Drenkelingen nemen afscheid van de Sea King: het icoon dat hun leven redde

Chef-duiker Filip Windels, Frank Deryckere, oud-duiker Walter Van Weymeersch en Marjan Steppe. "De Sea King is een prachtig toestel, maar alles staat of valt met de bemanning." © BP
Hannes Hosten

Donderdag neemt West-Vlaanderen afscheid van een icoon. Na 43 jaar en 3.309 reddingsmissies is de allerlaatste Sea King aan zijn allerlaatste vlucht toe. De legendarische helikopter redde in al die jaren 1.757 mensen. Hobbyduikers Frank Deryckere (60) uit Wevelgem en Marjan Steppe (41) uit Bissegem werden bijna 19 jaar geleden na zeven uur uit zee gehaald door ‘dat beest’. Ze keerden speciaal nog eens terug naar Koksijde voor een eresaluut. “We dragen de Sea King in ons hart.”

“Ik herinner het me als de dag van gisteren”, zegt Frank Deryckere. “Ik krijg kippenvel als ik er aan denk. Kijk maar, de haren op mijn armen komen recht.” Die zondag 22 juli 2000 was Frank met zijn zodiac Blue Thunder gaan duiken naar het scheepswrak Triffles, zo’n 40 km voor de kust van Nieuwpoort. Aan boord waren nog twee vrienden van de Menense Duikclub, Marjan Steppe (toen 22) en Joachim Cools (toen 21), en een schipper die met zijn zoontje op de boot zou passen.

“Toen we aan het einde van de duik wilden terugkeren naar de boot, vonden we door de slechte zichtbaarheid het ankertouw niet meer“, legt Frank uit. “We stuurden de trapboei naar boven, een soort opblaasbare fluo saucis om de aandacht te trekken. Maar de schipper zag die niet omdat hij bezig was met zijn zoontje, die zeeziek was geworden. Bovendien had iemand per ongeluk op een noodschakelaar geduwd, waardoor er geen elektriciteit meer was op de boot en hij ook geen noodoproep kon uitsturen via de radio. Daar sloeg echt de wet van Murphy toe.”

(Lees verder onder de video)

https://www.youtube.com/watch?v=qno-LKZYGhY

“Wij gingen dan maar zo naar boven, maar kwamen 400 meter achter de boot uit”, vervolgt Marjan. “We waren vertrokken met zonnecrème, maar na de middag kwam het slecht weer op. Er stond een sterke stroming en we konden geen contact maken met de boot. Wij kwamen rond 14.30 uur boven, maar pas om 17 uur kon een noodoproep, een mayday, worden uitgestuurd naar radio Oostende. In het begin zagen wij het nog positief in. Er komt wel een boot om ons te redden, dachten we.”

Drie kopjes

“We hadden ons intussen alle drie aan elkaar vast gemaakt, wat een heel verstandige beslissing is gebleken. Iets na 17 uur zagen we de Sea King, die slangenbewegingen maakte om ons te zoeken. Dat was een geruststelling. Maar het is niet omdat wij de helikopter zien, dat zij ons zien. Op een bepaald moment kwam het toestel recht op ons af, maar vloog dan toch weer weg. We panikeerden niet echt, maar realiseerden ons toch: Shit, het zou ook kunnen dat ze ons niet vinden. Drie kopjes op die immense zee… Zo evident is dat niet.”

Filip Windels (53) nickname Fluppe uit Lendelede, toen duiker en vandaag chef-duiker op de Luchtmachtbasis Koksijde, was die dag standby. “We werden gescrambled om 17 uur en vertrokken onmiddellijk met een eerste helikopter naar de Triffles”, weet hij nog. “We doken op het wrak, maar vonden niemand. Er werd een tweede Sea King gescrambled. Wij bleven ter plaatse, dat zijn de afspraken. Een hele tijd later hoorden we op de radio dat onze collega’s van het andere toestel de drenkelingen gevonden hadden.”

Een flits

In die andere Sea King was Walter Van Weymeersch (60) nickname Seabeast de duiker van dienst. Hij komt uit Sint-Amandsberg, woont in Oostduinkerke en is sinds 2009 met pensioen. “Wij volgden de procedure en zetten een zoekpatroon uit op basis van de wind, de stroming en het vermoedelijke tijdstip dat ze onder water waren gegaan”, legt hij uit. “Op een bepaald moment zagen we iets in het water liggen. Daar vlogen we naartoe, maar keerden terug toen we zagen dat het een boei was. Het was al na 21 uur toen onze boordmechanieker toch een flits zag. Dat bleek de duiklamp van Frank te zijn.”

