De Ideale Wereld-gezicht Sarah Vandeursen : “Schaamte? Dat heb ik totáál niet”

Sarah Vandeursen: “De jaren hebben me rustiger gemaakt, de kwaadheid en frustratie zijn afgenomen. Conny Komen is nu Conny Meer.”©Christophe De Muynck Christophe De Muynck
Sarah Vandeursen: “De jaren hebben me rustiger gemaakt, de kwaadheid en frustratie zijn afgenomen. Conny Komen is nu Conny Meer.”©Christophe De Muynck Christophe De Muynck
Philippe Verhaest

Als de helft van de cultband Kenji Minogue veroverde ze stormenderwijs half Vlaanderen en één luttele aflevering in ‘De Slimste Mens Ter Wereld’ leverde haar een contract bij Woestijnvis op. Dat Sarah Vandeursen stilaan een gevestigde waarde in het mediawereldje is, daar staat de Brugse ook zelf nog vaak van te kijken. “Mijn leven is een aaneenschakeling van toevalligheden. Maar ik ben er wél content mee.”

Een grijze novembernamiddag op een steenworp van de Dampoort, het tweede treinstation van Gent, officieuze hoofdstad der uitgeweken West-Vlamingen. In een klein, maar stemmig rijhuisje heeft Sarah Vandeursen haar stek gevonden, maar haar jeugd bracht ze door in Brugge. “Die stad zal altijd wel een plekje in mijn hart hebben”, zegt ze. “Maar een terugkeer zit er écht niet meer in. Ik ben op en top West-Vlaming, maar Gent is mijn thuis. Je moet hier trouwens al je best doen om géén West-Vlamingen tegen het lijf te lopen.”

Laat ons eerst even peilen naar je gemoedstoestand. Hoe gaat het met Sarah Vandeursen tijdens deze tweede lockdown?

“Hoe da ’t is? Redelijk ça va , toch. De herfst is traditioneel een moeilijker moment voor me. Het vallen van het blad, de kortere en donkere dagen… Ik moet in die flow zien te raken en dat vergt wel wat energie. Maar tegelijk kan ik die veranderende wereld wel appreciëren. De gezelligheid thuis, het appreciëren van de doodgewone dingen… Alleen krijgen we daar dit jaar nog dat hele coronaverhaal bovenop. Dat nijpt wel. Net als veel andere mensen kamp ik met een zekere coronamoeheid.”

Loop je de muren nog niet op door de strenge maatregelen?

“Ik heb het lastiger dan tijdens de eerste lockdown. Toen kon ik de situatie makkelijk aanvaarden. Je leven even halvelings op pauze zetten, ik denk dat we daar allemaal wel deugd van hebben gehad. De lente was toen ook net begonnen en je zag de natuur nog meer dan andere jaren ontwaken. Nu gebeurt het omgekeerde: wij moeten binnen blijven en de wereld rondom ons maakt zich klaar voor een diepe winterslaap. Al kus ik mijn beide pollen dat ik ook nu weer kan blijven doorwerken. Een luxe die lang niet iedereen gegeven is. Op vlak van inkomen moet ik me geen zorgen maken.”

“In een Parijse nachtclub dachten ze dat we in het Japans zongen. Zie je, West-Vlaams is dé universele taal bij uitstek” – Sarah Vandeursen

Waar trek je je aan op?

“Heel simpele dingen. Tijd doorbrengen met mijn dochter, bloemen in huis halen… En lekker eten. Zo eens op het onverwachts oesters kopen, de max. Of uitgebreid koken voor Marilou en mezelf. Om het met een populaire term uit te drukken: af en toe eens goed voor jezelf zorgen. En ja, net als de rest van Vlaanderen ga ik nu af en toe wandelen. Kuddedieren die we zijn.” (lacht)

Heeft corona al in je eigen omgeving toegeslagen?

“Binnen mijn gezin of familie nog niet, maar een collega bij Woestijnvis had wel al touche . Dan moesten we in september met de hele groep een weekje in quarantaine. En éigenlijk vond ik dat niet zo erg. Je wist waar je aan toe was en er was ook perspectief: na zeven dagen mocht je weer los. Net daarom is het zo belangrijk dat we met z’n allen iets hebben om naar toe te leven. Dat houdt de moraal hoog. Maar laten we nu stoppen over dat hele coronagedoe. Het beheerst onze levens al genoeg.”

Deal. Ga je even mee terug naar de oertijden? Op je Wikipediapagina staat te lezen dat je tot 2006 tegen je goesting als educatief medewerker aan de slag was. Echt?

“Ik heb dat ook gezien, ja. Ik zou heel graag eens willen weten wie dat daar op geplaatst heeft. Misschien mijn ex-baas? Ik heb er geen idee van. Maar het klopt ergens wel. Ik was toen net mama geworden en had mijn allereerste werkplek beet. Die was me verkocht als een creatieve job, maar in realiteit zat ik er compleet vast te roesten. Vergelijk het met een kamerplant die je stelselmatig vergeet water te geven. Ik zou er een langzame dood sterven. Ik heb uiteindelijk mijn ontslag ingediend.”

En net toen passeerde de Kenji Minogue-trein.

“Zoiets, ja. Al is dat hele verhaal ook erg stoemelings tot stand gekomen. Op De Gentse Feesten van 2011 leerde ik Emilie De Roo (de andere helft van het Kenji Minogue-duo, red.) toevallig kennen en er was meteen een klik. Toen ik voor mijn verjaardag een absurde radioshow voor mijn vrienden had gemaakt, zag Emilie me aan het werk en beloofden we elkaar om samen iets te doen. Wat dat zou worden, moest nog concreet ingevuld worden, maar tijdens een etentje bij Emilie en haar man zagen we het licht. Hij is producer en in zijn thuisstudio liet hij ons een beat horen. Toen hebben we in één take Naam, familienaam opgenomen. Je hoort me tijdens het nummer zelfs in de lach schieten, zo gek was het. Maar die ene onnozele avond heeft wel héél veel in beweging gezet.”

De jaren erop waren één langgerekte rollercoaster. Hoe kijk je daarop terug?

“Ergens is het surreëel, toch? Twee West-Vlaamse meisjes die als Conny Komen en Fanny Willen plots een hit worden, met dank aan het wereldwijde web. Ik snap het nog altijd niet zo goed. Geen van ons beiden heeft ooit zanglessen gevolgd, maar plots stonden we op het podium van Pukkelpop en raceten we van optreden naar optreden. In Parijs hebben we zelfs in de nachtclub van regisseur David Lynch op het podium gestaan en het publiek ging volledig los. Ze dachten zelfs dat we in het Japans zongen. Zo zie je maar: West-Vlaams is dé universele taal bij uitstek.”

In 2016 belandde jullie muziek zelfs in ‘Belgica’, een film van Felix Van Groeningen.

“In samenwerking met Soulwax én in het Italiaans. Echt, zoiets kan je toch vooraf niet bedenken? Dat kan geen enkel carrièreplan uitstippelen. Het was een enorme zotte periode. Twee albums, geniale optredens… En via Spotify worden onze hersenspinsels nog altijd gretig gestreamd.”

 ©Christophe De Muynck Christophe De Muynck
©Christophe De Muynck Christophe De Muynck

Fanny Willen en Conny Komen zitten nu al enkele jaren in de koelkast. Of is die ondertussen ingewisseld voor de diepvries?

“Dat durf ik niet zeggen. In 2018 hebben we tijdens De Gentse Feesten op het Sint-Baafsplein een memorabel optreden gegeven. Op het podium hadden Emilie en ik hetzelfde gevoel: beter zou het nooit meer worden. We beleefden er simultaan ons cultureel orgasme. Sindsdien hebben we en plein public ons ding niet meer gedaan. Maar voorbij-voorbij is het voorlopig nog niet, al weigeren we om Kenji Minogue kunstmatig in leven te houden.”

Mis je het optreden niet?

“Dat wel. Zo live voor een menigte compleet los kunnen gaan, dat is eten en drinken voor mij. Mijn grote uitlaatklep, op het podium kon ik al mijn frustraties de vrije loop laten. Of ik dat nu nog nodig heb, weet ik niet. De jaren hebben me rustiger gemaakt, de kwaadheid en frustratie zijn afgenomen. Conny Komen is nu Conny Meer . Er zit zelfs een stukje Ingeborg in mij. Bij momenten volledig zen. Emilie en ik zijn wel nog altijd zeer goeie vriendinnen. We hebben veel contact en wie weet wat de toekomst nog brengt. Als het bij allebei weer begint te kriebelen…”

Volgt dan de grote comeback van Kenji Minogue?

