Deniza Miftari uit Roeselare: “Mijn zin voor engagement kreeg ik van mijn papa”

© STEFAAN BEEL
Philippe Verhaest

Deniza Miftari kan je met recht en reden als een vrijgevochten vrouw bestempelen. Vanuit Kosovo naar België geëmigreerd, gemeenteraadslid voor Groen én altijd klaar om voor de kwetsbaren van onze maatschappij in de bres te springen. “Ik zie mezelf niet als een sterke vrouw. Er zijn veel straffere dames die geen podium krijgen, maar ik wil wél hun belangen verdedigen”, zegt ze.

Deniza Miftari lijkt op het eerste zicht een rasechte West-Vlaamse, maar haar roots liggen 2.200 kilometer oostwaarts. Toen ze drie jaar oud was, ruilde ze samen met haar ouders Kosovo in voor België. “Gevlucht voor de oorlog”, zegt ze. “En we kozen toen doelbewust voor België, want hier wilde mijn papa een nieuw bestaan opbouwen.”

Herinner je je nog iets van je afscheid aan Kosovo?

“Toch wel. Mijn oma gaf me twee hardgekookte eitjes mee. Het was de gewoonte dat ik dat bij haar at wanneer ik er logeerde, nu kreeg ik het als een soort souvenir mee. Ik heb die trouwens járenlang bijgehouden, als tastbare herinnering. Tot mijn mama die helemaal beschimmeld aantrof. (lacht) We kwamen trouwens eerst in Verviers terecht en na een jaartje keerden we al terug naar Kosovo. Het stadje Gjilan, waar we woonden, was door de oorlog gevrijwaard gebleven en er heerste relatieve vrede. Niets hield ons dus nog in België. Maar eenmaal ter plaatse was er van toekomstperspectief maar weinig sprake.”

En dus keerden jullie terug.

“Klopt. Mijn papa reisde eerst alleen af en kon op een tuinbouwbedrijf in Oostnieuwkerke aan de slag. Hij hielp er salade oogsten. Daarna kon hij bij de stad Roeselare als schilder aan de slag. Op mijn zesde keerden ook mijn mama, mijn broer en ikzelf terug naar België. Een dag na onze aankomst zat ik al op de schoolbanken van het eerste leerjaar van de Mariaschool in Krottegem.”

Tussen allemaal vreemde gezichten en met het nog onbekende Nederlands als voertaal…

“Ik sprak aanvankelijk geen woord Nederlands, maar heb de taal erg snel opgepikt. Als kind ben je net een spons: je zuigt kennis op. En ik ben altijd al erg leergierig geweest. Het West-Vlaams was wel een ander paar mouwen. Dat is een compléét andere taal, hé. (grijnst) Ik begrijp het nu perfect, maar zelf spreek ik het niet.”

Hoe denk je terug aan je jeugdjaren?

“Met een zeer warm gevoel. Ik herinner me nog dat mijn broer en ik, samen met papa, altijd op zoek gingen naar speelpleintjes. We woonden zelf in een klein huisje en in het Geitepark leerden we kort na onze aankomst een ander Kosovaars gezin kennen. Daar zijn we nog altijd mee bevriend.”

Ondertussen woon je al zeventien jaar in Roeselare. Is dit je thuis?

“Zeker. Ik voel me op en top Roeselaarse. Ik ben ook zeer blij dat mijn ouders destijds kozen voor deze stad en niet voor Antwerpen of Brussel. Daar is een vele grotere Kosovaarse gemeenschap te vinden, maar ben je wel voor altijd ‘een van hen’. Door de kleinschaligheid van Roeselare maakten we al snel contact met de Roeselarenaars zelf. Dankzij deze stad ben ik als een echte West-Vlaamse opgegroeid. Thuis spreken we uiteraard nog Kosovaars met elkaar en serveren we ook onze eigen gerechten, maar voor de rest zijn we échte West-Vlamingen.”

Je bent de laatste jaren uitgegroeid tot een geëngageerde vrouw. Waar komt die drijfveer vandaan?

“Dat heb ik van mijn papa. Hij was tijdens de oorlogsjaren in Kosovo ook erg met politiek begaan en wilde een verschil maken. Doordat we het land zijn ontvlucht, kon hij die ambitie jammer genoeg niet hard maken. Maar de microbe heb ik van hem geërfd. Ik maakte deel uit van de leerlingenraad van Viso, ben al drie jaar voorzitter van de studentenraad van Vives Kortrijk… Ik wil mijn mening geven, net als mijn papa iets betekenen… En ik wil altijd bijleren. Ik ben erg nieuwsgierig. Als ik kan kiezen tussen een interessante lezing of een avondje stappen, zal ik voor de eerste optie kiezen.”

Hoe kijk jij naar de Internationale Vrouwendag? Is die anno 2019 nog nodig?

“Meer dan ooit, zelfs. Veel mensen zijn de betekenis achter deze dag vergeten. Exact honderd jaar geleden kwamen vrouwen op straat om stemrecht af te dwingen. Iets wat ondertussen een basisrecht is. Veel van wat je nu als vanzelfsprekend vinden, is er niet zomaar gekomen. Onze sociale zekerheid, het recht op vakantie… Allemaal dankzij de inspanningen van gewone burgers. Op die manier is er ook een lijn te trekken naar de huidige klimaatmarsen. Jongeren willen onze politici een geweten schoppen, tot actie aanzetten. Net zoals vrouwen een eeuw geleden hebben gedaan.”

Ik ben blij dat mijn ouders destijds kozen voor deze stad en niet voor Antwerpen of Brussel

Staan mannen en vrouwen stilaan op gelijke voet?

“Hier valt dit mee, maar in andere landen hebben vrouwen het nog altijd zwaar te verduren. Neem nu Kosovo. Daar krijgt een vrouw pas respect wanneer ze getrouwd is en in se het ‘bezit’ van een man is. De vrouw staat er nog altijd op de achtergrond. Mocht ik daar opgegroeid zijn, dan zag mijn leven er helemaal anders uit. Dan was ik nu, als 23-jarige, waarschijnlijk al getrouwd en had ik twee kinderen. En was ik huisvrouw, ongeacht mijn capaciteiten. Daar is, net als op een pak andere plekken in de wereld, nog veel werk aan de winkel.”

Beschouw je jezelf als een feministe?

“Ik ben een óvertuigd feministe. Ik kom op voor de rechten van de vrouw en wil dat we allemaal op gelijke voet behandeld worden. Een groot misverstand is dat je als feministe tégen mannen zou zijn. Daar klopt niks van. Het is niet omdat ik ijver voor de rechten van vrouwen, dat ik iemand anders die ontzeg. Het is een en-en-verhaal. Ik wil gewoon de kwetsbaren van onze samenleving een stem geven.”

Vind je van jezelf dat je een sterke vrouw bent?

(glimlacht) “Het is nogal vreemd om zoiets over jezelf te zeggen, niet? Er zijn veel straffere dames die geen podium krijgen, maar ik wil wél hun belangen verdedigen. Een sterke vrouw is volgens mij iemand die aanmoedigt en stimuleert in plaats van afbreekt. En dat hoeft heus niet altijd over grote zaken te gaan. Het kan ook in de kleine dingen schuilen. Zeggen dat iemand het goed doet, bijvoorbeeld. En jaloezie geen ruimte geven.”

Moeten vrouwen zich harder bewijzen dan mannen, denk je?

“Niet per se, maar er is wel nog altijd een mentaliteitswijziging nodig. Toen ik al voorzitter van de studentenraad werd aangesteld, zat ik bij de academische zitting bij het start van het nieuwe academiejaar tussen de hoogwaardigheidsbekleders. Dat waren allemaal mannen en de voorzitter van de raad van bestuur schudde die een voor een de hand. Mij zag hij over het hoofd omdat hij veronderstelde dat ik de catering verzorgde. Veel mensen zouden daardoor in de war zijn, maar zo’n momenten geven me extra motivatie. Ik hoop echter dat de dag komt dat mannen en vrouwen volledig gelijkwaardig zullen zijn. De huidige generatie heeft al stappen in de juiste richting zijn, maar het glazen plafond is nog lang niet doorbroken. Dat zal iets zijn voor mijn kinderen. Of kleinkinderen…”

#metoo lijkt maar niet uit de wereld gebannen te raken. Werd jij er al mee geconfronteerd?

