Didier Van Nieuwenhuyse, voorzitter Watewystappers, maakt balans op na corona: “Financiële reserves kwijt, maar we bestaan nog”

Didier Van Nieuwenhuyse wil met de Krokussentocht naar jaarlijkse traditie de stad Tielt promoten. © foto WME
Tom Van Houtte

De Krokussentocht was eind februari 2020 het laatste wandelevenement van de Watewystappers in het oude normaal, twee jaar later wordt diezelfde tocht de eerste in het ‘Rijk der vrijheid’. “De coronacrisis heeft de wandelsport een enorme populariteit bezorgd, het valt nu maar te hopen dat onze cluborganisaties er de vruchten van plukken”, zegt voorzitter Didier Van Nieuwenhuyse.

Tot twee jaar geleden had de wandelsport alle moeite om van zijn oubollig imago af te raken. ‘Never waste a good crisis’, dacht Wandelsport Vlaanderen en dus zetten de aangesloten clubs alle zeilen bij om een jonger publiek aan te trekken. Iets wat ook zeker geldt voor de diverse besturen. Met zijn 57 lentes is Didier Van Nieuwenhuyse naar wandelclubnormen een piepjonge voorzitter. Dat was hij al helemaal toen hij 20 jaar geleden de functie op zich nam als mede-uitbater van de horecazaak waar de Watewystappers hun naam aan ontleenden. “Ik stelde me daar toen geen vragen bij en wou de vereniging een dienst bewijzen.”

Het zijn nu allicht de wandelaars zelf die jullie de komende maanden een grote dienst kunnen bewijzen, door massaal deel te nemen aan de wandeltochten?

Didier Van Nieuwenhuyse: “We hopen natuurlijk dat de aantallen van vroeger terugkeren. Voor onze jaarlijkse wandelingen klokten wij doorgaans af op een 12.000 deelnemers. Een gemiddelde van 1.500 per tocht is niet weinig. Ik denk dat we straks met 1.000 tevreden mogen zijn. Al een geluk dat we van Campus De Reynaert de toestemming hebben gekregen om de school als startlocatie voor de Krokussentocht te gebruiken.”

Klinkt het niet contradictorisch dat je de eerste volwaardige organisaties sinds eind februari 2020 met redelijk wat vraagtekens afwacht? Meer en meer maatregelen in de strijd tegen het coronavirus sneuvelen en de wandelsport wist te bekoren als nooit tevoren.

“Onze Zomertocht van afgelopen zomer in Schuiferskapelle en de Herfsttocht eind oktober in Aarsele, die we met de nodige restricties konden laten doorgaan, lokten ongeveer de helft minder wandelaars dan voorheen en we telden 60 procent minder inkomsten. De deelnemers voelden zich nog te onveilig om hun tijd te nemen om iets te eten en te drinken. Komt daar nog bij dat de mensen de voorbije jaren vooral op eigen houtje in gezinsverband zijn gaan wandelen. Helemaal gratis. Gaan ze bereid zijn om nog inschrijvingsgeld te betalen, ook al blijft dat voor leden beperkt tot 1,50 euro (voor niet-leden 3 euro, red.), inclusief verzekering?”

Gaan de mensen nog bereid zijn om inschrijvingsgeld te betalen?

Veel meer troeven kan je allicht niet in de strijd gooien?

“Dat wij als club, door onze terreinkennis en het feit dat we veel mensen kennen, de wandelaars geregeld over privédomeinen kunnen sturen vind ik ook een troef. En je hoeft alleen maar de pijltjes te volgen. Trouwens, lid worden bij de Watewystappers kost amper 20 euro, kinderen onder de 12 jaar 12 euro. Mensen beseffen dat soms te weinig, maar voor dat bedrag zijn ze ook verzekerd als ze als gezin op wandel zijn in binnen- en buitenland.”

Hoe hebben jullie de coronacrisis financieel verteerd?

“Spijtig genoeg zijn we onze zorgvuldig opgebouwde reserves van de voorbije jaren grotendeels kwijt. Een aantal vaste kosten verdwijnt nooit helemaal. We lieten niet na om in 2020 nog onze actiefste wandelaars hun verdiende attentie te bezorgen voor hun vele deelnames in 2019. Er is ons clubblaadje, we stippelden coronawandelingen uit voor onze leden… Maar op het einde van de rit ben ik blij dat de club nog stabiel is en het bestuur er nog staat.”

Hoeveel leden houden de Watewystappers over?

“We zijn van 500 teruggevallen op een 400-tal. Dat viel te voorspellen, want het gros van onze leden maakt deel uit van de groep mensen die het kwetsbaarst is voor het coronavirus. Ik vrees dat bij veel van die mensen de schrik er nog goed inzit.”

Wat is op zaterdag 26 februari de insteek van jullie Krokussentocht?

“De trajecten strekken zich uit richting Pittem. Voor onze eerste organisatie van het jaar maken we er een traditie van om onze geliefde Europastad te promoten. We sturen de wandelaars door de Kortrijkstraat, langs Mulle de Terschueren, richting Markt en Hallentoren… We zoeken graag trage wegen op, al merken we dat lokale overheden over het algemeen te weinig oog hebben voor het voortbestaan ervan. Oké, de kwestie ligt gevoelig bij landbouwers, maar in functie van het hoevetoerisme zie ik alleen maar een win-winsituatie.”

Hoeveel wandel je zelf?

“Twee tot drie keer per maand en telkens zo’n 12 tot 15 kilometer, zowat de meest populaire afstand. Ik wissel dat af met fietsen.”

Wat is in Vlaanderen je favoriete wandelstreek?

“Zonder twijfel het Heuvelland en de Westhoek, regio’s die ik uitgebreid heb leren kennen, aangezien ik de voorbije jaren in Ieper woonde. De Vlaamse Ardennen en de Zwalmstreek vind ik ook prachtig, maar voor mij gaat niks boven de wijde omgeving rond Ieper en Poperinge, met ook een uitstapje naar Frans-Vlaanderen.”

Info: inschrijven voor de Krokussentocht en starten kan op zaterdag 26 februari van 6 tot 15 uur vanuit Campus De Reynaert, Stationstraat 67 in Tielt.

Didier Van Nieuwenhuyse


Privé: Didier Van Nieuwenhuyse (57) woont sinds enkele maanden weer in Tielt, nadat hij 14 jaar geleden naar Ieper verhuisde.

Loopbaan: Didier is al liefst 33 jaar lang de vaste postbode van zijn geboortedorp Aarsele, waar zijn ouders nog altijd wonen.

Vrije tijd: Als voorzitter van de Watewystappers is Didier ook lid van de regionale bestuurskern West-Vlaanderen (team kwaliteit) bij de federatie Wandelsport Vlaanderen vzw. Verder fietst hij graag en is hij bestuurslid van Vooruit Tielt en vakbondsafgevaardigde.