz., 20 euro, verkrijgen via eddie.verbeke@pandora.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier