Dolfinarium mag eindelijk weer publiek ontvangen: “Neen, de dolfijnen hebben geen last van coronakilo’s”

© Olaf Verhaeghe
© Olaf Verhaeghe
Olaf Verhaeghe

De winterpauze was langer dan verwacht en vooral veel langer dan gehoopt. Maar kijk: vanaf woensdag 9 juni is publiek opnieuw toegelaten in het Dolfinarium van Boudewijn Seapark in Brugge. Voor hoofdverzorger Sander van der Heul, al 18 jaar de drijvende kracht achter de dolfijnen, is de heropstart extra spannend. “Een nieuwe voorstelling doet je altijd wat tintelen, maar dit keer wordt het heel speciaal.”

Het is erg rustig in en rond het Boudewijn Seapark wanneer marketing manager Geertrui Quaghebeur de poort van het park opentrekt. In de voormalige ijspiste iets verderop worden dan wel en masse vaccins toegediend, maar het pretpark is deze donderdagmiddag niet open voor het grote publiek. Vanaf woensdag 9 juni wordt het hier ongetwijfeld een pak drukker nu de belangrijkste attractie van het waterpretpark opnieuw de deuren mag openen. Want hoe je het ook draait of keert: het Dolfinarium is en blijft de belangrijkste troef.

“Wanneer zijn we moeten sluiten? Eind oktober, hé. We zijn blij dat we op 8 mei het buitenpark al opnieuw konden openen, maar je voelt toch aan de mensen die komen dat ze op onze dolfijnen wachten”, vertelt Geertrui terwijl ze ons meeneemt achter de schermen van het Dolfinarium. “We zijn heel, heel blij dat het opnieuw kan. Eindelijk!”

Beetje spektakel

Sander van der Heul, geboren Nederlander maar vooral hoofdverzorger van de Brugse dolfijnen, komt ons intussen breedlachend tegemoet. Al 18 jaar werkt en leeft hij met, tussen en vooral voor de dieren. Er is niemand die Puck, met haar 55 jaar de oudste dolfijn in een Europees of Noord-Amerikaans dierenpark, en de zes andere dolfijnen in het Dolfinarium beter kent dan hij. “Het was lang”, glimlacht hij. “Te lang zonder publiek. Ik denk dat ik voor het hele team spreek als ik zeg dat we staan te popelen om opnieuw de reacties op de gezichten van de kinderen te zien.”

 © Olaf Verhaeghe
© Olaf Verhaeghe

Stilgezeten hebben de dieren en hun verzorgers de voorbije maanden absoluut niet. Integendeel zelfs. Met Echomaris – Latijn voor de echo van de zee – lanceert Boudewijn Seapark straks een gloednieuwe voorstelling. “We waren eigenlijk al langer op zoek om ons verhaal als dierentuin beter te kunnen overbrengen”, vertelt Geertrui. “Mensen willen uiteraard ook een beetje spektakel zien, maar het is onze taak om ervoor te zorgen dat wie hier komt kijken, er ook daadwerkelijk iets van opsteekt.”

Op een 320 vierkante meter groot videoscherm – gloednieuw en het tweede grootste van het land – worden tijdens de nieuwe voorstelling continu beelden van dolfijnen in de natuur geprojecteerd. “Wat wij doen, is geen show opvoeren”, benadrukt Sander. “En onze dieren doen geen trucjes . Wat we laten zien, is natuurlijk gedrag, dingen die dolfijnen in het wild ook doen. We tonen op de videowall hoe ze in de natuur jagen bijvoorbeeld, waarna de dieren hier hetzelfde tonen.”

Blijven trainen

Maar het gaat ook een pak verder. “Je kan onmogelijk ontkennen dat we wereldwijd met grote problemen kampen: de plasticsoep in de oceanen, de vervuiling, de klimaatopwarming en het immense verlies aan biodiversiteit”, aldus Sander nog. “Dat zijn moeilijke begrippen om uit te leggen aan ons doelpubliek, kinderen van gemiddeld tien jaar oud, maar het is wel belangrijk om daar de aandacht op te vestigen. Door toedoen van de mens verliezen we heel veel soorten in de natuur. Dat bewustzijn moet groeien willen we de toekomst van onze natuur redden.”

Hoofdverzorger Sander van der Heul: “Wat de dolfijnen doen, is geen show opvoeren. Het gaat om natuurlijk gedrag die ze ook in het wild vertonen.”© Olaf Verhaeghe
Hoofdverzorger Sander van der Heul: “Wat de dolfijnen doen, is geen show opvoeren. Het gaat om natuurlijk gedrag die ze ook in het wild vertonen.”© Olaf Verhaeghe

Terwijl Sander en Geertrui me verder meenemen door de lege en hier en daar afgespannen tribunes van het Dolfinarium, is verzorger Joran druk in de weer met een van de dolfijnen. “Eigenlijk is er voor hen de voorbije maanden niet zo heel veel veranderd”, wijst Sander naar het grote bassin. “Elke dag zijn er tussen de zes à tien activiteiten per dag voor onze dolfijnen. Of dat nu in de vorm van een training of een echte voorstelling is, maakt voor de dieren niet zoveel uit. Voor hen is het belangrijk dat de vaste verzorgers er elke dag zijn. Wij zijn dus gewoon blijven doorgaan, blijven trainen. Van coronakilo’s zullen onze dolfijnen zeker geen last hebben, neen.” (lacht)

We staan te popelen om opnieuw de reacties op de gezichten van de kinderen te zien Sander van der Heul, hoofdverzorger Dolfinarium Boudewijn Seapark

Toch wordt het vanaf 9 juni ook voor de dolfijnen weer even wennen. Zij merken de aanwezigheid van het publiek wel degelijk op, zo geeft Sander aan. Vanaf woensdag mogen opnieuw 200 toeschouwers plaatsnemen in het Dolfinarium, slechts een achtste van de totale capaciteit. “Je zal hier de eerste weken nog wel een beetje verloren lopen, maar uiteraard houden wij ons aan dat maximum”, aldus Geertrui nog. “We beperken ook het aantal toegangsticketjes in het hele park tot 1.200 zodat iedereen die komt, de kans ook krijgt om een van de zes voorstellingen mee te pikken.”

“Als die eerste bezoekers hier straks weer binnenwandelen, zal je zien dat de dolfijnen erg geïnteresseerd zullen kijken”, zegt Sander. “Of ze het gemist hebben? Gemist is een groot woord. Het is niet zo dat ze nu minder actief of neerslachtig zijn zonder publiek. Maar de variatie is wel een belangrijke. Het is toch ergens wat spannend. Een nieuwe voorstelling doet je altijd tintelen, maar dit keer wordt het heel speciaal. Ook voor mij. Ik zal alvast mijn horloge opnieuw goed moeten zetten om elke keer stipt op tijd te beginnen.” (lacht)

 © Olaf Verhaeghe
© Olaf Verhaeghe

Zeeleeuwpups

Financieel waren de voorbije maanden voor Boudewijn Seapark bijzonder zwaar. De kosten qua voeding en verzorging voor de dolfijnen en de andere dieren in het park bleven ondanks alles wel doorlopen. “Wij zijn tijdens de winter met vier verzorgers per dag blijven werken. In de zomer loopt dat op naar zeven personen per dag”, aldus Sander. “Het welzijn van onze dieren is voor ons uiteraard het belangrijkste, vandaar dat we ook met zoveel mensen aan de slag gebleven zijn. Dat vraagt een forse inspanning, tot 25.000 euro per maand voor het Dolfinarium alleen al.”

Dat iedereen in het Dolfinarium meer dan verlangend uitkijkt naar woensdag 9 juni, hoeft dus niet gezegd. De zeeleeuwen en zeehonden in het buitenpark konden sinds de heropening op 8 mei al weer wat wennen aan het publiek. “De eerste dagen zag je ook die dieren wat vreemd opkijken”, glimlacht Geertrui. “Alsof ze zich afvroegen wat al die mensen in hún park kwamen doen. Heel nieuwsgierig. Zeker de twee nieuwe zeeleeuwpups. Zij zijn in de zomer van 2020 geboren en zaten samen met de mama een tijdlang in afzondering. Voor 8 mei hadden die kleintjes dus nog nooit publiek gezien. Al dat volk was voor hen heel bijzonder. We hopen dat zij straks nog veel meer nieuwe gezichten kunnen leren kennen.”

 © Olaf Verhaeghe
© Olaf Verhaeghe

binnenpret