We hadden in het water al tegen elkaar gezegd: het zal toch een schone begrafenis zijn

“We hadden al tegen elkaar gezegd: het zou toch een schone begrafenis zijn, met drie mensen van Menen”, zegt Frank. “Maar toen begon ik met mijn duiklamp te flitsen naar de Sea King. Dat is onze redding geweest. Joachim was intussen al in slaap aan het vallen. Het gevoel dat je hebt als die helikopter in volle vaart naar je toe vliegt… Onbeschrijfelijk. Je ziet dat beest boven je hangen, die draaiende schroeven en die zwarte rook… en dan komt plots die aap eruit. (wijst naar Walter) Dat gezicht zal ik nooit vergeten.”

Vetlaagje

Walter haalde ons één voor één naar boven aan het touw. Eerst Marjan. Ik was er nochtans slechter aan toe, want ik had maar een lichaamstemperatuur van 32 graden meer”, vertelt Frank. “Joachim had nog 33 graden en Marjan 35. Met die kerntemperatuur had ik maar een half uur meer te leven. Als Marjan een lichaamstemperatuur van 33 graden had gehad, dan was ze er niet meer. Het is mijn vetlaagje dat mij gered heeft.” “Eigenlijk wilden we eerst alleen Marjan meenemen”, grapt Walter. “De rest mocht blijven liggen.”

De Sea King bracht de drie duikers over naar het ziekenhuis in Veurne, waar ze een nachtje opwarmden en de volgende dag weer mochten vertrekken. “We werden nog drie uur ondervraagd door de scheepvaartpolitie, maar ze konden ons niets aanwrijven. Alles was in orde”, beklemtoont Frank. “Twee dagen later zijn we teruggekeerd naar de basis om onze duikspullen op te halen en met kartons champagne voor de volledige crew. De Sea King is een prachtig beest, maar alles staat of valt met de bemanning.”

Frank, Marjan en Joachim bleven altijd contact houden. Ze zijn nog alle drie lid van de Menense Duikclub, al duikt Frank de laatste tijd wat minder. “Maar het is een band die blijft”, aldus Marjan. “Joachim was toen mijn lief. Nu niet meer, maar we zijn nog altijd heel goede maten. En we bleven duiken. Een trauma hielden we er niet aan over. Ook omdat we nooit echt bang zijn geweest. Vorig jaar ging ik wel eens op zee duiken en zag plots het slechte weer opkomen. ‘Het is toch niet waar!’, dacht ik bij mezelf. Er blijft wel iets hangen.” “Die schok krijg je er nooit meer uit”, weet Walter uit ervaring. “Dat overlevingsmechanisme is in werking getreden en dat zal altijd blijven.”

Eeuwig dankbaar

Frank Deryckere bleef altijd contact houden met zijn redders op de Luchtmachtbasis Koksijde. “Dat is mijn karakter. Ze hebben ons gered, ik ben hen eeuwig dankbaar. En het klikte van meet af aan”, vertelt hij. “Nu is het al een tijdje geleden, maar vroeger kwam ik om de drie, vier maanden wel eens op bezoek. Ik moest ze weerzien en eens kunnen babbelen. Nog altijd stuur ik Walter elk jaar een nieuwjaarskaartje. En dit interview kwam op het goede moment: het was tijd om elkaar terug te zien.”

“Het is heel zeldzaam dat mensen contact houden na een redding“, zegt Walter Van Weymeersch. “Wij sturen daar ook niet op aan, want we hebben de tijd niet om al die mensen te ontvangen. Ik heb bijna 300 operationele zendingen op mijn palmares. Maar met Frank klikte het inderdaad. Of de redding bijzonder was? Het gebeurt ook dat onze zoekacties zonder resultaat blijven of dat we iemand dood terugvinden. Als we mensen levend uit het water kunnen halen, doet dat toch deugd. Deze actie liep helemaal zoals het moest.”

Geen helden

“Het afscheid van de Sea King, dat is het einde van een tijdperk“, aldus Walter. “We nemen afscheid van een heel betrouwbaar werkpaard. De Sea Kings zaten in stormen, kregen kloppen… Dat wil je niet weten.” “De Sea King is ons leven geweest”, mijmert Frank. “We dragen hem in ons hart. Deze mannen hebben ons leven gered. Maar dat ze helden zijn, dat zullen ze nooit zeggen.”

