Directeur openluchtmuseum Bachten de Kupe in Izenberge vindt opvolgers

Marcel (99) met echtgenote Betty (100). Ze zijn 77 jaar getrouwd en 81 jaar samen. "Ik zou ook graag de kaap van de 100 kunnen ronden", glimlacht hij. (foto AB)
Redactie KW

Op 15 juni is Marcel Messiaen, de directeur van openluchtmuseum Bachten de Kupe, 99 jaar geworden. Hij is dus op weg naar de 100! Een mooie gelegenheid om te horen hoe Marcel de toekomst van zijn museum ziet, ook als hij er niet meer is. “Het staat geschreven en ondertekend dat Bertrand en Odette mij opvolgen, mocht ik plots wegvallen.”

Het levenswerk van Marcel Messiaen staat in Izenberge, maar zelf woont hij met zijn echtgenote Betty – ook een kranige dame van bijna 101 ! – in Westende. Marcel oogt wat vermagerd, wanneer we hem thuis opzoeken, maar zijn scherpe tong en optimisme zijn intact gebleven.

“Ik ben oud en versleten”, glimlacht Marcel wanneer we hem vragen hoe het met hem gaat. “Mijn rug is mijn zwakke plek. Ik ben ingezakt. Ooit was ik een forse man van 1,80 meter. Vandaag ben ik zeker 15 centimeter gekrompen. Ik begin ook te vergeten. Maar ik ben nog elke dag bezig van 9 uur tot middernacht: lezen, schrijven en kranten verknippen. Er liggen er driehonderd klaar om verwerkt te worden.”

Afstand

De gang van zaken in zijn openluchtmuseum volgt Marcel tegenwoordig vanop afstand. Het oude boerendorp in de Groenestraat herbergt 73.000 collectiestukken, een schat aan historisch erfgoed. De vzw die het museum beheert, bestaat uit vier oudere leden: directeur Marcel (99), het echtpaar Bertrand (82) en Odette (78) Vanrobaeys uit Alveringem en Jef Camerlynck (73) uit Lo. Van het viertal zijn Bertrand en Odette nog de enige werkers op het terrein. Odette houdt inkomsten en uitgaven bij, Bertrand ontvangt de bezoekers. Omdat het museum niet erkend is door de overheid, zijn zij de enige bron van inkomsten.

Slecht jaar

“Dit jaar wordt een slecht jaar”, vertelt Marcel. “Weinig inkomsten en de uitgaven blijven. Voor elk huis betalen we grondlasten aan de staat. Er staan er 22, begin maar eens te rekenen. We betalen ook patrimoniumbelasting omdat we als vzw eigenaar zijn van de gebouwen. En aan de Izenbergse kerkfabriek en het Alveringemse OCMW betalen we huurgeld voor de grond die we voor 99 jaar in erfpacht hebben. In de jaren 80 hadden we vele goede jaren. Daardoor hebben we kunnen sparen. Gelukkig maar.”

“Ik heb maar één wens: dat het museum ook na mijn dood blijft bestaan en zelfs floreert”

Toch ziet Marcel de toekomst positief in. “Ik ben altijd positief. Enkele vrijwilligers zijn begonnen met alles wat te herschikken. Veel collectiestukken staan immers te dicht op elkaar. Zelf kan ik daar niet meer bij helpen. Het buitenschrijnwerk zou moeten worden geschilderd. Ik zoek nieuwe vrijwilligers om dat te doen. Wij leveren al het materiaal. Jammer dat de gemeente niet één of twee arbeiders wil sturen voor dat werk. Bertrand en Odette zijn de sterkhouders ter plaatse. Ze hebben ook een zekere leeftijd, maar houden stand. Neem hen weg en de zaak ligt plat; dat is juist. Bertrand is 82, maar hij kan ook honderd worden, hé. (glimlacht breed) Het staat in elk geval geschreven en ondertekend dat zij op de dag dat ik sterf mijn functie overnemen. Ik heb maar één wens: dat het museum ook na mijn dood blijft bestaan en zelfs floreert. Dat de gebouwen die nu nog ontbreken – een school met drie klassen bijvoorbeeld – alsnog kunnen worden gebouwd. Het zou een mooi project voor de leerlingen van het VTI kunnen zijn. Het plan, de bakstenen en dakpannen zijn er.”

Reacties

Bertrand en Odette uit de Hoogstraat hebben het museum zien ontstaan, groeien en ze zijn nog de enigen die er echt door bezield zijn. Bertrand heeft een hernia, nieuwe heup en artrose in zijn nek, maar de poort van het museum kunnen openen en bezoekers ontvangen, is zijn lang leven. Odette verbindt haar lot aan dat van haar man! De dag dat hij moet stoppen, stopt zij ook. Maar het is nog lang zo ver niet en het koppel ziet gedreven uit naar reservaties. “Ook na Marcel is de bulldozer geen optie voor deze parel in de Westhoek”, waarschuwt Bertrand.

Dit openluchtmuseum is ondergewaardeerd en miskend”, reageert de Alveringemse burgemeester Liefooghe. “Een gemeentearbeider sturen voor de schilderwerken, is jammer genoeg niet mogelijk. Alveringem telt 7 dorpen en we lopen zelf achter op ons werk. Mijn advies is dat Marcel begint na te denken over een langetermijnvisie voor zijn museum. Dat dat ooit zou verdwijnen, is immers uiteraard geen optie.” (AB)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier