Dirk en Tomas Termote, specialisten in scheepswrakken: “Nog veel te ontdekken in onze Noordzee”

Vader en zoon Dirk en Tomas Termote.©Davy Coghe Davy Coghe
Vader en zoon Dirk en Tomas Termote.©Davy Coghe Davy Coghe
Hannes Hosten

Al jaren zijn ze dé specialisten als het gaat over scheepswrakken op de bodem van de Noordzee. Tom Waes en zijn reis door West-Vlaanderen bracht hun pionierswerk nog maar eens boven water. Maar het is onder water dat het rijk van vader Dirk (82) en zoon Tomas (45) Termote zich bevindt. “Niet zichtbaar, moeilijk bereikbaar en dus mysterieus”, zeggen ze zelf.

In het programma ‘Reizen Waes’ op zondagavond zagen we hoe Tomas samen met Tom Waes dook naar een nog niet geïdentificeerde Duitse onderzeeër in de Belgische wateren. Het lukte niet om de UB III-duikboot uit de Eerste Wereldoorlog te identificeren, maar het leverde wel spectaculaire beelden op. Vader Dirk, met wie het allemaal begon, stond intussen aan het roer van de boot.

Met jou is het allemaal begonnen. Hoe ging dat?

Dirk: “Eind jaren 60 begon ik als hobby met vrienden naar wrakken te duiken. Ik was altijd geïnteresseerd in de zee en veel familieleden werkten op zee, in de visserij of op de maalboten . Maar de middelen waren veel primitiever dan nu. Er was nog weinig in kaart gebracht. We werkten met info die we van de vissers kregen. Een gps bestond ook nog niet. We baseerden ons op punten die we zagen aan land.”

Je grootste ontdekking was de U-11, ook een Duitse onderzeeër, die in 1914 met man en muis verging. Hoe ging dat?

Dirk: “Heel toevallig. We keerden terug van een duik en merkten op de hoogtemeter, op zes mijl van Oostende, opeens een piek. We doken en het bleek de U-11 te zijn. Totaal onverwacht, want volgens de toen beschikbare informatie was die duikboot geraakt door een mijn en gezonken voor de kust van Dover.”

“In 15-tal jaar wordt ons kleine stukje Noordzee volgebouwd”

Tomas, jij trad van kleins af in vaders voetsporen.

Tomas: “Ik was acht toen ik voor de eerste keer mee mocht aan boord. Op mijn 14de dook ik voor de eerste keer naar een Duitse kanoneerboot. Vanaf dan was ik verkocht. Mijn interesse was zo groot dat ik archeologie studeerde en daarna de specialisatie onderwaterarcheologie in Groot-Brittannië. Een gewone kantoorjob is niets voor mij. Ik dook naar scheepswrakken in Haïti, Panama en Mozambique en naar de Belgica, het legendarische onderzoeksschip waarmee Adrien de Gerlache naar de Zuidpool voer. Het werd in 1940 tot zinken gebracht voor de Noorse kust en zou nu uit elkaar zijn gevallen.”

Voor de Belgische kust ontdekte je in 2017, net als je vader, een Duitse onderzeeër, de UB-29.

Tomas: “Ook die stond vermeld als gezonken in Britse wateren. Op de locatie waar wij hem vonden, was al eerder het wrak van een landingsvaartuig gelokaliseerd. Maar op de meest recente scans zag het er uit als een sigaar. We vermoedden dat het een duikboot was, maar het wrak lag op een van de drukste vaarroutes voor onze kust. De gouverneur gaf ons toestemming om er te duiken en zo ontdekten we de Duitse onderzeeër. Zo herschreven we de geschiedenis.”

Duik jij ook nog, Dirk?

Dirk: “Nu niet meer, maar ik dook nog toen ik al de 70 voorbij was. Maar met ouder worden gaat het doorwegen. Als schipper van onze boot help ik nu Tomas bij het zoeken naar de locatie. Tijdens de duik kijk ik uit voor de veiligheid. De radio volgen, kijken of er andere schepen afkomen…”

Wie zijn Dirk en Tomas Termote?

Privé

Dirk (82) Termote werd geboren in Oostende en woont sinds zo’n 20 jaar in Bredene. Getrouwd, één zoon: Tomas (45). Die woont ook in Bredene.

Loopbaan

Dirk werkte op koopvaardijschepen en was jaren hotelier in Oostende, Tomas studeerde archeologie en onderwaterarcheologie, werkt als duiker en antiquair met als specialisatie Japan.

Vrije tijd

Duiken naar scheepswrakken in binnen- en buitenland. Dirk nu als schipper, Tomas als duiker. Tomas schreef diverse boeken, waaronder ‘Schatten en scheepswrakken’, de encyclopedie van de Belgische scheepswrakken.

Veel gedoken in coronatijden?

Tomas: “Zeker. Het is een van de weinige dingen die wel mocht. Anders doen we 50 tot 80 duiken per jaar, vorig jaar waren het er 120. Allemaal in onze vrije tijd. Ik ben ook bezig aan drie boeken over scheepswrakken in het zuidelijke deel van de Noordzee. Ik hoop ze in 2022 uit te brengen. Terreinwerk heb ik veel kunnen doen, maar ik moet ook nog wat reizen doen, op zoek naar informatie. Dat is niet evident nu.”

Er zijn nu een 300-tal wrakken in de Belgische wateren bekend. Zijn er nog veel meer?

Tomas: “Nog honderden. De wrakken waar wij naar doken en die ik heb beschreven, zijn hoofdzakelijk 19de- en 20 ste-eeuws. Er moeten er nog veel meer zijn, ook oudere schepen, maar dan onder het zand. Ze zijn niet zichtbaar, maar mogelijk wel goed bewaard omdat er geen zuurstof aan kan. Natuurlijk is er ook heel veel vernietigd, door havenuitbreidingen, de aanleg van windmolenparken, kabelverbindingen…”

Hoe kijken jullie naar de plannen voor een extra windmolenzone voor de Westkust?

Dirk: “We hebben maar een klein stukje Noordzee en dat wordt nu volgezet. Ik denk ook aan de mosselboerderij voor de kust van Nieuwpoort. De windmolenzone, daar mag je niet in. Je moet er rond varen. Er moeten regels zijn op zee, maar nu zijn er wel heel veel reglementen en verboden.”

Tomas: “Wij hebben er geen keuze over. Maar het wringt een beetje. Het gaat om energievoorziening, maar je boet er een prachtig stuk natuur voor in. Het gaat ook heel snel. In 10, 15 jaar is het Belgisch stuk van de Noordzee totaal volgebouwd. De zee is zo’n mooie plek. Als ze dat nog afpakken, wat blijft er dan nog over? Maar wij kunnen er alleen maar eens over grommen.”