Directeurs lager onderwijs: “Kinderen komen in een totaal andere school terecht”

Kaat Roose, Stephanie Meire en Nancy De Coninck nemen maatregelen in de basisschool van Sint-Michiels. © Davy Coghe
Stefan Vankerkhoven

“Veel ouders twijfelen of ze hun jonge kinderen naar school zullen sturen. Sommige kinderen zijn bang. Naast de veiligheid moet er aandacht zijn voor het mentale, de kinderen moeten zich goed voelen in hun veranderde school”, zegt Inge Versavel, directeur van de vrije basisschool Het Palet. “We verwachten bij de opstart 75 van onze 240 leerlingen. Slechts 18 kinderen zijn ingeschreven in de noodopvang. We kunnen de klassen splitsen, omdat we gebruik maken van de campus van de Frères. We betreuren dat er leerjaren door de beslissing van de minister uit de boot vallen. Online les geven aan jonge kinderen is niet zo evident.”

In de stedelijke basisschool de Triangel in Sint-Andries zullen 106 van de 321 leerlingen les krijgen. Voor directeur Marc Arschoot lijkt zijn school met al die maatregelen, looplijnen en nadars wel een gevangenis: “De kinderen komen na acht weken in een totaal andere school terecht, waar ze niet vrij kunnen rondlopen. Ik weiger om politieagent te spelen. Je kan niet verhinderen dat jonge kinderen fysiek contact met elkaar hebben.”

Stephanie Meire, directeur van de twee stedelijke basisscholen in Sint-Michiels, heeft voor de 419 leerlingen een minutieus draaiboek uitgewerkt: “De eerstejaars krijgen de maandag en de donderdag nieuwe leerstof op school, die ze op dinsdag en vrijdag thuis inoefenen. Voor de tweedejaars is het omgekeerd. We plannen opvang voor 60 kleuters en 50 leerlingen. Nu lukt dat nog,”

Bang

Hilde Clemmens heeft zowel in De Bijenkorf in Dudzele als in Ter Poorten in Koolkerke 89 leerlingen onder haar hoede: “Het is een evenwichtsoefening, ook emotioneel. Ouders zeiden mij dat hun kinderen zo verlangen naar school, maar ook bang zijn.”

Bart Verroens, directeur van de school voor buitengewoon lager onderwijs De Ganzenveer, staat voor een apart probleem: “Het leerlingenvervoer wordt problematisch, want er mogen maar half zoveel kinderen in de bus. We vragen vele ouders om zelf hun kind naar school te brengen. Op school starten we met 35 van de 65 leerlingen, gespreid over vier klassen. Het wordt moeilijk om afstand houden uit te leggen aan de kinderen.”