“De Amandine is nog een schim van wat het ooit was”

Cliff, Nathalie en William zijn niet te spreken over de staat van het schip waar ze zo hard aan werkten. © JRO
Redactie KW

De 0.129 Amandine, de laatste Oostendse IJslandvaarder, kreeg in mei 2000 zijn laatste rustplaats op de Visserskaai. Twee jaar lang waren vrijwilligers van vzw MSO bezig geweest met de restauratie. “Het doet pijn om het schip achttien jaar later in deze slechte staat te zien”, zucht toenmalig werfleider William Delanoye.

Het schip werd op 14 mei 2000 door twee mobiele kranen uit het water gehesen. Even later werd het in de speciaal aangelegde steiger op de Visserskaai gelegd. Het schip dateert van 1962. “Ik was werfleider en leidde de werken om het schip te restaureren in goede banen”, vertelt de 63-jarige William. “Twee jaar lang duurden de werken, er kropen heel wat mansuren in. Toen we het schip in handen kregen was het één grote roestbak. Het lag ondertussen al vijf jaar stil. Zijn laatste reis naar IJsland dateert van 1995. Toch slaagden we erin om het schip in zijn oorspronkelijke staat te herstellen en er iets moois van te maken. Hij blonk in zijn vel. Iedereen was apetrots op zijn werk. Toen het schip in 2000 als museum in gebruik werd genomen, hadden we tranen in de ogen.”

“Toen het schip als museum in gebruik werd genomen, waren we apetrots”

Ook de schoonzoon nam deel aan de restauratiewerken van de Amandine. “Mijn schoonvader vaart al zijn hele leven, zelfs nu nog. Ook ik werkte acht jaar als matroos op een vissersboot”, vertelt Cliff Tange (44). “Het project om het schip te restaureren werd destijds opgestart met langdurig werklozen, ex-gedetineerden… Ik was langdurig werkloos en zo kwam ik op de Amandine terecht. Ik beleefde er de tijd van mijn leven. Meewerken aan de restauratie van een schip die zoveel doorstaan had, dat had wel iets. Alles op het schip werd aangepakt, zowel binnen als buiten. Vorige week kwam ik met ons zoontje nog eens terug naar de Amandine. Wat ik toen zag tart elke verbeelding. Het schip zag er niet uit.”

Schip met een verleden

Het schip was eigendom van reder Willy Versluys. Het viste tijdens de zomermaanden vooral rond Zuid-IJsland en in de winter voer het op het Kanaal en de Noordzee. Vanaf 1974 werd de Amandine een echte IJslander, want het moest na de IJslandse kabeljauwoorlogen kiezen tussen vissen in eigen wateren of op de visgronden rond IJsland. Op 18 juni 1969 verloor het nog een bemanningslid nadat hij overboord sloeg. Op 3 april 1995 liep het schip de Oostendse haven binnen voor de laatste keer, zo viel het doek over de Oostende IJslandvaart.

Het dek is in slechte staat.
Het dek is in slechte staat.© JRO

“Een schip met zo’n verleden zou op z’n minst wat beter onderhouden mogen worden”, vindt William. Als we met William, zijn dochter Nathalie (42) en Cliff het schip bezoeken tonen ze ons alles wat in slechte staat verkeert en dat blijkt heel wat. “Binnen onder het schip sijpelt langs alle kanten water binnen”, vertelt William. “Daarnaast zijn enkele glazen ramen gebarsten. Ook de tv-schermen werken niet meer en de interactieknopen doen het ook niet meer.” Ook op het schip zelf blijken heel wat ‘mankementen’ te zijn. “Overal bladdert de verf gewoon af”, gaat William verder. “Daarnaast herken je amper nog iets wat ooit voor ijs moest doorgaan. Er werd vroeger talkpoeder over de materie, die ijs voorstelt, gestrooid om het wit te houden. Nu zou je zelfs niet meer zeggen dat het ijs is. De lichtjes van de elektriciteitskast werken niet meer. Vroeger stond in de kombuis een tv-scherm met uitleg, dat is verdwenen.”

Herstel zwakke plekken

Als we op het dek van het schip komen, merken we zelf al wat William precies bedoelt. Het dek vertoont allerlei putten, is rot en planken zijn verdwenen. “Kinderen of oudere mensen lopen het risico zich te bezeren”, vindt Cliff. “Het is een schande dat het schip zo aan zijn lot wordt overgelaten. Veel Oostendenaars weten niet in welke staat het schip zich bevindt, want het wordt grotendeels door toeristen bezocht. Toch willen we de staat van het schip tonen. Er moet dringend iets gebeuren, want het schip is nog een schim van wat het ooit was.”

Zinloze investering

“De Amandine is inderdaad eigendom van de Stad Oostende”, reageert Jo Dielman, namens de vzw Zeilschip Mercator. “Een houten dek zoals op de Amandine kan onmogelijk in goede staat worden gehouden. Er is onvoldoende afvoer van het water zodat de dekplanken constant nat blijven en na verloop van tijd gaan rotten. Daar kunnen we jammer genoeg niet veel aan doen. Overwegen om een nieuw houten dek aan te leggen is een zinloze investering. Volgens mij is de eenvoudigste oplossing dat het stalen onderdek wordt bekeken en zo nodig de zwakke plekken worden hersteld. Het verschil met de Mercator is dat daar al het water van het houten dek in de goten loopt en zo via de spuigaten naar buiten loopt. Daar droogt het dek altijd op zonder problemen. Alle andere mankementen aan de Amandine kunnen snel opgelost worden.”

(JRO)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier