Daniel Jonckheere: “Brugge kan gerust nog een pak méér toeristen aan”

Daniel Jonckheere © Davy Coghe
Piet De Ville
Piet De Ville Medewerker KW

Daniel Jonckheere houdt enorm van zijn stad maar maakt er zich ook zorgen over. “Als handelaar in de de drukke Katelijnestraat merk ik dat de spanningen tussen Bruggelingen en toeristen toenemen en jammer genoeg poken onze politici dit nog op door de toeristen al te vaak in een kwaad daglicht te stellen. We zouden de toeristen ‘bezoekers’ moeten noemen en als onze gasten verwelkomen want we hebben ze broodnodig.”

Daniel Jonckheere woont en werkt al meer dan zes decennia in de Katelijnestraat, in het hartje van de stad dus. Het is dan ook maar logisch dan we hem opzoeken in zijn thuisbasis waar hij samen met zijn broer Paul en enkele medewerkers al sinds een kleine twintig jaar bier- en souvenirzaak Het Bierpaleis runt.

De slogan op het foldertje van uw zaak Het Bierpaleis luidt ‘van kip tot bier’. We mogen er dus van uitgaan dat dit pand voorheen nog een geheel andere functie had?

“Dat mag je wel zeggen; hier runden wijlen mijn ouders Jozef Jonckheere en Lucette Aelter sinds 1954 en later ook mijn broer jarenlang een kippenhandel. ‘De kiekenwinkel van de Katelijnestraat’ is nog altijd een begrip bij veel Bruggelingen. Mijn moeder was de dochter van uitbaters van een grote kippenslachterij in Aartrijke en zo werden de geslachte en gepluimde kippen hier dus aangeleverd in de Katelijnestraat. Hier op deze locatie werden de kippen dan ‘panklaar’ gemaakt en verkocht aan zowel particulieren, passanten als aan restaurants en scholen. En we verkochten dan ook nog eens eieren. Mijn broer en ik werden ook al vlug ingeschakeld in het ter plaatse leveren van al die producten.”

Hoe en wanneer is het bier er dan bijgekomen?

“Dat is eigenlijk al begonnen toen mijn vader hier zelf nog actief was. Via een klant plaatsen we eens een pallet met bier in de winkel en we merkten dat het bier toch wel opmerkelijk goed verkocht. Daardoor kreeg het bier naast de kippen een steeds belangrijkere plaats in de zaak. De reden om dan volledig met de kippenhandel te stoppen is klaar en duidelijke: de dioxinecrisis van 1999. Voor iedereen die in die sector actief is, was dit een heel moeilijke situatie. Het hield ook in dat de controles telkens strenger werden en op den duur was wat het praktische en financieel niet meer haalbaar om nog een kippenhandel te runnen in een stedelijke omgeving, zoals wij dat jarenlang hebben gedaan. Het was vooral mijn broer Paul die deze zaak runde en een jaar na die crisis, in 2000, besloot de familie om ermee te kappen.”

Als handelsingenieur werkte je toen zelf nog bij een groot bedrijf, niet?

“Inderdaad, ikzelf werkte toen al meer dan twintig jaar bij Esso, waar ik een commerciële, leidinggevende functie had in de Benelux afdeling. Om onze vernieuwde zaak, met dus de nadruk op bieren en toeristische producten, te ondersteunen en mee uit te bouwen heb ik toen mijn job bij Esso opgezegd. Geen beslissing die ik licht nam want dat was wel een mooie job. Maar mijn beslissing was ook ingegeven vanuit het idee dat ik niet wilde dat wat wij als familie hier in de Katelijnestraat hadden opgebouwd zou kapot gaan.”

Jullie verkopen ook heel wat souvenirs. Hoe belangrijk is dat segment?

“Behalve ons assortiment bieren verkopen we inderdaad ook de typische toeristische hebbedingetjes, zoals afbeeldingen en beeldjes van en over Brugge en andere Vlaamse steden. In een drukke toeristische straat zoals de Katelijnestraat is daar zeker vraag naar dus we kunnen dat niet negeren. Maar we willen dat aanbod gaan afbouwen. Onze omzet is in zijn totaliteit zeker niet gedaald maar wat die zuivere souvenirs betreft is dat de voorbije twee jaar met 60 procent gezakt.”