“Er kan nooit te veel aandacht naar het hele #metoo-verhaal gaan. Ik ben ervan geschrokken dat ook in mijn eigen omgeving een pak mensen hiermee geconfronteerd worden. Zelf kreeg ik er nog niet in extreme vorm mee te maken, maar het hoeft niet noodzakelijk om ongewenste intimiteiten te gaan. In november vorig jaar was ik in Kosovo te gast en ontmoette er een belangrijk politicus. Ik had echt het gevoel dat hij me niet als een gelijkwaardige gesprekspartner beschouwde en dat werkte erg intimiderend. Dan slaat de twijfel al eens toe. #metoo is veel meer dan fysieke intimidatie, maar (jonge)mannen moeten beseffen dat het allesbehalve oké is om tegen vrouwen neerbuigend te doen.”

Sinds begin dit jaar zetel je als gemeenteraadslid. Een droom die in vervulling ging?

“Het was nooit een doel op zich. Toen ik de vraag kreeg, heb ik er lang met mijn papa over gepraat. Hij had toen al maagkanker, maar hij was apetrots dat ik die kans kreeg. Helaas is hij in mei vorig jaar overleden en heeft hij nooit mijn verkiezingsaffiches gezien, laat staat dat hij de verkiezingen zelf heeft meegemaakt. Maar tijdens de eedaflegging heb ik expliciet gevraagd om mij als Deniza Selami Miftari te laten afroepen. Als ode aan papa. Ik weet dat hij over me waakt. Ik ben trouwens een boek aan het schrijven over zijn leven.”

Stel: je bent één dag burgemeester van Roeselare. Wat zou je veranderen?

“Veel meer fietspaden! Dat is écht nodig. Wanneer ik door Roeselare fiets, voel ik me vaak letterlijk een zwakke weggebruiker. Het stadsbestuur belooft honderd kilometer extra fietsvoorzieningen. Een mooie ambitie die ik mee in de gaten zal houden.”

Tips van Deniza

Culinair

“Ik was gek op Maison Tarifa, maar dat is jammer genoeg recent gesloten. Ook De Overburen kunnen meer dan bekoren. Hun nieuwe concept is een aanrader. Voor een vaste prijs krijg je flink wat gerechten zonder dat je vooraf weet wat er op tafel zal verschijnen. Telkens weer een ontdekkingstocht. En als ik gewoon gezellig iets wil drinken, dan zal je me snel in Café Moustache aantreffen. Ook Café Verne behoort tot mijn favorieten, net als Crème de la Crema. Uitstekende koffies, daar!”

Shoppen

“Ik ben niet meteen de grootste shopper ter wereld, moet ik toegeven. Ik zie het eerder als iets functioneel. Wanneer ik iets nodig heb, zal ik het kopen. Maar zomaar winkelen om te winkelen, dat is niet meteen aan mij besteed. Juttu in de Ooststraat vind ik dan weer wel een schitterende winkel. Je vindt er duurzame kledij en vooral in de koopjesperiode durf ik er wel eens snuisteren. Ik vind het vooral belangrijk dat kledij op een goeie manier gemaakt is. De website schonekleren.be hou ik regelmatig in de gaten. Daar vind je een lijst van merken en ketens die op een ethische manier te werk gaan.”

Mooie plekjes

“Het Geitepark en het Sterrebos zullen altijd een bijzondere betekenis voor me hebben. Toen papa ziek was, gingen we er vaak samen wandelen. Daar haalden we allebei veel energie uit en het waren telkens echte vader-dochtermomenten. Die mis ik enorm. Ook de Kleine Bassin doet elke keer opnieuw herinneringen opborrelen. Vroeger woonden we daar in de buurt in een klein appartementje en mijn broer en ik fietsten toen vaak rond de Kleine Bassin, terwijl papa een oogje in het zeil hield. Die plek was onze vrijheid.”

Reizen

“In mijn jeugdjaren gingen we eigenlijk nooit op reis. Onze jaarlijkse vakantie spendeerden we in Kosovo, bij onze familie. Nu ontdek ik wel wat stukjes van de wereld. Zo ben ik recent naar Wenen getrokken en binnen een tweetal weken trek ik met Vives naar Slovenië. Maar ik denk ook aan mijn ecologische voetafdruk. Liever reizen per trein dan per vliegtuig.”