10.000 stappen in Staden: De boerenbuiten waar de stilte nog bestaat

Kurt Vandemaele
Kurt Vandemaele Reporter

Wandel je 10.000 stappen in Staden, dan kan je niet het centrum en tegelijk de twee deelgemeenten aandoen. Waarom ik van Westrozebeke naar Staden stapte en niet van Oostnieuwkerke? Ik zou het niet weten. Maar ik heb er geen spijt van. Ann Vandewalle heeft er evenmin spijt van dat ze naar Westrozebeke is teruggekeerd. “Wat ik hier vind?”, reageert ze laconiek op mijn vraag. “Rust, ja. En stilte. Ik mag er niet aan denken op een plek te wonen waar de stilte niet meer bestaat.”

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

In het verleden is het vaak anders geweest. Duizend bommen en granaten zijn er ontploft. Wapens kletterden. Stoere mannen hebben er vaak om hun moeder geroepen. En om moeder Maria. In meer vrome tijden kwamen zelfs prominenten naar het Sint-Bavokerkje voor de heilige Maria van Westrozebeke. Charlotte Lesage is aan het joggen in de buurt. Ik vraag haar niet naar haar geloof. Nog even en ze mag zich master noemen in de pedagogie van het jonge kind. In de toekomst hoopt ze om gezinsondersteuner te worden. “Om gezinnen waar er problemen zijn met de kinderen, in samenspraak met mensen en organisaties uit de omgeving, een duwtje in de rug te geven, zodat ze weer verder kunnen.” Of dat in eigen buurt zal zijn, weet ze nog niet. Ze is alleszins niet van plan om in studentenstad Gent te blijven hangen. “Ik woon graag in een klein dorpje. De stad kan me niet zo bekoren. Doe mij maar de boerenbuiten”, lacht ze.

Charlotte Lesage wil gezinsondersteuner worden© KVdm
Charlotte Lesage wil gezinsondersteuner worden© KVdm

Buurtwinkel

Ann Vandewalle denkt er net zo over. Ik kom haar tegen bij Café ’t Gildhof, het gebouw naast de kerk dat te koop staat. “Mijn grootouders hebben destijds deze zaak gekocht en na hen waren mijn ouders de uitbaters tot eind de jaren negentig. Gouden tijden hebben we hier beleefd”, zegt Ann met een zekere weemoed in haar stem. “Het was een verzamelplaats voor de hele gemeente.” Ann zelf had ook niet misstaan achter de tapkraan. Of op een preekstoel, een podium of met de paraplu van een gids. “Nee, ik ben in de groothandel gegaan”, zegt ze. “Tot ik het slachtoffer ben geworden van een heel brutale inbraak en me op de camerabeveiliging heb toegelegd. Ik wilde voorkomen dat anderen dat moesten meemaken”, zegt ze. Het gebouw is nog steeds in familiebezit. Ann zou er graag een buurtwinkel zien. “Want buiten de bakkerij”, en ze wijst naar de zaak aan de overkant, “is hier niets meer. Dat kan een goudmijntje zijn.”

Ann Vandewalle zou graag een supermarktje zien komen waar ‘t Gildhof was© KVdm
Ann Vandewalle zou graag een supermarktje zien komen waar ‘t Gildhof was© KVdm

Op haar 60ste en na twee rugoperaties een taak die ze niet meer voor zichzelf ziet weggelegd. “Ik heb werk genoeg. Ik ben mantelzorger voor mijn mama die godzijdank nog leeft. En ik heb beestjes. Hondjes, kippetjes en hertjes. Plus, de laatste tijd heb ik me aan het schilderen gezet. Abstract, ja. Veelkleurige werken waarin ik me kan uitleven. Zeker zolang reizen verboden is. Ik heb gelukkig al een groot deel van de wereld gezien. Roemenië is een land dat me altijd zal bijblijven. Omdat het contrast daar enorm groot is. In de gevels zie je nog de kogelinslagen van de oorlog ten tijde van Ceaucescu. Er is enorm veel corruptie, maar de gedrevenheid van de mensen om vooruit te geraken, is ontroerend. In Singapore vond ik de discipline dan weer heel fascinerend. Wie de strenge en vaak lachwekkende regels strikt naleeft, wordt er beloond en kan rijkelijk leven. Ieder land heeft zijn charme. En iedere plaats zijn verhaal.” Als Ann hoort dat ik op weg ben naar Staden, wijst ze me de weg naar een andere plek met een verhaal, de Keuneleute. “Een bosje waar je een gezellige picknickplek hebt, met een insectenhotel voor de beestjes. De burgemeester van Staden doet veel inspanningen voor de natuur. En onderweg, hoog en droog, zal je er op fenomenale vergezichten stoten.”

Cactusclub

Dirk Decadt, een serrist die vlakbij het bosje woont, vertelt me dat zijn ouders destijds al kastanjes gingen rapen in de Keuneleute. Tegenwoordig leven vooral mountainbikers zich er uit op de steile hellingen. “Eigenlijk was het een vrijerskot . Of die leute op het plezier van die jonge koppeltjes slaat? Ik weet het niet”, schatert-ie. Zijn serres zijn aan het krimpen. Een deel ervan heeft hij weggehaald. “We hebben geen opvolgers. En het hoeft niet meer zo nodig”, zegt hij. Daarom heeft hij de grote serre vooraan versierd met palmbomen en exotische planten. En een hele collectie cactussen. Al jaren is hij fervent lid van de cactusclub Grusonia. Toen hij op Kapaza een grote partij spiegels voor een prijsje te koop zag staan, en die met zijn vrouw ging ophalen om de exotische tuin nog wat groter te laten lijken, viel de hele partij bij het parkeren thuis in scherven. Hun geluk. Vrouwlief maakte er een kunstige tekening mee op de buitenwand. Ook de kunstwerken op het gazon voor de serres zijn van haar.

Boerin heeft man

Lotte De Keer gaat lopen met haar hond Jolly sinds ze in Westrozebeke woont© KVdm
Lotte De Keer gaat lopen met haar hond Jolly sinds ze in Westrozebeke woont© KVdm

Daar in de buurt keert Lotte De Keer te voet terug uit Staden, nadat ze samen met Jolly naar ginder is gelopen. De golden retriever maakt deel uit van het gezin sinds Lotte twee jaar geleden met haar vriend in Westrozebeke kwam wonen. “Het was even wennen dat vijf minuten fietsen niet meer volstond om mijn vriendinnen te zien”, zegt Lotte. Ze werkt als ergotherapeute in een buitenproject van De Lovie in Wervik. “Nu zumba en spinning niet mogelijk zijn, ga ik vaker lopen en wandelen. Jolly en de prachtige omgeving zetten me aan tot een actiever leven”, zegt ze. Of haar toekomst in Westrozebeke ligt? “Ik denk van wel”, lacht ze.

Eveline Dewaele liet haar job als psychiatrisch verpleegster staan om boerin te worden© KVdm
Eveline Dewaele liet haar job als psychiatrisch verpleegster staan om boerin te worden© KVdm

In de picknickhoek tussen het Polderbos en de Keuneleute zit een andere jongedame uit Roeselare samen met een jonge varkensboer aan een tafeltje aperitiefhapjes te smullen. Een blits koppel dat niet zou misstaan op de cover van een trendy modeblad. In een niet zo ver verleden was Eveline Dewaele nog psychiatrisch verpleegster in het Psychiatrisch Centrum Sint-Amandus in Beernem, tegenwoordig is ze boerin op het erf van Glenn Snaet, die binnenkort de vader van haar kind wordt. Eveline wijst met een stralende glimlach naar haar bolle buik. Ze hadden Boer zoekt vrouw niet nodig om elkaar te vinden. En Glenn verlangde absoluut niet dat ze haar werk zou laten schieten. “Ze wou het zelf proberen”, glundert hij. “Voor mij is het natuurlijk leuk dat ze het graag doet en het is een bonus voor onze toekomst samen.” Eveline knikt: “Ik wou het zelf. Op een gegeven moment waren Glenn, zijn zus en zijn ouders op zoek naar een bijkomende kracht en ik vroeg zelf waarom ik het niet mocht proberen. Ik heb even verlof zonder wedde genomen in Beernem en ik ben niet meer teruggegaan”, lacht ze.

Lang leven

Marnik Willemyn, gelukkig op Stadenberg© KVdm
Marnik Willemyn, gelukkig op Stadenberg© KVdm

De Kasteelstraat en de Walstraat verderop liggen op een hoogte van waar je “op heldere dagen de Kemmelberg, de Rode en de Zwarte Berg ziet en zelfs de Kasselberg”, zegt Marnik Willemyn, die opgegroeid is in het gehucht Stadenberg. Het is er rustig en druk tegelijk. “Ruiters, wielertoeristen, motorfreaks, de hele stroom paradeert hier voorbij zodra de zon door de wolken piept”, aldus Marnik. Iedereen wil er zijn en hij wil er nooit weg. “Hier zorgen we nog voor mekaar”, zegt-ie. Hij is er verknocht aan het uitzicht. “Ik geraak dat nooit beu. ’s Avonds zie je zowel voor- als achteraan lichtjes flikkeren zover je kunt kijken. Dat is mijn lang leven.” Het uitzicht, zijn vrouw, de kinderen en kleinkinderen. En de honden. “Ik zit 34 jaar in de hondensport. Ik ben voorzitter van de Hondenschool van Hooglede. Zelf heb ik momenteel een boucheron, een bordercollie en een Tervuerense herder. Wat ik leuk vind aan honden? Je krijgt daar heel veel liefde van. Een hond is altijd blij als je thuiskomt. En het is heel leuk om met honden te werken, te zien wat je ze kunt aanleren.”

Gemiste jeugd

Iets verderop hangt Jezus Christus al sinds 1898 aan zijn kruis waar Bisschop G.J. Waffelaert van Brugge je veertig dagen aflaat belooft als je dagelijks op de knieën vijf Onze Vaders en vijf Weesgegroetjes bidt. In het centrum van Staden werd het huis van God in de Eerste en Tweede Wereldoorlog telkens verwoest. Geen wonder dat de Sint-Jan-Baptistkerk die in 1951 werd gebouwd uitermate sober is. Goed dat ze nog niet te koop staat, in tegenstelling tot het oude gemeentehuis en de aanpalende gebouwen. Was ik God, ik zou zeggen: Zonde! Zeker nu Staden weer leeft. Dat vindt ook Nathalie Maes, die enkele weken geleden in de Vredesstraat de smaakvolle damesboetiek Malou opende.

Nathalie Maes vooor de etalage van haar boetiek Malou© KVdm
Nathalie Maes vooor de etalage van haar boetiek Malou© KVdm

Tegelijk blijft ze nog als schoonheidsspecialiste werken, zoals ze dat al jaren deed. “De coronaperiode is goed voor me geweest”, zegt ze. “Je bent niet meer zeker van je werk, je bent niet meer zeker van je gezondheid, en opeens heb je tijd om na te denken. Ik vroeg me af: wat ga je doen met je leven? Ik wil op mijn oude dag nooit moeten zeggen dat ik het niet gedurfd heb of geprobeerd. En dus heb ik een hele ommezwaai gemaakt.” Haar man veranderde van job om het haar mogelijk te maken. En om er zeker van te zijn dat er altijd iemand zou zijn voor hun kleine Louis. Haar boetiek zal er intussen voor helpen zorgen dat vrouwen uit Staden en omgeving beter, gevarieerder en kleurrijker gekleed gaan.

Gemiste jeugd

Koen Van Coillie verlangt naar de dag dat hij weer eens naar The Bukowski Bar kan© KVdm
Koen Van Coillie verlangt naar de dag dat hij weer eens naar The Bukowski Bar kan© KVdm

Koen Van Coillie heeft al wel vaker een ommezwaai gemaakt in zijn leven. “Ik ben 23 jaar metser geweest, zeven jaar cafébaas en nu ben ik bijna drie jaar aan de slag bij de firma MOL in Sleihage”, zegt hij. “Ze maken er vuilniswagens, werfkippers en speciale woestijnvoertuigen.” Is hij wel vaker van werk veranderd, hij is altijd in Staden gebleven. “Ik ben gelukkig, ja. Ik heb een goeie vrouw en twee toffe dochters. En we zijn gezond. Ik heb hier mijn vrienden. En er is een toffe voetbalclub met een leuke kantine waar ik in betere tijden een handje toesteek. Er begon net weer wat leven te komen in de plaatselijke horeca. The Bukowski Bar, die een jaar geleden opende en hooguit vijf maanden mensen mocht verwelkomen, is een aanwinst. En daar tegenover, Maison 3, het nieuwe restaurantje. Ook goed. Het is helaas niet meer dan een maand open geweest. Hopelijk kunnen we spoedig terug naar ons oude leven. Meer nog voor de jongeren dan voor mezelf. Een gemiste jeugd kan je niet inhalen.”