Dochter Charlotte volgt moeder Anita op: “Wij doen veel meer dan enkel verplegen”

Thuisverpleegster Anita Vandenberghe geeft de fakkel door aan haar dochter, Charlotte Gardin. © WVH
Wouter Verheecke
Wouter Verheecke Medewerker KW

Anita Vandenberghe (62) en haar dochter Charlotte Gardin (36) zijn twee handen op één buik. Allebei zijn ze erg behulpzaam, sociaal en gedreven, waardoor ze dan ook de werkvloer delen als thuisverpleegsters. Na een carrière van meer dan 40 jaar gaat Anita nu evenwel met pensioen, maar met Charlotte heeft ze haar gedroomde opvolgster klaarstaan in de groepspraktijk ‘Furnacare’. “Wij hebben dezelfde kwaliteiten én gebreken.”

Hoe kregen jullie destijds de verpleegmicrobe te pakken?

Anita: “Ik heb mijn zorgkarakter niet zozeer van mijn ouders geërfd, maar toch wist ik als kind al dat ik dit graag wou doen. Als 21-jarige studeerde ik dus af als verpleegster, waarna ik eerst 33 jaar lang in woonzorgcentrum Ter Linden aan de slag was. Daar heb ik altijd graag gewerkt, maar toen ik daarna als zelfstandige thuisverpleegster begon, ging er een nieuwe wereld voor mij open. Zo had ik nog meer sociaal contact, en dat in de verschillende lagen van de bevolking. Als thuisverpleegster kom je immers zowel bij welgestelde als bij minder bedeelde patiënten langs, die niet naar een rust- of ziekenhuis willen of kunnen.”

Charlotte: “Bij mij zit het duidelijk wél in de genen. Nochtans was ik als kind bang van bloed en trok ik in het middelbaar naar de hotelschool. Ik besliste dus vreemd genoeg pas op latere leeftijd dat ik ook verpleegster wou worden, al was mijn studiekeuze uiteindelijk zeker even bewust. Ik was eerst als anesthesieverpleegkundige actief in AZ West en startte daarna in bijberoep als thuisverpleegkundige. Sinds twee jaar werk ik nu fulltime met mijn moeder in onze praktijk ‘Furnacare’, samen met nog drie andere vrouwen die net zo gedreven zijn als wij. We vullen elkaar ook goed aan, met elk onze specialiteiten. Palliatieve zorg is bijvoorbeeld helemaal ons ding, omdat we daar veel voldoening uit halen.”

De ‘witte woede’ is momenteel weer heel actueel. Waarom is dit toch een droomjob voor jullie?

Charlotte: “Ik vind persoonlijk niet dat wij te weinig waardering krijgen. We hebben het gevoel dat we de noden kunnen inlossen en dus echt hulp kunnen bieden. Dat wordt zeker geapprecieerd door de patiënten en hun familie. Of we voldoende verdienen, is een andere vraag. We zijn 24/7 bereikbaar. Ons eerste huisbezoek start om 6.15 uur en dikwijls zijn we pas na 19 uur weer thuis, na gemiddeld veertig bezoeken per dag. Wij worden daarbij betaald door de mutualiteiten. Feit is dat er al veel zelfstandigen gestart zijn, maar dat er ook al veel gestopt zijn. Als je bekijkt wat je ervoor opoffert en uitrekent wat je er uiteindelijk aan overhoudt, denk je inderdaad wel eens: ‘Waarom doe ik dit allemaal?’.”

Anita: “Daar mag je echter niet bij stilstaan. De werkdruk is hoog, maar wij weigeren allebei om ‘binnen en weer buiten’ te gaan. We vinden het dus belangrijk om even tijd te maken voor een koffie en een babbel, omdat wij voor velen vrijwel de enigen zijn die ze nog te zien krijgen. Daarom doen we zelfs dikwijls boodschappen of de was voor hen. Er is overigens ook veel armoede en schroom daarrond, waardoor financiële steun uitblijft. Wij zijn dus niet alleen verpleegsters, maar ook psychologen, maatschappelijk assistenten en soms zelfs elektriciens. We houden evenwel van het sociaal contact, het zelfstandig werken en de grote verantwoordelijkheid van onze belangrijke job.”

Wat heb je in al die jaren zien veranderen?

Anita: “Er werd vroeger wel eens op ons neergekeken, maar ik denk niet dat wij nu nog moeten onderdoen voor operatieverpleegkundigen. De vergrijzing zet zich door, maar de woonzorgcentra liggen vol of zijn onbetaalbaar, en in de ziekenhuizen worden de ligdagen beperkt. Er zijn dan ook steeds meer thuisverplegers nodig en die evolutie zie ik niet meer omkeren. Dat maakt dat ons takenpakket tegenwoordig veel uitgebreider is dan alleen maar wassen en prikken: intraveneuze antibiotica, grote wondzorgen, pijnpompen komen er ook bij kijken. De zorg wordt dus alsmaar technischer.”

Charlotte: “Gelukkig zijn er nu ook de moderne tools om het overzicht te kunnen bewaren. Wij hebben een maandelijkse praktijkmeeting, maar we staan dagelijks met elkaar in contact via een speciale WhatsApp-groep voor verpleegkundigen, waarmee we de privacy van de patiënten kunnen garanderen.”

Wat verandert er voor jullie op 1 juli?

Charlotte: “Door mama’s pensioen verliest Groot-Veurne een topverpleegster, maar er komt een jonge kracht haar vervangen in onze praktijk. Ikzelf zal mijn uiterste best doen om haar goeie zorgen voort te zetten, naast al het dagelijkse papierwerk. Mama heeft voor heel veel mensen iets betekend en was een geliefde persoon in de streek. Ze mag daar terecht heel fier op zijn. Ze kan echter geen ‘neen’ zeggen en vergeet soms om voor zichzelf te zorgen, waardoor er wel eens geprofiteerd wordt van haar goedheid. Ik merk evenwel dat ik in hetzelfde bedje ziek ben.”

Anita: “Mijn partner is in ieder geval tevreden dat ik het nu wat rustiger aan kan doen. We hebben al een emotionele afscheidsdrink achter de rug met het ‘Furnacare’-team, maar ik zal nog wel wat tijd nodig hebben om mij aan deze nieuwe situatie aan te passen. Sowieso blijf ik voort ‘zorgen’. Ik ben van plan om op vrijwillige basis bij te springen in de praktijk wanneer dat nodig is, ik wil nu meer tijd doorbrengen met mijn zeven kleinkinderen en ik prijs me gelukkig dat mijn 94-jarige moeder nog leeft.”