DE KETTING VAN DE KRAK (35): Marleen Demeyer heeft een haat-liefdeverhouding met de zorgsector

Marleen Demeyer was vorig jaar de Krak van Torhout. © a-JS
Redactie KW

In 2014 kozen jullie massaal de Krak van je gemeente. Op kw.be laten we in een nieuwe rubriek deze lokale helden één per één nog eens aan het woord. Zo vormen we de Ketting van de Krak. Deze week vertelt Marleen Demeyer dat ze tijdskrediet neemt om voor haar zoon met een zware beperking te kunnen zorgen.

Marleen Demeyer is de weduwe van Eddy Carrette, die in 2005 overleed aan kanker, en de moeder van Jürgen, Ilse en Dieter. “Ik blik met genoegdoening terug op mijn overwinning van de Krak van je Gemeente. Ik ben overal wel een beetje gekend in en rond Torhout. Ik geef namelijk overal les in West-Vlaanderen. Eerst was ik regentes huishoudkunde en daarna was ik meer dan 25 jaar in dienst van de KVLV waarvoor ik koken, bloemschikken en creativiteit gaf”, legt Marleen uit.

Niet bij de pakken blijven zitten

“Mijn vrije tijd gaat vrijwel volledig naar de zorg voor mijn oudste zoon Jürgen. Hij heeft een zware beperking. Jürgen werd geboren met hydrocefalie, beter bekend als een waterhoofd. Hij is ook blind en mentaal erg beperkt. Jürgen kan niet zelfstandig stappen, maar wordt wel elke morgen vrolijk wakker. Vermoedelijk heeft mijn sociaal verhaal een rol gespeeld in het feit dat ik verkozen ben tot Krak. De titel verlicht natuurlijk de pijn niet om het verlies van mijn man Eddy en de lichamelijke problemen van mijn kind, maar was voor mij wel een aansporing om niet bij de pakken te blijven zitten“, klinkt het.

Kwaad op het systeem

“Mijn zoon is als gevolg van medische fouten blind geworden. Dat zorgt ervoor dat ik soms kwaad ben op het systeem. Ik ben momenteel in tijdskrediet om voor mijn zoon te kunnen zorgen. Het is namelijk erg moeilijk om een oppas te vinden voor hem. Ook bij de CM en Familiezorg West-Vlaanderen vind ik niet direct de gepaste hulp. De rechterzijde van het lichaam van Jürgen is al sinds zijn twee jaar door een hersenbloeding verlamd. In 1999 heeft hij na het plaatsen van een nieuwe pomp een zware ziekenhuisinfectie opgelopen en een tijdje in coma gelegen. Ooit hadden we Willy Sommers op bezoek uit steun voor Jürgen als gevolg van een sociale actie. Ik trek mij op aan zulke initiatieven. Positief in het leven staan, ondanks soms heel wat tegenslag, is belangrijk“, aldus nog Marleen.

Curieuzeneuzen als we zijn bij KW, hebben wij ook nog enkele andere vragen voor de Kraks.

Welke slechte gewoonte heb je?

“Ik wil altijd alles perfect doen. Misschien ben ik te perfectionistisch, al kan dat ook een positieve eigenschap zijn. In bepaalde gevallen is dat hinderlijk, vooral als je met mensen moet samenwerken.”

Waarvoor mogen we je altijd wakker bellen?

“Wanneer je een geldprijs gewonnen hebt of voor een etentje met David Vandyck of een andere schlagerzanger op een Grieks eiland. Ik ben fan van veel schlagerzangers. Ze zijn sympathiek en drukken hun levenservaringen uit in hun liedjes.”

Met welke bekende mens zou je wel eens aan de toog willen hangen?

“Ik zou graag eens aan de toog hangen met Yves Vanderhaeghe en Marc Coucke. Het zijn twee vlotte personen met wie ik een totaal ander gesprek zou kunnen hebben dan in mijn dagelijks leven. Ik denk dat het zou uitdraaien in uitbundig lachen. Want lachen hebben we allemaal nodig. Het is een middel om je te ontspannen in onze dagelijkse sleur.”

Als je nog één jaar te leven had, wat zou je dan zeker nog willen doen?

“Eens goed mijn gedacht zeggen tegen politici, dokters en mensen die met de zorgsector te maken hebben. En ook heel belangrijk voor mezelf: op reis gaan zonder zorgen.”

Op wie ben je gezond jaloers en waarom?

“Op mensen die zorgeloos door het leven gaan, die niet beseffen dat lichamelijke en motorische problemen het leven moeilijk maken. Mensen die met niets rekening moeten, die niet stilstaan bij het leven en denken dat alles rozengeur en maneschijn is. En daarbij nooit de klok in het oog moeten houden en geen rekening moeten houden met anderen.”

Wat is je grootste angst?

“Ik hoop nooit zelf getroffen te worden door een ongeneeslijke ziekte of door het leven te moeten gaan waarbij je niet ziet of hoort.”

(MF)