De ene zone is de andere niet: zoveel betaalt jouw gemeente aan de lokale politie

Professor Jelle Janssens (UGent), expert op vlak van politieorganisatie: “Wie in aantal agenten per gemeente denkt, verliest. Wie in termen van slagkracht en mogelijkheden denkt, wint bij werken op grotere schaal.” (Foto Davy Coghe)©Davy Coghe Davy Coghe
Professor Jelle Janssens (UGent), expert op vlak van politieorganisatie: “Wie in aantal agenten per gemeente denkt, verliest. Wie in termen van slagkracht en mogelijkheden denkt, wint bij werken op grotere schaal.” (Foto Davy Coghe)©Davy Coghe Davy Coghe
Olaf Verhaeghe

Van 63 euro per Mesenaar tot meer dan 360 euro per inwoner van De Haan of Knokke-Heist. De bedragen die de West-Vlaamse gemeenten voor 2021 storten aan hun respectievelijke politiekorpsen verschillen fors, zo blijkt uit onderzoek van onze redactie. Vooral in de landelijke gemeenten ligt de gemeentelijke politiekost per inwoner een pak lager dan in de grote steden en aan de kust. En daar heeft de rijkswacht mee te maken.

Laat ons hopen dat je hen niet al te vaak nodig hebt of noodgedwongen tegenkomt. En toch is het zo belangrijk dat ze er zijn: de lokale politie. In West-Vlaanderen is die lokale politie nog altijd verdeeld over 19 zones, soms bevoegd voor één stad of gemeente zoals de zones Middelkerke, Brugge en Oostende, veel vaker voor een groter gebied. Denk maar aan de zone ARRO Ieper die zich uitstrekt over tien gemeenten: Ieper, Poperinge, Heuvelland, Vleteren, Mesen, Staden, Wervik, Zonnebeke, Moorslede en Langemark-Poelkapelle.

Elk jaar betalen de lokale besturen een aanzienlijke som geld aan werkingskosten voor die lokale politiezones, de zogenaamde gemeentelijke dotaties. In totaal gaat het voor alle 64 West-Vlaamse gemeenten in 2021 om dik 192 miljoen euro, goed voor gemiddeld 160,27 euro per inwoner. Die toegestane werkingssubsidies zijn opgenomen in de meerjarenplannen van de lokale besturen.

Van 63 tot ruim 360 euro

Maar tussen de gemeenten bestaan erg grote verschillen. Zo draagt de stad Mesen het minst per inwoner bij aan de politiezone ARRO Ieper: 62,98 euro per Mesenaar. Ook in Wingene (65,08 euro), Moorslede (66,08 euro), Zonnebeke (67,25 euro) en Alveringem (67,38 euro) ligt de gemeentelijke dotatie per inwoner aan de lage kant.

Helemaal anders is het aan de kust en in de centrumsteden van West-Vlaanderen. Zo maakt Knokke-Heist volgend jaar bijna 12 miljoen euro vrij voor de lokale politiezone, goed voor 362,08 euro per inwoner. De Haan (360,44 euro), Blankenberge (330,70 euro), Oostende (301,53 euro), De Panne (301,07 euro), Koksijde (269,12 euro), Nieuwpoort (263,23 euro) en Brugge (255,20 euro) volgen. Kortrijk staat met 200,62 euro per inwoner op plaats 11, Roeselare met 155,24 euro per Roeselarenaar op plaats 14.

Discussie tussen gemeenten

In de gemeenteraad van maandag in Roeselare hekelde Immanuel De Reuse, raadslid voor Vlaams Belang, dat buren Izegem en Hooglede “niet evenredig mee betalen voor de politiezone RIHO”. Die discussie duikt wel vaker op, ook in kleinere steden en gemeenten die vrezen te weinig politiemacht terug te krijgen voor hun bijdrage. Vier jaar geleden bijvoorbeeld hekelde burgemeester Ward Vergote (Visie) van Moorslede de te grote afstand en de te beperkte politiewerking. “Niet zelden moet een ploeg tot een halfuur rijden voor een interventie, dat is te lang”, klonk het toen.

Vandaag is burgemeester Vergote een stuk blijer met de politie. “We hebben er wel voor moeten vechten, maar de verstandhouding loopt nu vlotter. Het kan altijd beter, maar met wat we nu als jaarlijkse dotatie betalen en daarvoor terugkrijgen, kan ik leven. Trouwens, mocht ik willen verhuizen naar de zone RIHO, dan verdubbelt de jaarlijkse bijdrage. Uiteraard speelt dat mee.”

Bij de rijkswacht

Naast de gemeentelijke dotatie staat ook de federale overheid elk jaar in voor een deel van het budget van de lokale politiezones. “Eigenlijk is de financiering historisch scheefgegroeid”, oppert professor criminologische wetenschappen Jelle Janssens (UGent). Hij is expert op vlak van politieorganisatie en onderzocht de voorbije jaren hoe die eventueel verbeterd kan worden.

“De verdeling tussen de gemeentelijke dotatie en wat de federale overheid jaarlijks bijdraagt, stamt uit het tijdperk van de gemeentepolitie en de rijkswacht. Bij de grote politiehervormingen eind jaren 90, na de ontsnapping van Dutroux waarbij beiden samensmolten in één werking, weigerden heel veel burgemeesters te betalen voor de rijkswachters. Dat was vooral het geval in kleinere, landelijke gemeenten die doorheen de jaren niet veel in eigen gemeentepolitie investeerden, in tegenstelling tot grotere steden zoals Brugge of Kortrijk.”

“Wie als kleine gemeente bij een grotere zone wil aansluiten, is altijd slechter af” – Jean-Marie Dedecker, burgemeester van Middelkerke

Ook vandaag speelt die opdeling nog mee en krijg je situaties waar de ene zone voor ruim 60 procent federaal wordt gefinancierd (Spoorkin bijvoorbeeld) ten opzichte van zones waar de gemeentelijke dotatie ruim 70 of zelfs 75 procent bedraagt (Blankenberge/Zuienkerke, Westkust, Brugge, Knokke-Heist/Damme of Vlas). “Kort door de bocht gesteld, worden de steden en gemeenten die vroeger al veel investeerden in eigen politie nog altijd gestraft . Zij moeten nog altijd meer betalen”, stelt professor Janssens. “Dat zorgt ervoor dat op veel plekken de politiezone enorm weegt op de gemeentelijke uitgaven.”

Slagkracht eerder dan blauw

Niet dat dat een politiek probleem hoeft te zijn, aldus de professor nog. “Burgemeesters stoefen al eens graag met hoeveel ze investeren in politie en veiligheid. Maar tegelijk stelt zich wel de vraag of dat altijd in het belang van de burger is. De argumenten van meer blauw op straat en snel ter plaatse zijn vrij populistisch en getuigen van een gebrek aan kennis. Het moet gaan over slagkracht van je politie, en die kan je verhogen door te specialiseren en samen te werken over de zones heen. Gericht werken, in thema’s in plaats van een agent te hebben die álles moet kunnen.”

Samenwerkingen

Die samenwerkingen bestaan vandaag al in West-Vlaanderen, denk maar aan het WVL4-project waarbij de zones Westkust, Polder, RIHO en Vlas de krachten bundelen. En ook fusieplannen lagen al eerder op tafel. “Maar, en dat blijkt uit gesprekken met burgemeesters overal, de politieke wil om daaraan mee te werken ontbreekt te vaak”, aldus professor Jelle Janssens. “Elke keer lopen die plannen vast op de centen.”

Jean-Marie Dedecker, burgemeester van Middelkerke voor Lijst Dedecker en dus hoofd van de eigen politiezone, gruwelt bij het woord schaalvergroting . “Als kleintje bij een grotere zone gaan: dan ben je altijd slechter af. Je betaalt meer en je krijgt minder, dat hebben we gezien bij de brandweerzone ook, waar de jaarlijkse gemeentelijke bijdrage op vijf jaar tijd met een kleine 400.000 euro is gestegen. Schaalvergroting kost meer, is minder efficiënt en je verliest controle en binding. Allemaal in het nadeel van de burger.”

“Dat hoeft niet het geval te zijn, integendeel”, countert professor Janssens. “Een grotere zone mét een goede korpschef komt de werking en dus de burger ten goede. Iedereen weet dat we een tekort aan politieagenten hebben en dat we dat tekort niet aangevuld krijgen, ondanks aanwervingscampagnes. Maar de vraag die we moeten stellen: zitten de mensen die we hebben goed verdeeld en worden ze efficiënt ingeschakeld? Het antwoord is spijtig genoeg neen. Wie in aantal agenten per gemeente denkt, verliest. Wie in termen van slagkracht en mogelijkheden voor de politie denkt, wint bij werken op grotere schaal.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier