Directrice Sofie Vantomme van ‘Ooit Vrij’ op VIER: “Een gevangenis mag geen vergeetput zijn”

Sofie Vantomme: "Ik ben niet snel bang als ze eens roepen of vloeken. En dat zijn ook de uitzonderingen. De overgrote meerderheid van de contacten verlopen gemoedelijk." © Davy Coghe
Laurens Kindt

Zowat elke week zien we in ‘Ooit Vrij’ op Vier hoe gevangenisdirectrice Sofie Vantomme (35) in haar bureau beslist over het lot van één van de driehonderd gevangenen in haar afdeling van de gevangenis in Brugge. Soms meelevend, maar ook soms keihard als het moet. “Ik ben niet snel bang als ze eens roepen of vloeken. Gevangenen moeten kansen en verantwoordelijkheden krijgen als ze dat aankunnen. Want ooit kunnen ze naast je komen wonen”, klinkt het.

“Als ik die verlies, zit ik serieus in de puree.” Sofie Vantomme wijst naar haar dikke sleutelbos als ze weer maar eens een deur achter zich sluit terwijl ze ons rondleidt in het doolhof dat de Brugse gevangenis is. “De meeste gevangenissen zijn in stervorm gebouwd, zodat je vanop een centraal punt zicht hebt op alle gangen. Hier heeft men het concept van een ziekenhuisgebouw als basis genomen. Daarom zijn de gangen ook zo breed, omdat je er met een ambulance zou kunnen inrijden. Wat nog nooit gebeurd is. Het is de enige gevangenis in België die zo gebouwd is. En terecht”, zegt ze.

Als je kinderen hoort dromen over welk beroep ze later zullen uitoefenen, zit ‘gevangenisdirecteur’ daar nooit bij. Hoe bent u op deze stoel beland?

“Ik ben begonnen als herstelconsulent in 2007 in de gevangenis van Ieper. Dat was mijn droomjob. Op een bepaald moment heeft men beslist om van het thema ‘herstel’ een van de bevoegdheden van de directie te maken. Toen moest ik kiezen: directeur worden of ander werk zoeken. Dan ben ik directeur geworden in Ieper, erna ben ik naar Brugge gekomen. Dat was wel even wennen omdat in Ieper geen veroordeelde gedetineerden zitten, alleen maar mensen in voorhechtenis. Die zijn meer gericht op ‘buiten’, terwijl gestraften meer bezig zijn met hun leven in de gevangenis omdat ze beseffen dat ze hier een lange tijd zullen moeten doorbrengen.”

Op tv zien we hoe u er niet voor terugdeinst om zware criminelen de mantel uit te vegen. Bent u nooit bang?

“Goh, wat is bang? Ik loop vrijelijk door de gangen, ik organiseer een taartbakwedstrijd tussen de gevangenen, dus niet meteen. Ik ben nog nooit slachtoffer geweest van fysieke agressie, collega’s van mij wel. Eén keer had ik wel echt angst. Ik was toen zes maanden zwanger en zat alleen in mijn bureau met een gedetineerde die plots heel kwaad werd en over mijn bureau kwam hangen. Toen was ik bang voor mijn ongeboren kind. Ik besefte toen dat die gedetineerde ook doorhad dat ik bang was. Ik zei toen tegen mezelf dat, als ik dat gevoel ooit nog eens zou hebben, ik mijn werk niet meer zou kunnen doen. Zolang je de controle houdt in spannende situaties, is dat ok. Ik ben niet snel onder de indruk als ze eens roepen of vloeken. En dat zijn ook de uitzonderingen. De overgrote meerderheid van de contacten verlopen gemoedelijk.”

(Lees verder onder de video)

Bij veel veroordeelden is terug vrijkomen vaak een verhaal van vallen en opstaan. Een mens zou er moedeloos van worden.

“Dat is zo bij veel mensen die met langgestraften werken. ‘Is hij daar nu weer?’, is een zin die ik vaak hoor. Maar we zien natuurlijk alleen maar degenen die terugkeren. Zij die het goed doen na hun verblijf in de gevangenis zien of horen we niet meer. ‘Kijk eens in je kast en tel eens de dossiers die je niet meer opnieuw moest bovenhalen’, zeg ik dan altijd. Soms moeten we onszelf daar eens aan herinneren. Let op, soms vinden we het wel jammer als we iemand terugzien. Maar zo werkt het systeem. Wie zijn voorwaarden niet volgt, komt terug binnen. Dat is niet altijd negatief. Soms verliest iemand die net vrijgekomen is zijn werk zonder dat hij daar iets kan aan doen en belandt hij weer in de gevangenis. Hier moet hij dan opnieuw via uitgaansvergunningen gaan solliciteren tot hij een job heeft en weer aan zijn voorwaarden voldoet.”

Als je dit werk mee naar huis neemt, hou je het niet vol. Of ik ‘s avonds iets doe om mijn zinnen te verzetten? Niet echt. Te vaak val ik in mijn zetel in slaap.

Hoe dicht komt u bij de gevangenen? Zijn er mensen die u na hun vrijlating nog ontmoet?

“Neen, in principe niet. Al zou ik het graag anders zien. Ik zou graag hebben dat mensen die het een jaar goed doen ‘buiten’ eens terug naar hier zouden komen om een koffie te komen drinken en hun verhaal te vertellen. Zo horen de mensen die nog binnen zitten dat het effectief kan en waar de moeilijkheden zitten. Een soort van ervaringsdeskundigen dus.”

Hebt u het al meegemaakt dat iemand die u privé kent in de gevangenis belandt?

“Iemand die ik persoonlijk ken niet, neen, maar ik heb het wel al meegemaakt dat ik de slachtoffers kende. Dan spreek ik met mijn collega’s af dat zij dat dossier overnemen. Die afstand moet je bewaren als er bepaalde emoties in het spel zitten. Ik heb wel één keer de naam van mijn vader op een dossier zien staan. Ik kwam op de griffie, zag zijn naam staan en schrok me rot. Maar het was gelukkig een andere mens met dezelfde naam.” (lacht)

Sofie Vantomme:
Sofie Vantomme: “Ik heb één keer de naam van mijn vader op een dossier zien staan. Ik schrok me rot. Maar het was gelukkig een andere mens met dezelfde naam.” (lacht)© Davy Coghe

De Belgische staat heeft een proces aan zijn been omdat in de gevangenis van Sint-Gillis ratten zouden zitten. Het grote publiek reageert dat de gevangenis nu eenmaal geen vijfsterrenhotel is.

“Over een lopende klacht kan ik me niet uitspreken. De gevangenis moet geen vijfsterrenhotel zijn en de Brusselse gevangenissen zijn sterk verouderd waardoor ook ongediertebestrijding nodig kan zijn. De straf is het feit dat je onttrokken wordt aan de maatschappij en niet meer vrij bent. Mensen kunnen zich niet voorstellen hoe ingrijpend dat is. Terwijl het iedereen kan overkomen. Stel: je gaat naar een feestje, drinkt een aperitief en twee glazen wijn. Op weg naar huis rijd je een fietser aan en die overlijdt. De kans is groot dat je opgesloten zal worden. Je moet het uitleggen aan je familie, je kinderen, je werkgever. Je vliegt hier in een cel met een paar anderen, je hebt geen geld. Dan denk ik niet dat er nog eens ratten over je lichaam moeten kruipen. Mensen zeggen vaak dat gevangenen maar op water en brood moeten gezet worden, maar iedereen komt ooit vrij. En kan naast jou komen wonen. Wat wil je dan? Dat hij opgevolgd werd door justitie of dat hij een paar jaar op water en brood heeft gezeten? Daarom steken we niet alle gedetineerden in hetzelfde regime. Zij die verantwoordelijkheden aankunnen, krijgen ook kansen. Mogen gaan werken, mogen vrij rondlopen, waarom niet?”

In uw gevangenis is er plaats voor 512 mannelijke en 114 vrouwelijke gedetineerden. Er zitten er 611 en 117. Hoe lost u dat op?

“Matrassen op de grond. Het is niet anders. Dat is vaak een probleem van de arresthuizen, waar mensen in voorhechtenis zitten. Strafhuizen, waar veroordeelden zitten, hebben een maximum. Arresthuizen in principe ook, maar als een onderzoeksrechter iemand aanhoudt dan moet die opgesloten worden. En dan gooit men een extra matras op de grond. Op den duur is het stapelen, bij wijze van spreken.”

Sofie Vantomme:
Sofie Vantomme: “Er is veel te weinig werk in de gevangenissen. Het probleem is dat we beconcurreerd worden door lageloonlanden en maatwerkbedrijven.”© Davy Coghe

De nieuwe procureur van West-Vlaanderen, Filiep Jodts, lanceerde onlangs in onze krant de denkpiste om een nieuw arresthuis te bouwen in Roeselare, naast een nieuw centraal West-Vlaams gerechtsgebouw. Een goed idee?

“Neen, dat is geen oplossing. Expansionisme werkt niet. Hoe meer gevangenissen je bouwt, hoe meer er gevuld geraken. In Amerika zie je dat ook. Er moet meer ingezet worden op alternatieve maatregelen. Door iemand op te sluiten, bescherm je de maatschappij maar dat kan ook op een andere manier. Kijk naar het voorbeeld met het ongeval dat ik hierboven schets. Moet zo iemand direct aangehouden worden? Als je die een enkelband geeft en onder voorwaarden plaatst, kan die mens zijn werk houden en bij zijn gezin blijven. En omgaan met het feit dat je iemand doodgereden hebt. Die nuance moet gemaakt worden.”

In de reeks zagen we een gefrustreerde gevangene die kwam vragen naar werk. “Er is geen werk”, moest u hem teleurstellen. Hoe komt dat?

“Er is veel te weinig werk in de gevangenissen. Het werk dat hier gedaan wordt, komt van aannemers. We krijgen bijvoorbeeld onderdelen van borstels binnen, die worden hier geassembleerd en verpakt en gaan weer naar buiten. Dat is heel belangrijk om mensen weer een normaal dagritme aan te leren. Opstaan en gaan werken. Waarom zou je anders opstaan? Om te gaan douchen en dan een hele dag in je cel te zitten? Je ontbijt krijg je de avond voordien al en dus moet je daarvoor ook al niet opstaan. Ze slapen dan tot de middag, gaan naar de wandeling en zitten tot een gat in de nacht naar tv te kijken. Dat stoort dan de mensen die de dag nadien wél moeten gaan werken. Het probleem is dat we beconcurreerd worden door lageloonlanden en maatwerkbedrijven (de vroegere beschutte werkplaatsen, red.). Ik zou liefst van al iedereen werk geven want de lijst van werkwilligen is ellenlang.”

U bent wel creatief in het creëren van jobs. Er loopt hier zelfs een broodraper rond.

“Toen ik hier net begonnen was, dacht ik dat ze met mijn voeten aan het spelen waren toen ze over de ‘broodraper’ begonnen. Punt is dat hier veel vuilnis naar buiten gegooid wordt door de ruiten. Dat trekt meeuwen aan. Omdat meeuwen een bedreigde diersoort zijn, mag je daar niet aankomen en nu zitten we dus met een plaag. De broodrapers moeten dus constant alle vuilnis gaan oprapen om niet nóg meer meeuwen aan te trekken.”

Ooit Vrij op VIER

Was u meteen enthousiast om een cameraploeg in uw gevangenis te laten rondlopen?

“Neen, ze hebben het mij vier keer moeten vragen. Tv-bekendheid is niet iets wat ik ambieer. Ik besefte dat iedereen daar zou naar kijken, ook de gedetineerden hier op hun cel. Ik scherm mijn privéleven ook heel strikt af van mijn leven in de gevangenis. Maar uiteindelijk vond ik dat het publieke debat over voorwaardelijke vrijlating en gevangenissen wel eens moest gevoerd worden en heb ik toegehapt. Belangrijk was wel dat we alle afleveringen op voorhand mochten zien en eventueel nog bepaalde zaken mochten schrappen. Ik heb dus alle afleveringen al gezien maar toch kijk ik zelf ook nog elke maandagavond, alleen maar omdat ik weet dat ik er de dinsdag zal op aangesproken worden. Door mensen bij de bakker, maar ook door gevangenen zelf. ‘Ik ben fan van jou’, zeggen ze dan.”

Sofie Vantomme:
Sofie Vantomme: “Hoe meer gevangenissen je bouwt, hoe meer er gevuld geraken. In Amerika zie je dat ook.”© Davy Coghe

Drugs zijn een groot probleem in de gevangenissen. Clean binnen, verslaafd buiten, het gebeurt.

“Drugs zijn hier overal, dat is een feit. Het meeste spul komt binnen via gedetineerden die even ‘buiten’ zijn geweest. Ze brengen het mee voor eigen gebruik of worden onder druk gezet of zelfs bedreigd door andere gedetineerden. Maar ook via bezoek komt er heel veel drugs binnen. Meestal is dat cannabis of heroïne, de verdovende drugs. En ook medicijnen, kalmeringsmiddelen meestal. Je kan daar op controleren, maar het zal toch altijd binnen geraken. Als je verslaafd bent, ga je alles doen om aan dat middel te geraken. Dat de drugs ook via cipiers binnenkomen om de gevangenen kalm te houden? Dat is echt een fabeltje. Het is voor cipiers ook niet leuk om met verdoofde mensen te moeten werken. Drugs zijn echt een probleem. Er zijn inderdaad mensen die clean zijn als ze in de gevangenis belanden en hier verslaafd raken omdat drugs hier overal is en de verveling vaak toeslaat. Ook daarom is het belangrijk dat hier voldoende werk is.”

Gevangenis Brugge als ‘vergeetput’

‘Ooit Vrij’ heeft als opzet de gevangene mee te volgen in zijn/haar weg naar de vrijheid. Ik hoor van veel advocaten dat je in Brugge het slechtst af bent. Geen afdoende begeleiding zorgt ervoor dat veel gevangenen hier ‘einde straf’ doen. En buitenkomen zonder voorwaarden. Brugge is de vergeetput, zeggen ze.

“Alle gedetineerden die een straf uitzitten die langer is dan drie jaar verschijnen voor de strafuitvoeringsrechtbank. Als ze beperkte detentie willen (overdag ‘buiten’ en ‘s nachts ‘binnen’, LK) of een uitgaansvergunning, een enkelband of een voorwaardelijke invrijheidsstelling moet je eerst een rapport hebben van de psychosociale dienst. Dat rapport is de basis. Er zitten hier driehonderd langgestraften en we hebben elf maatschappelijk assistenten en psychologen. Zij moeten voor al die gedetineerden zo’n rapport maken. Dat begint met hun levensverhaal, een bespreking van alle feiten die op hun strafblad staan, hun motieven, het risico op herval, … Dat maak je niet op één dag. Tegen dat zo’n rapport klaar is, staan gedetineerden al veel dichter bij het einde van hun straf. Als ze dan moeten kiezen tussen nog één jaar binnen zitten en buitenkomen zonder voorwaarden of sneller vrijgelaten worden maar nog vijf jaar voorwaarden moeten volgen, dan kiezen velen er inderdaad voor om ‘einde straf’ te doen. En dat zijn dan vaak degene die je een paar maanden later terugziet. Het is een probleem van onderbemanning van de psychosociale dienst.”

Ik hoorde het een advocaat onlangs zeggen. “Toen ik dertig jaar geleden begon, waren er geregeld stakingen in de gevangenissen. En dat is altijd zo gebleven.” Is het dan zo moeilijk om in deze setting een regime te vinden dat voor iedereen aanvaardbaar is?

“De ene staking is de andere niet. Soms vind ik ze begrijpelijk, soms minder. Ikzelf ga alvast nooit staken, er zitten hier mensen opgesloten, dat gaat zomaar niet. Dat neemt niet weg dat er heel wat schort aan de manier waarop de penitentiair beambten, want zo heten cipiers officieel, hun werk moeten doen. Ok, ze krijgen een goed loon en veel verlof maar ze weten nooit of ze die verlofdagen wel gaan kunnen opnemen. Drie maanden op voorhand moeten ze dat aanvragen en soms wordt hun verlof de dag voordien nog geweigerd. Er is een ernstig personeelstekort. Soms wachten ze drie jaar tot ze een uniform krijgen. De hele discussie over de minimumbezetting vind ik moeilijk. Ik vind dat je gevangenen niet een hele dag in hun cel kan opsluiten omdat je staakt. Maar ik begrijp ook dat een staking een laatste drukkingsmiddel is van de cipiers om hun soms terechte eisen kracht bij te zetten.”

Uw job is geen nine-to-five-job. Neemt u uw werk mee naar huis?

“Amper. Dit is letterlijk zo’n gesloten systeem dat je in een andere wereld komt als je hier binnen komt. Als je ‘s avonds die deur achter je dicht trekt, ben je weer buiten. Het loopt niet in elkaar over. Let op, als er een zwaar geval van agressie geweest is of een zelfmoordpoging, dan blijft dat wel plakken. Je moet het ook achter je kunnen laten. Als je dit werk mee naar huis neemt, hou je het niet vol. Of ik ‘s avonds iets doe om mijn zinnen te verzetten? Niet echt. Te vaak val ik in mijn zetel in slaap.” (lacht)

Ooit Vrij. Wekelijks op maandag op VIER (herhalingen op woensdag en zondag).