De wonderjaren van Yves Lampaert: oud-klasgenoten over zijn jeugdige stoten
Zondag doet Yves Lampaert een gooi naar zijn allereerste kassei in Parijs-Roubaix, maar als kind droomde hij niet van een leven als wielerkampioen. De jeugd van Lampie speelde zich voor een groot deel af binnen de muren van de Onze-Lieve-Vrouwschool van Ingelmunster. Dat hij tot een van de beste wielrenners van zijn generatie zou uitgroeien, dat hadden ook zijn voormalige klasgenoten en leerkracht nooit durven denken. “Yves was geen boekenwurm, maar wel al zeer pienter. En nu is hij een erg slimme coureur.”
De Onze-Lieve-Vrouwschool in Ingelmunster, op amper drie kilometer van de ouderlijke hoeve van de Lampaerts in de Zuidstraat, was negen jaar lang de veilige thuishaven van Yves Lampaert. Het zesde leerjaar bracht hij door onder de vleugels van Francky Vandekerckhove (58) en met enkele goeie kameraden als klasgenoten. Wij troonden Brecht Defreyne (27, zelfstandig schrijnwerker), Lisa Demasure (28, hotelreceptioniste) en Philippe Dela Ruelle (28, magazijnier) mee naar hun oude klaslokaal voor een rondje herinneringen ophalen aan de jeugdjaren van de El Sympatico onder de coureurs.
Hoe denken jullie terug aan Yves?
Francky: “Boeken zeiden hem echt niks. Niet om in te lezen en al zeker niet om in te schrijven. (lacht) Maar wanneer we naar buiten trokken, zag je hem zó openbloeien. Echt een kind van de natuur.”
Brecht: “Iedere speeltijd was dikke fun. Ik weet nog dat we heel vaak voetbalden. Of basketbal speelden. En toen al wilde Yves altijd winnen. Hij kon niet tegen zijn verlies. Zelfs in de sporten die hij niet goed kon, wilde hij de beste zijn.”
Philippe: “En gedreven dat hij was! Daarvoor durfde hij al eens wat vuiler uit de hoek te komen. Een duwke of trekske, zolang hij maar aan de bal raakte.”
(Lees verder onder de video)
Lisa: “Sport is altijd al zijn lang leven geweest. Yves en ik waren samen lid van de judoclub Kawaishi, hier in Ingelmunster. Of ik hem nog tegen de grond heb gewerkt? Het zal eerder omgekeerd geweest zijn.” (glimlacht)
Brecht: “Hij was vooral altijd en overal een erg sympathieke gast. Een beetje bruter dan de rest, maar hij is dan ook een echte boerenzoon, hé.”
Een strever kon je hem dus bezwaarlijk noemen?
Francky: “Op de schoolbanken niet, neen. Maar wanneer er te sporten viel, was hij niet te houden. Hij kwam graag naar school, maar de lessen zelf nam hij er bij omdat het moest.”
Brecht: “Maar hij was – en is nog steeds – erg intelligent. Dat zie je nu ook bij hem terug als coureur. Hij gaat erg slim te werk.”
Francky: “Hij zat, wat punten betreft, in de buik van het peloton. Ik ben er zeker van dat hij veel beter zou gescoord hebben, mocht hij af en toe wat meer gestudeerd hebben. Ik vergelijk Yves graag met een diesel. Hij raakte moeilijk op gang, maar eens hij vertrokken was, kon niets hem nog stoppen.”
“Hij was letterlijk door iedereen graag gezien. Net zoals nu, eigenlijk.” – Klasgenote Lisa
Philippe: “Thuis moest Yves op het land meehelpen, hé. Werken en voortdoen, die mentaliteit had hij al van jongs af aan.”
Brecht: “Maar als hij goeie punten behaalde, dan had iedereen in de klas dat gehoord. Zo was hij ook wel.”
Hoe lag hij in de groep?
Lisa: “Zeer goed. Hij was letterlijk door iedereen graag gezien. Net zoals nu, eigenlijk. We hadden in de klas een soort algemene brievenbus. Daar kon iedereen anoniem briefjes voor andere leerlingen in droppen. Yves kreeg elke week een pak post, maar zelf iets schrijven? Ho, maar! (schatert) Dat was niets voor hem.”
Brecht: “Yves was geen haantje de voorste. Hij zat in het pak, viel niet altijd op.”
Dus zijn kattenkwaad bleef onder de radar?
Francky: “Dat nu ook weer niet! Het was een brave kerel om in de klas te hebben, maar af en toe kreeg hij wel zijn portie straf. Daar heeft hij zelfs nog een opstel over geschreven: hij moest een hele week in de gang staan.”
Philippe: “Ik herinner me vooral de keren dat ik met mijn vader, een bakker hier uit de buurt, meetrok op broodronde. We stopten toen ook altijd op de hoeve van Yves’ ouders en wanneer ik hem er zag, sloegen we een praatje. Over de klas of het voetbal. Zo’n simpele dingen blijven je nog het best bij.”
Hadden jullie veertien jaar geleden durven denken dat hij ooit tot de absolute wielertop zou behoren?
Brecht: “Natuurlijk niet. In de lagere school kwam de koers zelfs niet ter sprake bij Yves.”
Lisa: “Ik had ook niet verwacht dat hij het judo vaarwel zou zeggen. Hij was er écht goed in.”
Philippe: “Had hij aan judo blijven doen, dan zaten we hier waarschijnlijk niet om dit verhaal te vertellen.”
Francky: “Als ik me niet vergis, is hij pas op zijn zestiende beginnen koersen. Andere jonge renners zijn dan al enkele jaren bezig. Hij heeft ze allemaal afgetroefd. Ik herinner me nog een verhaal dat hij als jonge coureur als enige stuutjes met gekapt mee had naar een wedstrijd. Iedereen lachte toen met Yves, maar twee jaar later reed hij ze stuk voor stuk uit het wiel. Daar kan je alleen maar respect voor hebben.”
Wie Yves bezig hoort, weet meteen dat hij een rasechte West-Vlaming is. En ook zijn roots als boerenzoon zal hij nooit verbergen.
Brecht: “Dat is toch prachtig? Ingelmunster zit diep in zijn hart en hij is apetrots op zijn achtergrond.”
Philippe: “Ik smul elke keer opnieuw van zijn interviews. Yves is de perfecte ambassadeur voor het West-Vlaams. Dat maakt hem ook authentiek. Hij speelt geen rolletje, hij ís gewoon zo.”
Lisa: “Yves zal nog altijd de moeite doen om goeiedag te zeggen. Dat vind ik mooi. Elke keer als we elkaar zien vraagt hij hoe het met ons zoontje Liam gaat.”
Francky: “Of hij nu vijf of vijftig koersen zal winnen, hij blijft dezelfde. Ik herinner me nog zijn allereerste Parijs-Roubaix. Yves reed nog bij Topsport Vlaanderen en daags na de koers stond hij plots in mijn tuin. Ik was mijn gras aan het afrijden en hij wrong zich gewoon door de haag. ‘Hier meester’, zei hij. ‘Dit truitje droeg ik gisteren. Je mag het hebben.’ Ik stond van contentement te wenen aan mijn grasmachine. Maar zo’n gebaar typeert hem helemaal.”
Hij blijft, ondanks het succes, ook zeer bescheiden.
Brecht: “Zo zit hij gewoon in elkaar. Voetjes op de grond.”
Philippe: “Dat heeft hij mee van thuis. Zijn ouders, broer en zus zijn ook zo. “
Francky: “Dat zie je ook aan de manier hoe hij zijn supportersclub Forza Lampaert benadert. Hij draagt die mensen op handen. Bij de jaarlijkse quiz begroet hij iedereen aan de deur, haalt hij antwoordbladen op en zetelt hij in de jury. En bij de prijsuitreiking geeft hij elke deelnemer persoonlijk een bussel prei van de ouderlijke hoeve mee naar huis. Welke coureur zou dat doen?”
Volgen jullie zijn carrière op de voet?
Brecht: “Ik ben, net als meester Francky, lid van zijn fanclub. We waren erbij toen hij in Binche Belgisch kampioen werd. Een memorabele dag, want we hadden dat stadje al de hele dag op stelten gezet. En dan wint onze chouchou ook nog eens…”
Philippe: “Ik zat die dag aan mijn televisie geplakt. Vroeger klopte mijn hart alleen maar voor het voetbal en RSC Anderlecht, nu bekijk ik alle koersen waar Yves in te zien is. Dankzij hem heb ik die sport ontdekt.”
Lisa: “Klopt. Wielrennen zei me vroeger niks, maar nu wil ik Lampie toch aan het werk zien.”
“Het was mijn taak om hem Algemeen Nederlands te leren, maar ik ben blij dat het niet hélemaal gelukt is.” – Meester Francky
Brecht: “Hij bezorgt ons ook zoveel mooie momenten. Toen hij vorige zomer bijna de slotrit van de Ronde van Frankrijk op de Champs-Élysées won… Mijn stoel was haast kapot van er heen en weer op te schuiven.”
Francky: “Dat was niet normaal. Ik ben toen zeker drie jaar van mijn leven verloren.”
Lisa: “Mij blijft vooral zijn huldiging op de Markt van Ingelmunster bij. Yves was net Belgisch kampioen geworden en net voor een WK-wedstrijd van de Rode Duivels werd hij op het podium gehesen, met een bomvol plein voor zich. Voetbal was toen helemaal bijzaak, dankzij onze Yves.”
Yves spendeerde hier negen jaar op de schoolbanken. Koestert hij deze plek?
Francky: “Daar ben ik van overtuigd. Hij is peter van de fluo-actie van onze school. We stimuleren onze leerlingen om altijd een fluohesje te dragen op weg naar en van school en sinds Yves zich heeft geëngageerd, is het percentage gestegen van 92 naar 98,2 procent. En het mooie is: hij geniet daar ook zelf van. We zijn oprecht trots dat Yves een oud-leerling van ons is.”
Hebben jullie nog een goeie raad voor Yves?
Brecht: “Ga niet in de politiek, want je kan geen toten trekken. En dat is maar goed ook.”
Lisa: “Blijf gewoon jezelf, het legt je geen windeieren.”
Philippe: “Geef meer interviews. Of nog beter: ga voor een eigen talkshow. Eindelijk iets goed op televisie, dan.” (lacht)
Francky: “Ik sluit me daar bij aan. Het was mijn taak om hem Algemeen Nederlands te leren, maar ik ben blij dat het niet hélemaal gelukt is.”
Tot slot: welke koers mag hij dit jaar nog winnen?
(in koor): “Parijs-Roubaix! Die is hem op het lijf geschreven.”
Brecht: “Maar een nieuwe Belgische titel is ook goed voor ons.”
Francky: “Waarom geen stapje verder? Wereldkampioen!”
Brecht: “Dan weet ik niet wat er zou gebeuren. Het feestje na zijn nationale titel in ons supporterscafé De Wante was al knettergek. Mocht Yves wereldkampioen worden, dan zwieren we dat hele café gewoon in de lucht!”
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier