Dries Boodts is waarnemend directeur het Maritiem Reddings- en Coördinatiecentrum

Dries Boodts,de nieuwe nummer één van het MRCC. © Peter Maenhoudt
Hannes Hosten

Dries Boodts (36) staat sinds oktober aan het hoofd van het Maritiem Reddings- en Coördinatiecentrum (MRCC). De master in de nautische wetenschappen is uit Waasmunster afkomstig, maar woont sinds een vijftal jaar met vrouw en twee kinderen in Oostende. Onder zijn leiding coördineert het MRCC alle reddingsacties op zee.

Het MRCC is gevestigd op het Maritiem Plein, in het gebouw waar vroeger de Kantine Vismijn was gevestigd. Op het dak bevindt zich een glazen verdieping van waaruit de reddingsoperaties worden geleid. Sinds 2009 stond de Oostendse Réjane Gyssens (55) aan het hoofd van het MRCC, maar in oktober stapte ze over naar Vlissingen, waar de afdeling Scheepvaartbegeleiding van de Vlaamse overheid ook een vestiging heeft. Dries Boodts, al sinds vijf jaar adjunct-directeur van het MRCC, volgde haar op. Hij is nu waarnemend directeur, in afwachting van een examen.

Verpleegkundige

“Voor mij kwam het vrij plots”, vertelt Dries Boodts. “Tot in maart loopt een overgangsperiode, waarin Réjane nog de leiding neemt als het rampenplan van kracht wordt. Met mijn vijf jaar dienst heb ik wel wat ervaring. Daarvoor werkte ik voor de Jan De Nul Group en heb ik zo overal ter wereld gevaren. Naar Siberië, naar Brazilië… Maar ik wou toch nog iets anders doen, iets wat meer in mijn interesseveld lag. Toen er een vacature kwam voor adjunct-directeur van het MRCC, deed ik mee en haalde het vlot.”

Bij een goede afloop is de ontlading bij ons even groot als op het terrein

“Na mijn middelbaar volgde ik een opleiding verpleegkunde, maar al tijdens mijn studies voelde ik dat ik dat niet mijn hele leven wou doen. Ik maakte de studie wel af, schaafde daarna volle bak mijn wiskunde bij en trok naar de Hogere Zeevaartschool in Antwerpen, waar ik een master in de nautische wetenschappen behaalde. Verpleegkunde en nautische wetenschappen, het zijn twee verschillende dingen. Al heeft mijn huidige job toch weer met hulpverlening te maken.”

Reddingsacties op zee

“Het MRCC coördineert de reddingsacties op zee. Niet alleen in de Belgische territoriale wateren, maar tot aan de Britse grens. Het is een gebied ongeveer zo groot als de provincie West-Vlaanderen”, zegt Dries. “Het gaat om scheepsrampen, ongevallen met watersporters… Ook de pleziervaart hoort tot onze verantwoordelijkheid. Vorige week nog coördineerden we de zoekactie naar transmigranten die vanuit De Panne in een bootje naar Engeland waren vertrokken.”

“Als wij een oproep krijgen, beslissen wij welke hulpmiddelen we inzetten. Dat is anders dan de dienst 100 op land. Die geeft de oproep door aan brandweer en politie, die dan zelf beslissen welke middelen ze uitsturen. Het MRCC daarentegen houdt de coördinatie in handen tot de betrokkene in veiligheid is. Wij hebben onze eigen twee reddingsboten van DAB Vloot ter beschikking, drie boten van de Vrijwillige Blankenbergse Zeereddingsdienst en twee schepen van de privéfirma Ship Support uit Nieuwpoort. Verder zijn er de NH90-helikopters van de luchtmachtbasis in Koksijde en twee patrouilleboten van de marine. Soms doen we ook een beroep op schepen die net in de buurt van het incident zijn.”

Totaalplaatje

“Wij hebben nu 14 mensen in dienst en er komt er binnenkort een vijftiende bij”, weet Dries. Er zijn altijd twee mensen van dienst en zij doen shifts van twaalf uur. “Er zijn elk jaar zo’n 450 incidenten, veel minder dan bij de dienst 100. Maar bij ons gaat het wel altijd over ernstige zaken. Daarnaast treedt zo’n 60 keer per jaar de afsprakenregeling in werking. Dan werken we samen met hulpdiensten aan land, zoals brandweer en politie. Dat gaat dan over vermisten of mensen die in het water terecht zijn gekomen.”

“Communicatie is een van de moeilijkste dingen. Het is niet altijd eenvoudig om elkaar goed te begrijpen in moeilijke omstandigheden. Een voordeel is dat wij zelf niet op een bewegend vaartuig zitten. Vanop een afstand kunnen wij beslissingen meer afgewogen nemen. Wij zien ook het totaalplaatje. Een vereiste is dat je ten allen tijde kalm blijft. Als het slecht afloopt, voel je dat ook aan onze mensen, ook al zitten we er niet met onze neus op. En bij een goede afloop is de ontlading even groot als bij de hulpverleners op het terrein”, besluit Dries.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier