Doris Klausing (79) voelt zich thuis in Oostende: “De geur van de zee zou ik niet kunnen missen”

Doris Klausing in het Leopoldpark. "Nu wonen mijn man en ik hier. Je ziet er de seizoenen veranderen." (foto WK)
Wim Kerkhof
Wim Kerkhof Medewerker KW

Auteur Doris Klausing (79) is geboren en getogen in Oostende. Haar interesse in de folklore, het rijke vissersleven en de zeeliederen kreeg ze mee van haar vader Jef, maar ze heeft ook oog voor de petite histoire. “’t Zijn de kleine, vergeten kantjes die een stad charme geven.”

Hoe zou je jouw band met Oostende omschrijven?

“Oostende zit in mijn DNA. Mijn overgrootvader was IJslandvaarder, de band gaat dus al vele generaties terug. Wat ik persoonlijk zo leuk vind aan Oostende, is dat de stad altijd zichzelf is gebleven. Misschien daardoor dat ze zo’n grote aantrekkingskracht heeft op mensen. Een Oostendenaar is van nature altijd recht voor de raap, da’s een eigenheid die we nooit verloren zijn.”

Wat is je mooiste jeugdherinnering aan de badstad?

“Als kind speelde ik dikwijls op het verdwenen strandhoofd aan Thermae Palace. Als het water zich terugtrok, krioelde het daar van ’t leven: garnaaltjes, anemoontjes karakoltjes,… Ik had veel vriendinnetjes die hier elke zomer op vakantie kwamen, en het strand was dan van ons. ’s Middags aten we op de kateie – een ander woord voor strandhoofd – onze boterhammetjes op. Later werd die kateie mijn lievelingsplekje om dingen te verwerken. Mijn voeten mochten nat worden, dat deerde mij niet. Het voelde dan precies alsof ik deel uitmaakte van die oneindige zee. Toen ik leerde zwemmen, voelde dat als een kleine overwinning. Een jaar of acht moet ik zijn geweest.”

“Op de Oosteroever staat Lange Nelle verkrampt tussen al die nieuwe gebouwen”

En je favoriete plek?

“De oude houten staketsels – twee open armen die zich uitstrekten in de richting van de zee – was nog zo’n plekje waar ik vroeger dikwijls tot rust kwam. Nu wonen mijn man en ik aan ’t Leopoldpark. Je ziet er de seizoenen veranderen. Er is een oud vissersliedje over ’t Leopoldpark, ooit opgetekend door mijn vader: Wilde gij van de frisse lucht genieten, ga dan naar het park van Leopold. Niet verschieten want al de banksjes zitten vol, met Ostendsche visserinnen...” (lacht)

Welke lokale horecazaak raad je iedereen aan?

“Lizette & Lucien, in de Madridstraat. Na de gasexplosie herrezen uit de assen, als een feniks. Er werken allemaal mensen met een beperking en dat vind ik mooi. Ze grijpen die kans ook met beide handen aan. En, last but not least: je krijgt er waar voor je geld. De quiches bij Lizette & Lucien zijn om U tegen te zeggen.”

En om te shoppen?

“Ik spendeer graag tijd in boekenwinkels, maar mis er soms een leeshoekje. Een boekhandel moet prikkelen, moet uitnodigen om je neer te zetten en in de boeken te snuisteren.”

Wat is er het meest veranderd in Oostende sinds je jeugd?

“Oosteroever is natuurlijk enorm veranderd en daar heb ik wel wat moeite mee omdat het vroegere vissersleven er teloorging. De ziel is weg, de Lange Nelle staat er verkrampt tussen al die nieuwe gebouwen. Het is ‘mijn’ Oostende niet meer.”

Wat zou je graag anders zien?

“Ik vind dat er in Oostende wel wat meer aandacht naar kansarmoede zou mogen gaan. Onze stad is een eindstation, maar veel mensen lopen er verloren. Ook de toegankelijkheid van het strand zou beter kunnen. Ik vind Oostende tout court eigenlijk onvoldoende inclusief. Loop daar maar eens met een rollator door de stad.”

Als je één ding mocht realiseren voor Oostende, wat zou dat dan zijn?

“De meeste mensen die vandaag door de stad wandelen, beseffen niet welk rijk verleden Oostende heeft. Ensor en Spilliaert, Napoleon, de aartshertogen Albrecht en Isabella: allemaal hebben ze hier rondgelopen. Daarom pleit ik ervoor om, uit respect voor ’t verleden, wat duiding te geven in het straatbeeld: ‘in die straat leefde en werkte…’. Wist je bijvoorbeeld dat de Louisastraat ooit ’t Apestraatje heette? Vroeger had je daar ook een café genaamd ‘In den aap’. De geschiedenis over het Beleg van Oostende of de waterellende van 1953 zijn genoegzaam bekend, maar ’t zijn vooral die kleine vergeten kantjes die een stad charme geven.”

Welke persoon of vereniging verdient volgens jou meer erkenning?

“De organisaties die in stilte werken rond cultuur, jeugd, armoede… Die verdienen voor mij een standbeeld. Mu-zee-um, bijvoorbeeld. Volgend jaar bestaan ze 25 jaar.”

Zou je hier willen oud worden?

“Ja, want ergens anders zie ik mezelf simpelweg niet aarden. Ik zou de geur en het klotsen van de zee geen dag kunnen missen. Als ik er niet meer ben, mogen ze hier mijn assen uitstrooien.” (WK)

Wie is Doris Klausing?

Geboren op 8 januari 1946 in Oostende, 61 jaar getrouwd met Giedo Vanhoecke. Moeder van vijf kinderen, zeventien kleinkinderen en twee achterkleinkinderen.

Na haar loopbaan als zelfstandige, werd ze schrijfster en vertelster van poëzie, kortverhalen, artikels, columns en vijf boeken over de visserij en de Oostendse geschiedenis. Een nieuw project over een Oostendse historische periode is momenteel in wording. Ze steunt, samen met Giedo, de projecten van de kinderen op het vlak van natuurbehoud, sociale, educatieve, artistieke en filantropische engagementen.

Haar grootste bekommernis: milieu, vrede, behoud van een leefbaar Oostende met aandacht voor het verleden.

Partner Expertise