“Wij nemen berekende risico’s“, blijft Walter er nuchter bij. “We doen wat we moeten doen, punt, gedaan. De facteur die elke dag door de regen rijdt om mijn brieven in de bus te stoppen, dat is voor mij een held. Wij hadden misschien het geluk dat we genetisch de mogelijkheden kregen om deze taak uit te voeren. En boven alles moet je bezieling vinden in wat je doet.”

Herbeleef het afscheid van de Sea King met foto’s en filmpjes op www.kw.be/seaking.

“Zijn geluid zit in mijn onderbewuste”

Gerd Vanspringel uit Brugge werd 25 jaar geleden uit zee gered door de Sea King toen ze bij het zeilen uit de boot werd gespoeld. “De eerste jaren moest ik hem af en toe zien.”

Gerd Vanspringel (rechts) zocht na haar redding in 1994 vaak de Sea King op, zoals hier in de zomer van vorig jaar.
Gerd Vanspringel (rechts) zocht na haar redding in 1994 vaak de Sea King op, zoals hier in de zomer van vorig jaar.© GF

“Het was Paasmaandag, 4 april 1994“, vertelt Gerd. “Ik was 29 jaar en ging zeilen met de organisatie waar ik toen cursus volgde. We waren twee uur weg uit de havengeul van Oostende toen de lucht plots pikzwart werd. We keerden terug naar Oostende, maar door de hoge golven zag de schipper het niet zitten om daar binnen te varen. Hij zette koers naar Zeebrugge, maar daar was het één schuimende massa. Hij besloot door te varen naar Walcheren, waar we achter het schiereiland konden schuilen.”

“Maar ter hoogte van Heist gebeurde het. Een golf sloeg over de boot en spoelde me de zee in. De golven waren huizenhoog, maar ik draaide me om, zodat ik ze niet zag. De schipper lanceerde een mayday en ik had het geluk dat de Sea King net boven Wenduine vloog. Ik zag de helikopter komen en me zoeken. Dat was het meest verschrikkelijke moment: ik zag hen, maar zij zagen mij niet. Ik weet er maar flarden meer van, maar even later zag ik duiker Johan Dieleman voor me. Hij klikte mij vast en ik werd naar boven gehesen. Dat heeft alles samen een kwartier geduurd. Maar als ze nog hadden moeten opstijgen om me te redden, was het te laat geweest.”

Pralines

De crew van de Sea King zorgde heel goed voor me. Heel respectvol. Ze waren echt begaan met me, ook nadat ze me hadden afgezet aan het AZ Sint-Jan in Brugge. Daar moest ik een nacht blijven. Ik was serieus onderkoeld”, weet Gerd nog. “Enkele dagen later ging ik met een grote doos pralines naar de basis in Koksijde. Johan Dieleman was er en gaf mijn reddingsvest terug. ‘Rescued by heli’ schreef hij er op, met de namen van de hele bemanning.”

“Zeker nog twee jaar na mijn redding werd ik echt gedreven naar de Sea King. Ik, die totaal niet geïnteresseerd was in luchtvaart, voelde me verplicht om naar hun jaarlijkse airshow te gaan. Als ik de helikopter hoorde en niet zag, werd ik heel onrustig. Ik hoorde nog maar een grasmachine en begon al te zoeken in de lucht… Als ik de helikopter dan toch te zien kreeg, gaf me dat een zekere rust. Ik ging ook af en toe op bezoek op de basis. Dan was ik weer goed voor enkele weken.”

Opvolger

“Na het ongeval ben ik stilaan weer beginnen zeilen. Als ik de Sea King zag, riep ik hen op met de boordradio en ze kwamen dan een goede fles halen… Nu zoek ik hen niet meer op, maar nog altijd herken ik het geluid meteen. Dat geluid zit in mijn onderbewuste”, aldus Gerd, die vlakbij het AZ Sint-Jan woont en de Sea King dus regelmatig hoort en ziet. “Van de MUG-heli of de politiehelikopter kijk ik niet op. Maar de Sea King… Als ik hoor dat ze landen en me ook maar een beetje kan vrijmaken, neem ik mijn fiets en snel naar hen toe. En het is raar, maar ook met opvolger NH90 heb ik hetzelfde gevoel.”