Dominique Viaene: “Kortrijk was vroeger de stad van de patisserieën”

Kurt Vandemaele
Kurt Vandemaele Reporter

Kurt Vandemaele trekt door de straten van Kortrijk en stelt aan de voorbijgangers één vraag: “wie ziej gie?”. Een vraag die velen onder ons zo vaak zouden willen stellen. De antwoorden krijg je hier te zien in de videoreeks ‘De Kortrijkzaan’. Leer de mensen uit je buurt kennen. Maak kennis met Dominique. De vrouw die in Kortrijk verantwoordelijk is voor jumelages en stedenbanden.

Dominique Viaene staat net een groep jonge mensen toe te spreken op de markt van Kortrijk, maar tussendoor wil ze ons gerust verklappen wie ze is. “Ik ben Dominique Viaene,” zegt ze. “En ik werk voor de stad, ik ben er verantwoordelijk voor jumelages en stedenbanden. En zoals je ziet ben ik hier met een groep jongeren van Greenville.”

Dat zie ik niet. Ik zie dat ze met jongeren is die niet van langs hier zijn. Ze spreekt er Engels tegen. Geen toeval zo blijkt. “Dat is een zusterstad van Kortrijk. Een stad van ongeveer dezelfde grootte. Greenville ligt in de Amerikaanse staat Zuid-Carolina en heeft 70.000. inwoners. Iets minder dus dan Kortrijk, dat er 76.000. telt.”

Dominique Viaene weet intussen hoe ze het verhaal van Kortrijk moet zien te verpakken. “Ik zeg altijd dat Kortrijk een stedelijk dorp is. Een dorp waar iedereen elkaar kent. En tegelijk is het stedelijk gebied, omdat hier veel stedelijke ontwikkelingen plaatsvinden.”

Ze wil de jongeren oud en nieuw Kortrijk tonen. Laten zien dat het een stad in volle transitie is. “We willen tonen hoe Kortrijk van een klassieke stad, de stad van de patisserieën, geëvolueerd is tot een moderne stad waar van alles te beleven is.”

Dominique heeft in Kortrijk veel contact met buitenlanders, maar zelf trekt ze er ook graag op uit. Het voorbije jaar was ze onder meer in Oeganda en Iran, vertelt ze. “Ja, ik ben een fervent reiziger. Ik kom voor de stad wel vaker in het buitenland, ben ook in Greenville geweest. En privé ben ik onder meer in Zuid-Afrika, Indonesië en de Filipijnen geweest, maar ik zou ook dolgraag eens in Indië geraken. Hopen dus maar dat de gezondheid goed blijft, dan kan ik er nog vaak op uittrekken.”