De vlam van Ingelmunster schittert op het Marktplein

Hein en partner Chrisje bij het kunstwerk 'De vlam van Ingelmunster' op het Marktplein. © (foto FODI)
Redactie KW

Op het Marktplein staat met ‘De vlam van Ingelmunster’ een blijvende herinnering aan de vijfde editie van Studio Kontrabas. Het kunstwerk telt liefst 2.150 koperen hartjes. Kunstenaar Hein Denturck was uren zoet met het aan elkaar lassen van alle hartjes.

Toen Hein Denturck in het najaar van 2019 aan het vervaardigen van een kunstwerk voor Studio Kontrabas dacht, had hij nooit vermoed dat het zo’n succes zou worden. Hij zat met een plan, wilde iets maken dat vele mensen zouden blijven koesteren, maar hoe het ontwerp eruit moest zien, dat was een ander paar mouwen. Gelukkig kon Hein rekenen op enkele dorpsgenoten die hem met raad en daad bijstonden, waaronder Filip Soenens en Geert Naert-Defreyne.

Laswerk

Een kunstwerk moet immers op een sokkel worden geplaatst die stevig genoeg is. En hoe las je allerlei hartjes aan elkaar aan een kunstwerk? Hein kreeg instructies van Filip Soenens en Geert Naert-Defreyne, die ook tijdens de 72 uren van Studio Kontrabas stand-by waren om hem bij te staan, indien nodig. Was de gasfles leeg, dan moest Hein maar even bellen en Filip was daar met een nieuw exemplaar. Zat Hein met andere technische vragen, dan kon hij snel bij Geert terecht. Hein kon ook rekenen op onder andere Tuur Martin en Sabine Tytgat, die hielpen met het kloppen van de namen in de koperen hartjes op het Marktplein.

De koperen hartjes zelf waren geen eigen werk. Hein en partner Chrisje haalden die afgewerkt af bij een firma in Antwerpen. “Ik hoopte op 1.000 hartjes, maar dat het er zoveel zouden worden, had ik nooit vermoed. Dat is toch prachtig?”, vertelt Hein in zijn flat in de Weststraat. “De voorbereiding duurde één maand. Ik kan niet exact het aantal uren vermelden dat ik er mee bezig was. Qua laswerk had ik zéker 100 uur nodig. Tijdens Studio Kontrabas stond ik zelfs eens 12 uur aan een stuk te werken. Ik klopte geen enkele keer op mijn vingers, alhoewel sommigen dat hadden voorspeld.”

“Wie een hartje kocht, vertelde er meestal ook een verhaal bij”

Ook de administratie was niet te onderschatten. “Mijn partner Chrisje maakte blaadjes van 1 tot 500, later tot 1.000, daarna tot 2.000 en nadien tot het laatste hartje: 2.150. Op het ene blaadje stond het geschonken bedrag, op het andere met hetzelfde nummer de naam die op het koperen hartje moest worden geklopt. Op die manier hadden we een duidelijk zicht wat er al was afgewerkt en welke namen er nog geklopt moesten worden. Sommige mensen storten 5 euro voor één hartje, anderen betaalden er 10 of zelfs méér. De meeste hartjes verkochten we aan dorpsgenoten, maar we verkochten er ook in Chili, Australië, Antwerpen en Oost-Vlaanderen. Heel wat mensen leerden ons initiatief immers via sociale media kennen en besloten te steunen. Al dat geld schonk ik integraal aan Studio Kontrabas.”

Tranen

Wie langs het Marktplein passeert, merkt dat mensen regelmatig staan te kijken naar ‘De vlam van Ingelmunster’, dat ze de namen bestuderen of zelfs namen zoeken. “Het is een bedevaartsoord aan het worden”, glimlacht Chrisje. “Wie tijdens Studio Kontrabas een hartje kocht, vertelde meestal ook een verhaal. Op één koperen hartje staat er ‘2020’. De grootouders kochten er drie aan: twee voor hun kleinkinderen, het derde kleinkind ziet dit jaar het levenslicht. Ik stelde zelf ‘2020’ voor. Op die manier verwijst ook één hartje naar de periode waarin het kunstwerk werd gemaakt. Een jong meisje vroeg een hartje aan voor haar overleden broertje. Ik krijg nog tranen in mijn ogen wanneer ik aan haar verhaal denk”, vult Hein aan.

“Ik heb dat hartje er zelfs onmiddellijk aangelast. Verschillende bezoekers filmden ook mijn werkzaamheden, zodat ik op menig sociaal medium te zien was. Ik wilde op zondagavond – bij het afsluiten van 72 uren Studio Kontrabas – mijn kunstwerk ook afgewerkt hebben, maar ik slaagde daar niet in. Ik was fysiek kapot, ik zat er helemaal door. De maandag heb ik het afgewerkt. Op de spitsen staan de namen van de vier Studio Kontrabas-presentatoren, hun twee trouwe medewerkers, de naam van mijn partner Chrisje en mezelf.”

Het kunstwerk heeft ondertussen zijn definitieve plaats gekregen op het Marktplein.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier