Directeur Toerisme Oostende Peter Craeymeersch: “Eerlijk? Ik vind Oostende leuker in de winter”

Peter Craeymeersch: "Ik zou niet iets kunnen 'verkopen' als ik er zelf niet in geloof of graag zie." © Davy Coghe
Gillian Lowyck

Oostende 2020 is een jaar waarin niets hetzelfde is als voordien. Ook voor Peter Craeymeersch en Toerisme Oostende is het al een woelig jaar geweest. Toch blijft hij eeuwig optimistisch: Oostende is een hippe bestemming en dat is voor een stuk aan Peter en zijn team te danken. “Ik hou van Oostende. Van de stad en van de Oostendenaars.”

Peter Craeymeersch heeft er al een drukke week opzitten wanneer we hem spreken aan boord van de Mercator. Een nieuwe expo in het Fort Napoleon, de opening van het vernieuwde Ensorhuis, de voorbereidingen voor de eerste keer reservaties op het strand… Hij is moe, maar tevreden.

Peter, je bent ondertussen al meer dan twintig jaar actief bij Toerisme Oostende. Ben je het nog niet beu?

“Nee, zeker niet. Het is een job die me continu tal van mogelijkheden biedt. Er zijn telkens weer zodanig veel nieuwe uitdagingen dat het echt niet tegensteekt. Weet je, toen ik aangeworven ben al die jaren geleden, was dat ook voor een stuk om het imago van Oostende weer op te krikken. Koningin der Bakstenen, werd toen wel eens gezegd. Het toenmalig stadsbestuur lichtte de plannen toe: vernieuwing van de zeedijk, het Kursaal, de Visserskaai… Ik was meteen enthousiast. Het is een werk geweest van niet enkel toerisme en marketing, maar de overheid en de privé die mee investeert.”

Toerisme Oostende krijgt de laatste jaren heel veel lof. Doet dat deugd?

“Ja, daar ben ik heel tevreden mee. Bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen noemden zowel oppositie als meerderheid Toerisme Oostende als iets wat goed ging in de stad. Dat zij overtuigd zijn is natuurlijk wel belangrijk, want daar worden ook de budgetten bepaald. Nu, we hebben ook echt een heel sterk team. Sommigen zijn al lang bij Toerisme, maar blijven telkens weer vernieuwen en creatief zijn.”

Hoe ben jij bij Toerisme beland? Zat je voordien al in de sector?

“Ik ben in de petroleumsector gestart. Iets helemaal anders, juist (lacht). Mijn ouders hadden een garage in Wingene, waar ik ben opgegroeid. Het zat er dus wel al wat in. Ik heb enkele jaren, die zeer boeiend waren, bij Texaco gewerkt. Maar uiteindelijk heb ik afgehaakt omdat het traject Brussel-West-Vlaanderen zeer zwaar werd. Toen ik de vacature voor Toerisme Oostende zag, was ik meteen geïnteresseerd. Natuurlijk kende ik de stad al: ik ging hier regelmatig uit, de Paulusfeesten, Longstreet Happening… Ik zou trouwens niet iets kunnen ‘verkopen’ als ik er zelf niet in geloof of graag zie. Ik hou van Oostende. Van de stad, van dit schip, van de Oostendenaars, die altijd rechtuit zijn.”

Oostende krabbelt langzaam recht uit de coronacrisis. Hoe heb jij dat beleefd?

“Ik denk dat we nu pas goed gezien hebben hoe belangrijk toerisme wel niet is voor Oostende. Het was een zeer intense periode, vooral omdat er geen scenario klaar lag en er nog heel veel onduidelijkheid heerste. Ik herinner me nog goed dat viroloog Marc Van Ranst tijdens een interview zei dat volle stranden deze zomer niet mogelijk zouden zijn. Dat was dus meteen beginnen zoeken: hoe gaan we dit seizoen redden? Het is varen in een woelige zee. Gelukkig hebben we nu met Zomer in O. ook een aanbod waarbij het DNA van Oostende bewaard blijft. Dat vind ik belangrijk.”

Op persoonlijk vlak heeft corona zijn sporen nagelaten: je trouwfeest is een jaar uitgesteld.

“Klopt, we zullen volgend jaar trouwen in de zomer. Alles verplaatsen was op zich geen probleem, als was dat emotioneel natuurlijk minder fijn. Nu, hoewel de lockdown een duistere periode was, toch zeker op wereldvlak, heb ik een goede tijd kunnen spenderen met mijn gezin.

We willen voor Oostende een evenwicht vinden tussen bewoners en bezoekers

We hebben elke dag fantastisch goed gegeten, want Sandra was volop recepten aan het uittesten voor haar nieuwe boek. Dat was echt een feest. We konden ook heel wat tijd spenderen met de kinderen, gaan wandelen… We hebben er toch iets goeds van gemaakt.”

Op welke realisaties ben je trots?

“Goh, zoveel. Ik zou in feite veel meer moeten opschrijven en bijhouden (lacht). De eerste keer Halloween in Oostende, een festival als Beach Rock hier krijgen, Classics in het Bosje, de evenementenweide waar straks Rammstein zal optreden, The Crystal Ship… En nu, de opening van het Ensorhuis. Daar haal ik enorm veel plezier en voldoening uit. Nu gaan we ons focussen op de periode oktober tot februari. En eerlijk? Ik vind Oostende nog leuker in de winter. Het Filmfestival verhuist naar januari: dat zal ongelofelijk gezellig worden.”

Wat zou je graag nog verwezenlijken?

“Als directeur van het Filmfestival hoop ik dat de bioscoopervaring veel meer evenementieel wordt. En ik zou héél graag Nick Cave op het podium van het Kursaal zien (lacht). Ik hoop dat dit ooit lukt. We zijn er al mee bezig geweest, maar is de man larger than life geworden. En voor Oostende? Een evenwicht vinden tussen bewoners en bezoekers. We willen niet zoals Brugge worden, waar er soms té veel toeristen zijn. Een mooie uitdaging.”

Wie is Peter Craeymeersch?

Privé

Peter (54) woont in Zwevezele. Hij is verloofd met kookboekenauteur Sandra Bekkari. Hij heeft drie kinderen: Andreas (24), Josefien (21) en Anna (15).

Studies en loopbaan

Peter studeerde toegepaste economische wetenschappen en volgde nog een bijkomende opleiding gestion financière. Na enkele jaren bij Texaco, ging Peter aan de slag bij Toerisme Oostende, waar hij al bijna 23 jaar aan het roer staat.

Vrije tijd

Films kijken, lezen, muziek. Samen met zijn band SevZero komt er volgend jaar een eerbetoon aan Ian Curtis van Joy Division.