De auteur in oud-journalist Eddy Surmont: “Verhalen schrijven was altijd al mijn droom”

Eddy Surmont werkt aan zijn derde misdaadroman ‘Lijk op de Mercator’.© Davy Coghe
Eddy Surmont werkt aan zijn derde misdaadroman ‘Lijk op de Mercator’.© Davy Coghe
Hannes Hosten

Schrijven zat Eddy Surmont (77) van kleins af in het bloed. Hij was 40 jaar journalist, maar bleef en blijft ook na zijn pensionering actief als auteur van misdaadromans en kinderverhalen. De zee en het maritieme vormen een rode draad. Eddy werkt aan zijn derde misdaadroman Lijk op de Mercator , maar wij ontmoeten er hem springlevend.

Als er iemand iets heeft met boten, dan wel Eddy Surmont. Zijn grootvader langs moederszijde was reder-kustvisser en ook verdere voorvaderen waren visser. Zijn specialiteit als journalist was maritieme verslaggeving wereldwijd, gaande van scheepsrampen tot zeilwedstrijden. Ooit was hij de pr-man van de Bredense wereldzeiler Staf Versluys. En ook in de fictie die hij nu neerpent, is de zee nooit ver weg.

Een lijk op de Mercator… Hoe kom je daarbij?

“Die klik kwam toen we eens met een groep op bezoek waren op het schip: mijn verhaal laten beginnen met een lijk dat gevonden wordt in de ziekenboeg van de Mercator. Het boek zal pas eind dit jaar of volgend jaar uitkomen. Veel kan ik er niet over vertellen, maar het is gebaseerd op waar gebeurde feiten, die zich 20 jaar geleden afspeelden.”

Zijn je misdaadromans altijd geïnspireerd op de realiteit?

“Ja. Als journalist had ik, naast het maritieme, ook het juridische als specialiteit. Mijn vader was commissaris van de politie in Middelkerke. Ik ben dus opgevoed in politionele kringen. Mijn eerste roman heet SOS , maffiataal voor cocaïne. Het gaat over Nederlandse maffiosi die vissers van bij ons misbruiken om cocaïne te smokkelen. Dat gebeurt nog altijd. Mijn tweede misdaadroman Leugens verschijnt in april en speelt zich af in Oostende en achterland. Het verhaal is gebaseerd op feiten van 30 jaar geleden, met de oorlog tussen politiekorpsen als centraal thema. Kleinzoon Sébastien, die in het vijfde middelbaar zit, ontwierp de cover.”

“Ik ben er de man niet naar om de moed te verliezen”

Naast misdaadromans schrijf je nog iets heel anders…

“Ik heb mijn derde kinderboek klaar. Dat is eigenlijk begonnen in 2011, toen de kinderen van mijn oudste zoon, die in het Antwerpse woont, kwamen logeren. Papie vertelde hen een verhaaltje voor het slapengaan, over het zeepaardje Langsnuit en de zeesterren. Twee maanden later kwamen de kleinkinderen opnieuw slapen. Ik was dat verhaaltje al lang vergeten, maar zij bleken het nog van a tot z te kennen. Toen zette ik het op papier en kopieerde voor elk een exemplaartje.”

Pas veel later kwam het verhaal in de boekhandel terecht.

“In 2017 ging ik golfen op de Wellington, toen ik plots in elkaar zakte. Ik werd overgebracht naar de campus Serruys en was dead on arrival . In het ziekenhuis moesten ze me weer tot leven wekken. Gelukkig had ik hartmassage gekregen van een andere golfer, die als verpleger op de cardiologie werkte. Zo bleef er bloed naar mijn hersenen stromen. Ik had maar 5 procent kans om te overleven, maar kwam er wonderwel door. In de nasleep van mijn hartstilstand besloot ik een uitgever te zoeken voor mijn sprookjesboek.”

En dat werd een succes?

Langsnuit en de zeesterren is klaar voor de derde druk. Vorig jaar verscheen ook een tweede sprookje: Langsnuit en Selkie de zeehond . Dat vindt zijn oorsprong op de Shetland-eilanden, waar ik ooit een reportage maakte over een scheepsramp. De hotels waren volzet en met een collega logeerde ik bij een boer. Die vertelde – whisky in de hand – over de zeehond Selkie, die zijn huid kon afwerpen en mens worden. Er is intussen ook al een derde verhaal klaar om te verschijnen, Langsnuit redt Grijsje Garnaal , ook weer met illustraties van onze stadsgenote Mieke Drossaert.”

Wie is Eddy Surmont?

Privé

Geboren in Oostende op 13 mei 1943. Getrouwd met Micheline Feys. Vader van Laurent, Steve (+) en Cathy, zes kleinkinderen.

Loopbaan

Eerst officier bij de pantsertroepen van het leger, waar hij ook zijn opleiding kreeg. Van 1974 journalist bij Het Laatste Nieuws en Le Soir. Gespecialiseerd in gerechtelijke en maritieme verslaggeving, ook vaak in het buitenland.

Vrije tijd

Bracht de laatste drie jaar twee kinderboeken en een misdaadroman uit. Tweede misdaadroman komt uit in april, is nu bezig aan derde misdaadroman, derde kinderboek verschijnt dit jaar.

Hoe anders is dit dan je journalistieke werk van vroeger?

“De journalistiek deed ik om den brode, maar boeide me enorm. Mijn gedrevenheid was om nooit te aanvaarden wat één persoon me vertelde. Het moest minstens door één en liefst nog door een tweede persoon bevestigd worden. Er ging geen week voorbij of ik had een stuk op de front van Het Laatste Nieuws. Zo schreef ik dat de Ostend Queen, het vroegere restaurant op het dak van het Kursaal, al vermeld was in de Michelin voor het open was. Het was de enige keer dat Michelin alle 50.000 exemplaren van de restaurantgids voor de Benelux terughaalde en vernietigde. Maar het was ook altijd een droom om verhalen te schrijven. Als journalist had ik daar geen tijd voor.”

Als je nog één boek zou mogen schrijven, zou het een sprookje of een misdaadroman zijn?

“Een sprookje. Als kind verslond ik boeken – Pietje Bell, Dik Trom… – en ik vind het belangrijk om kinderen het plezier van het lezen bij te brengen. Ik wil in mijn kinderverhalen ook altijd een educatieve boodschap meegeven.”

Sinds je hartstilstand herstelde je vorig jaar ook van kanker. Voor ons zit een moedig man.

“Ik verlies niet snel de moed. Ik werd ook norm gesteund door familie en vrienden. Zij stonden als één blok achter mij. Ik herstelde, maar mijn zoon Steve overleed vorig jaar aan kanker… ( slikt even ). Ook hij klaagde nooit. Voor mij is het glas altijd halfvol, nooit halfleeg. Je hebt tien spieren nodig om te lachen, 50 om te schreien. Dus lach ik. De man met de zeis zal mij nog niet hebben.”