Deken Roland Hemeryck: “Ik was het gelukkigst als leraar, tussen de leerlingen”

Deken Roland Hemeryck: "Ik zal vanaf de rand het kerkelijke gebeuren blijven volgen. Als ze me nodig hebben, mogen ze me altijd vragen." (foto TOGH)
Tom Gheeraert
Tom Gheeraert Medewerker KW

Deken Roland Hemeryck gaat over twee jaar met pensioen maar had nooit kunnen denken dat hij de misvieringen tijdens de Goede Week via livestreaming voor een lege kathedraal zou moeten voordragen. Hoewel hij opgroeide in Werken, beschouwt hij zichzelf als een echte Ieperling. “Na mijn pensioen probeer ik zeker in Ieper te blijven”, zegt hij.

Roland Hemeryck groeide op in Werken en was tien jaar deken in Diksmuide, maar voelt zich toch Ieperling in hart en nieren. Hij was 21 jaar actief als priester-leerkracht en directeur van het Ieperse VTI en is ondertussen 13 jaar deken in Ieper. “Ik ben Ieperling, maar ik moet zeggen dat de tien jaar in Diksmuide mooie jaren waren. Diksmuide is een stadje dat je nog kan vastgrijpen. Daar had je nog contact met iedereen, je kende de mensen. Doordat Ieper groter is, heb je dat minder. Deze week had ik een vijftal begrafenissen, maar ik kende maar een van die mensen, toevallig omdat het de man was van iemand die in het onderhoud werkte in mijn tijd in het VTI. In Diksmuide kende je na twee weken iedereen.”

Wat betekent de Menenpoort voor u?

“Ik heb heel goeie herinneringen aan de Menenpoort. Op 11 november sta ik meestal onder de Menenpoort tijdens de speciale Last Post om een gebed te doen samen met de andere geloofsovertuigingen. Het is daar dan meestal zeer koud want het tocht daar altijd. Voor Miras, het overkoepelende orgaan van de avondscholen, moet ik regelmatig naar vergaderingen in Kortrijk. Als ik dan ‘s avonds terugkom, kan ik het nooit nalaten om door de Menenpoort via de Menenstraat en de Grote Markt naar de dekenij te komen. Dat zicht is voor mij uniek.”

Welke impact heeft de coronacrisis op u?

“Dat ik nu meer boeken lees en meer in mijn kot blijf. Ik maak nu ook mijn eten zelf klaar wat ik vroeger bijna nooit deed. Iedere middag ging ik in Huize Zonnelied eten omdat de priesters op rust daar ook eten. Nu mag je niet meer. Mijn poetsvrouw woont in Staden, ze kan niet komen… Nu moet ik zelf mijn was doen.”

Bijeenkomsten in kerken zijn ook niet toegelaten. Hoe pakken jullie dat aan?

“Tijdens de Goede Week hebben we alle diensten gelivestreamd, van Palmzondag tot de paaswake. Voor een lege kathedraal een dienst doen, voelt wat onwennig in het begin, maar na een paar keer word je het wel gewoon. Als er nog altijd lockdown is met Hemelvaart en Pinksteren gaan we dat weer zo doen. We kregen veel positieve reacties. Zelfs van mensen uit Brazilië die de diensten volgden. Ik wil wel benadrukken dat de priesters dat zeker niet zouden kunnen. We hebben een sterk team van twaalf personen dat dit mogelijk gemaakt heeft. Dat maakt mij gelukkig.”

“Ik ben geen negativist, maar ik denk dat de kerk pijn zal lijden hierdoor”

Stond het in de sterren geschreven dat u priester ging worden of was het een plotse roeping?

“Mijn familie was niet zo katholiek van thuis uit, maar ik heb veel voorbeelden gekend in de jeugdbeweging van priesters die zich inzetten voor de jongeren. Zij hebben me geïnspireerd om priester te worden. Ik zat toen in mijn laatste jaar humaniora. Geloof was in die tijd nog bijkomstig. In de loop van de seminarietijd heb ik leren geloven. Het was niet allemaal suiker en zeem. Bij momenten heb ik ook getwijfeld.”

U was schooldirecteur en bent deken. U schuwt dus het leiderschap niet?

“Die vragen kwamen vanuit het bisdom. Ik was het gelukkigst als ik mocht lesgeven, tussen de leerlingen staan. Er zijn mensen in Ieper die in het VTI schoolliepen en door mij in de studie moesten blijven. Achteraf zeggen ze nu nog: best dat je dat gedaan hebt. Sommigen zijn nu zelfs bedrijfsleider.”

Klopt het dat u eerder een vooruitstrevende deken was?

“Dat mag je zeggen maar nu word ik oud. De nieuwe dekens zullen een nog modernere visie moeten hebben.”

Er was de laatste jaren veel te doen over het dalend kerkbezoek. Is het dieptepunt bereikt?

“Ik denk dat we aan een kentering zitten. Ik verwacht niet dat we meer kerkbezoekers zullen hebben maar wel dat we een status quo zullen kunnen aanhouden. Ik ga daarbij af op het aantal huwelijken. Ondertussen zijn er door corona wel een paar afgezegd maar ik had 16 huwelijken. Het was jaren geleden dat ik er nog zo veel had. Maar dat ligt niet aan mij. Het pastoraal team is de motor van de zaak.”

Kan de coronacrisis een boost geven aan het geloof? In onzekere tijden kan geloof misschien een houvast bieden?

“Ik denk het niet. We discussiëren daar soms wel eens over onder elkaar. Een aantal jongere collega’s denken inderdaad dat er meer mensen troost zullen zoeken in het geloof. Ik ben geen negativist, maar ik denk dat de kerk pijn zal lijden hierdoor. Omdat mensen zullen weggegroeid zijn van de kerk. Wij hadden een ouder publiek. Die mensen krijgen nu andere gewoontes en een deel zullen vasthouden aan die nieuwe gewoontes. In het najaar zullen we wellicht nog eens moeten kijken naar een herschikking van diensten.”

U kondigde aan dat u in het najaar van 2022 met pensioen gaat. Wat zal u daarna doen?

“Ik ga aan de rand gaan staan. Ik ben nu al bezig aan het afbouwen. Zo zit ik niet meer in het bestuur van het CLB. Ik heb de indruk dat één of twee van mijn jonge priesters meer contact wil hebben met het onderwijs. Misschien kunnen ze me opvolgen.”

Blijft u in Ieper?

“Ik heb nog mijn ouderlijke huis in Werken. Een mooi huis met een grote tuin dat niet verhuurd wordt maar ik ga er waarschijnlijk niet naartoe. Er is ook geen service in dat dorpje. Wellicht zal ik dus in Ieper iets zoeken en vanaf de rand het kerkelijke gebeuren blijven volgen. Als ze me nodig hebben, mogen ze me vragen.”

Bio

Privé: Geboren in Vladslo op 24 juni 1947 als oudste van de vijf kinderen van landbouwers Georges Hemeryck en Paula Staelens. Toen hij vier was, verhuisde hij naar Werken. In dat dorp werd hij op 20 juli 1975 door monseigneur De Smet tot priester gewijd.

Opleiding: Lagere school in Werken, daarna het College in Oostende. Vervolgens trok hij naar het Seminarie in Brugge en volgde hij studies in Leuven

Loopbaan: Van 1976 tot 1989 priester-leraar in het VTI en van 1989 tot 1997 directeur. In december 1996 benoemd als deken van Diksmuide. In december 2006 aangesteld tot deken van Ieper. Hij is voorzitter van de scholengroep van de katholieke secundaire scholen en basisscholen in Ieper en ondervoorzitter van Miras, de koepel van avondscholen.