“Of kom ik met solowerk naar buiten. Die ambitie is er echt. Ik ben doordrongen van muziek en zou op dat vlak nog serieuze stappen willen zetten. Zelf zou ik de iets serieuzere toer willen opgaan en melancholische nummers ten berde brengen. Alleen: de zelfdiscipline is er niet altijd. Ik vind altijd wel een excuus: geen tijd, mijn bureau is nog niet af… Ik zal mezelf echt eens moeten verplichten en misschien blaas ik de hele Vlaamse muziekwereld dan wel van zijn sokken.” (grijnst)

Je muzikale escapades hebben wel de deuren richting de mediawereld voor je geopend.

“Daar ben ik me van bewust. Als de helft van Kenji Minogue mocht ik deelnemen aan De Slimste Mens Ter Wereld . Ik hield het amper één aflevering vol, maar het leverde me wel een contract bij Woestijnvis op. Net als zoveel zaken in mijn leven het resultaat van een aaneenschakeling van toevalligheid. Maar ik ben er wél content mee. Ik mag elke dag mijn droomjob doen, maar ken ook de andere kant van de medaille. Dan komt de nuchtere Sarah wel eens boven water.”

Nu zien we je twee keer per week de revue passeren in De Ideale Wereld. Iets wat je ondertussen een redelijk bekende kop heeft opgeleverd. Je mag je stilaan een Bekende Vlaming noemen.

“Of toch een halve. Ik vind het nog altijd ongemakkelijk als iemand me aanspreekt. Ik word er zelfs verlegen van, iets waar ik normaal maar weinig last van heb. Maar goed, dat is een bijwerking van met je hoofd op televisie te verschijnen. Ik vind het ook zo ambetant om een leuk voorstel af te wijzen. Neem nu dat bijrolletje in het tweede seizoen van Undercover op Eén (Sarah speelde er een linedancer op de ranch van Laurent Berger, red.) . Dan ben je plots op zondagavond in het meest bekeken blok van de televisieweek in Vlaanderen te zien. Het smaakt ook naar meer, ook de iets ernstigere rollen. In seizoen twee van Callboys vertolkte ik een boekhouder. Compleet andere rol, maar even leuk om te doen.”

Ook in De Ideale Wereld kan je je acteertalent op de wereld los laten. Daar kruip je als een kameleon van het ene personage in het andere.

“Geniaal, toch? Het is ook de perfecte leerschool. De omgeving is toch net iets minder intimiderend dan de set van een grote productie. Met grote spots en rasacteurs rondom je. Bij De Ideale Wereld gaat het er net iets losser aan toe. Al is er over elke sketch énorm goed nagedacht. Soms ziet het er rap-rap in elkaar gebokst uit, maar dat is net de kunst.”

“Muzikaal wil ik de iets serieuzere toer opgaan. Misschien blaas ik wel de muziekwereld van zijn sokken” – Sarah Vandeursen

Jij neemt vaak de rolletjes voor je rekening die compleet ‘over the top’ zijn. Als conceptuele kunstenares over de vloer van de vertrekhal van de luchthaven van Zaventem kronkelen of vanop een grote aanhangwagen vanuit het niets gepersonaliseerde nummers zingen in een rustige woonwijk: geen probleem voor Sarah.

(lacht) “Dat is iets raar. Wanneer de camera begint te lopen, voel ik alle schaamte uit mijn lijf wegvloeien. Zolang ik er de humoristische waarde van kan inzien, ga ik vollen bak . Alsof ik een mentale knop omdraai. Pas als ik nadien de beelden zie, durf ik wel eens te blozen. Dan denk ik: Sarah alik, wat heb je nu weer gedaan?

Elke aflevering stel ik me de vraag hoe het mogelijk is dat de gewone man in de straat zo makkelijk in jullie verhaaltjes meegaat.

“Daar sta ik ook van te kijken. We zeggen vooraf vaak tegen elkaar: nu vallen we door de mand. Maar elke keer opnieuw slagen we in ons opzet. Ergens is dat wel schattig, die goedgelovigheid. Het allerstrafste vond ik toen VS-president Barack Obama in 2014 het Amerikaans kerkhof in Waregem zou bezoeken. Mijn collega Luc Haekens trok een week eerder naar het centrum van de stad met een man die in de verste verten niet op Obama leek. En toch dachten heel wat mensen dat het de president zelf was. Ongelooflijk.”

Zelf zit je ook niet om een stunt meer of minder verlegen. In 2016 liet je voor het VIER-prorgramma De Idioten een tattoo van Paul D’Hoore op je heup zetten.

“Dat is toch het zotste wat ik ooit heb gedaan. Maar ik ben er gelukkig mee. Ik speel zelfs met het idee om aan de andere kant van mijn heup Jean-Bosco Safari te laten vereeuwigen.”

Wat vindt Paul D’Hoore zelf van het feit dat hij op je lichaam vereeuwigd is?

“Dat weet ik niet. Ik heb hem destijds gebeld, maar belandde op zijn voicemail. En tot op vandaag heeft hij nog niet gereageerd. Terwijl er duizend vragen op een antwoord wachten. Wat zegt zijn familie daarvan? En wat vindt zijn vrouw? Ik zou hem mijn Paul D’Hoore toch graag eens tonen.”

 ©Christophe De Muynck Christophe De Muynck
©Christophe De Muynck Christophe De Muynck

Je dochter Marilou is ondertussen 12. Hoe kijkt zij naar de stoten van haar mama?

“Ik denk dat ze wel tof vindt wat ik doe. Soms rolt ze wel eens met haar ogen. Zo kwam ik onlangs thuis in van die marginale kleren en met puree in mijn haar, recht van de opname van een sketch. Dan zie je ze wel haar wenkbrauwen fronsen. En ik besef ook dat ze uiteindelijk alles via het internet kan opzoeken, maar ik heb nergens spijt van. Ik sta achter alles wat ik tot nu toe gedaan heb. Enkel aan politiek geladen onderwerpen zal ik me niet wagen. Dat kan veel kapot maken.”

Je West-Vlaamse roots verberg je op geen enkel moment. Bewust?

“Ergens wel, maar ook uit noodzaak. Ik kán Algemeen Beschaafd Nederlands praten, maar dat komt zo gekunsteld over. Dan liever de gekuiste versie van het West-Vlaams, dat is nog altijd beter dan kiezig Antwerps. Leve het Algemeen West-Vlaams. We moeten ook preus zijn op ons taaltje. Dat bindt ons, waar we ook ter wereld zijn.”

Je woont ondertussen sinds je zeventiende in Gent. Zie je jezelf ooit nog naar de heimat terugkeren?

“Neen. Dat hoofdstuk is volledig afgesloten. Brugge is mooi, maar ook een poppenkast. ’s Avonds is het er compleet doods en even saai als Bokrijk. Er hangt ook een eerder conservatieve sfeer over de stad, toch toen ik er woonde. Twintig jaar geleden belandde ik voor mijn hogere studies in Gent en kreeg ik er een aha-erlebnis. Er ging een andere en veel bredere wereld voor me open, hier voel ik me thuis. Maar ook hier ben ik omgeven van de West-Vlamingen. Mijn broers zijn me naar hier gevolgd, mijn vrienden wonen hier… Al zal Brugge altijd een plekje in mijn hart hebben. Je roots kan je nooit verloochenen, hé.”

Hoe zie je je toekomst? De rest van je carrière bij De Ideale Wereld?

“Momenteel zit ik daar perfect, maar ik wil nog heel veel doen. Zo vroeg een regisseur me om een eerste versie van een filmscenario te schrijven, iets waar ik meteen mijn tanden in heb gezet. Wie weet sta ik dus straks ook als coscenarist te boek. Maar misschien moet ik ook een beetje op de rem durven staan. Ik nader de veertig en heb al evenveel gedaan als sommige mensen in een heel mensenleven. Aan de andere kant: de honger is nog héél groot. En als ik dan toch een plan B moet hebben, dan ga ik voor een combinatie tussen chef-kok en tuinier. Twee zaken waar ik mezelf in kan verliezen. Nu ik erover nadenk, daar zit misschien wel een perfect televisieformat in: een mix van Piet Huysentruyt en Wim Lybaert. In ’t West-Vlaams, natuurlijk.”