In de Katelijnestraat moet het ook mogelijk zijn om terrasjes toe te laten

“Ik denk dat de verkoop van souvenirs niet meer geheel past bij deze tijdsgeest waarbij mensen toch ook wel aandacht hebben voor het milieu en voor lokale authentieke producten. Plastic souvenirs die aan de andere kant van de wereld gemaakt worden passen daar niet meer echt in. We zijn dan ook van plan daar op termijn volledig mee te stoppen. Nu we een horecavergunning hebben gevraagd en gekregen hebben we veel geïnvesteerd in onze degustatieruimte voor de bieren en het ruime buitenterras met prachtig zicht op de Onze-Lieve-Vrouwekerk.”

Hoe hebt u het toerisme in uw straat en omgeving zien evolueren?

“Toen ik jong was, was dit hier een buurt met heel wat bakkers, slagers, viswinkels en kruideniers. Een straat voor en door een lokaal Brugs publiek dus. Er is duidelijk heel wat veranderd in die jaren. Ik heb het massatoerisme heel sterk zien opkomen. Toen we in 2000 volledig overschakelden naar bier- en souvenirzaak waren er natuurlijk al heel wat andere zaken in de buurt die zich voor een groot stuk op toeristen richtten maar er waren er toch niet erg veel met een aanbod bieren zoals wij dat hadden. Die andere winkels waren meer kantwinkels. Nu vind je quasi geen kantwinkels meer. Zo’n tien jaar terug kwamen er dan wel ‘kapers op de kust’, met bijvoorbeeld de grote bierwinkel met degustatieruimte 2Be in de Wollestraat. De jongste vijf jaar is het hek echter helemaal van de dam want quasi ieder pand dat hier in de omgeving vrijkomt, wordt een bierwinkel. Wij proberen ons echter te onderscheiden met ons ruime aanbod, onze kennis van de producten en onze service.”

Daniel Jonckheere
Daniel Jonckheere© Davy Coghe

U bent ook voorzitter van de Handelsgebuurtekring van de Katelijnestraat en van het Walplein. Waar gaat uw aandacht daarbij vooral naartoe?

“Het moet me van het hart dat deze buurt door het stadsbestuur eerder stiefmoederlijk behandeld wordt in vergelijking met de winkelstraten tussen de Markt en ‘t Zand. Ik blijf er dus op hameren dat ook deze straat en deze pleintjes hier de nodige aandacht moeten krijgen. Wie hier soms eens fietst kan immers vaststellen in welke erbarmelijke staat het wegdek is. De andere straten in het centrum zijn al lang aangepakt.”

De winkelstraten tussen Markt en ‘t Zand zijn verkeersvrij op zaterdag. Daar heb ik niets tegen maar dat zorgt voor een extra toevloed aan auto’s en bussen in de Katelijnestraat

“Verder zijn hier geen openbare toiletten en kregen we ook nog de nieuwe vuilnisbakken niet. Ook de kerstversiering en decoratie is eerder pover. Er werden ons door de Stad twee kerstbomen beloofd voor op het Walplein en Wijngaardplein maar die zijn er niet gekomen… Ook andere poortstraten kampen met zo’n ongelijke behandeling als dat vergeleken wordt met de straten die binnen het gebied van het machtige Brugs Handelscentrum liggen.”

In aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen was er nogal veel te doen over de druk door het massatoerisme en de overlast die daarmee gepaard zou gaan. Hoe kijkt u daarnaar?

“De spanningen tussen de Bruggelingen en de toeristen nemen inderdaad toe. Dat stel ik met spijt in het hart vast en ik merk ook dat politici al te vaak de toeristen in een slecht daglicht plaatsen. Ze menen daarmee te scoren; want die toeristen stemmen hier toch niet. We zouden de toeristen beter ‘bezoekers’ noemen en hen als onze gasten verwelkomen want we hebben ze broodnodig. Ik durf zelfs meer zeggen: Brugge kan gerust nog een pak meer toeristen ontvangen. Maar dan moet de infrastructuur en de verkeerssituatie daar ook aan aangepast zijn. Nu worden de winkelstraten tussen Markt en ‘t Zand op zaterdag verkeersvrij gemaakt. Op zich heb ik daar niets tegen maar dat zorgt er dan wel voor dat hier in de Katelijnestraat een extra toevloed aan auto’s en bussen voorbij komt. Dan wordt er getoeterd en gescholden… Zeker het drukste, eerder toeristische gedeelte van de Katelijnestraat – tussen het Ankerplein en de Mariastraat – moeten op drukke momenten ook verkeersvrij of verkeersarm gemaakt worden.”

Hebt u nog een vraag of een boodschap voor het nieuwe stadsbestuur?

“Ik zou het nieuwe bestuur willen oproepen om de mensen meer samen te brengen. De Bruggelingen onderling samenbrengen, de Bruggelingen en bezoekers samen brengen en er ook voor zorgen dat alle handelsstraten kunnen groeien en bloeien. Ik kijk ook uit naar de al enkele jaren beloofde en dringend noodzakelijke heraanleg van de Katelijnestraat. Met de aankomende bevoegde schepen Mercedes Van Volcem (Open VLD) heb ik daarvoor al een constructief gesprek gehad. De plannen zien er mooi uit, met aandacht ook voor mijn zonet geschetste verzuchtingen. En in zo’n vernieuwde straat, waarbij heel wat parkeerplaatsen geschrapt worden, moet het ook mogelijk zijn om terrasjes toe te laten. Hopelijk heeft het stadsbestuur hier oren naar.”

De tips van Daniel

Eten

“Ik heb er een gewoonte van gemaakt om iedere vrijdagavond met mijn vrouw te gaan eten. We proberen ook elke week naar iets anders te gaan maar uiteraard komen die adresjes op den duur wel terug. Als voorzitter van de Handelsgebuurtekring houd ik er wel van om de restaurants in de buurt zeker niet over het hoofd te zien. Grillrestaurant De Wijngaard vind ik nog altijd een aanrader. Een erg gezellige zaak om een goed stukje vlees te gaan eten. Ook het Japans restaurant Tanuki in de Oude Gentweg is en blijft top. Bistro Christoph aan de Garenmarkt is ook bij mijn favorieten. Daar bieden ze nu al 30 jaar klassieke gerechten aan topkwaliteit. Ik ga daar al van in mijn jonge jaren, toen ik nog vaak uitging en de keuken van Christoph was altijd tot erg laat open… Waar gaan wij verder nog allemaal? Oh, in De Mangerie aan de Oude Burg is het ook altijd erg lekker. En in L’Assiete Blanche in de Philipstockstraat wordt er ook op heel hoog niveau gekookt.”

Mooiste plekjes

“Zeker op mijn vrije dag, de woensdag, doe ik graag eens een wandeling in de stad. Dan doe ik ook de krant mee en mijn tocht brengt me nogal dikwijls langs een of meerdere van de mooie biercafés. Dan ga ik bijvoorbeeld binnen in Le Trappiste, ‘t Brugs Beertje, De Cambrinus of De Garre. Daar geniet ik van een lekker biertje, lees ik de krant en praat wat met de uitbaters en gasten. Na al die jaren ken ik natuurlijk ook wel veel mensen in de biersector. Het komt ook voor dat er met mijn vrouw op uittrek voor een dagtrip. Naar Gent bijvoorbeeld. Dan bezoek ik een of meerdere cafeetjes waarvan ik meestal de uitbaters wel goed ken. Het Bierhuis aan de Waterkant in Gent is een van mijn favoriete adressen. Ik moet bekennen dat ik veel kalmer ben geworden dan in mijn jonge jaren. Dan maakte ik met goede kameraad Tone Vandermaes wel graag het Brugse nachtleven onveilig. We gingen naar de Pick, de Don Quichotte en ‘t Hof van Rembrandt. Samen met Tone en nog enkele andere maten organiseerde ik vele jaren de Stake Strikes Again fuiven; daar kwam altijd veel volk op af.”