Dagboek van een spoedarts (21): “Soms wil ik weer hotel en taxi mama worden”

Vera Van Haevre. © gf
Olaf Verhaeghe

Vera Van Haevre is 42, getrouwd en mama van twee zonen van zes en tien. Vera Van Haevre is ook spoedarts in AZ Delta, voornamelijk op de campussen in Torhout en Menen. Elke dag spreken we met haar. Over de strijd tegen het coronavirus en hoe zij daar zelf mee omgaat.

“Gisteren was ik vrij laat thuis. Dan kom je nog even tot rust, wat tv-kijken en dan ga je vrij snel slapen. Maar ik voel dat ik moe aan het worden ben. Het is een drukke week, dat weet ik, maar ik voel de vermoeidheid opspelen. En dan weet je dat je vanavond aan een nachtdienst moet beginnen. Na de middag ben ik opnieuw in mijn bed gekropen, voor een uurtje of twee. Je loopt thuis ook wat verloren. Vandaag was wel een verloren dag, ja. Je moet jezelf dan wel wat opladen, maar eens ik thuis vertrek, neemt die adrenaline toe en raak je in dat ritme.”

“Naast die vermoeidheid heb je nog altijd die mentale druk, het is en blijft een crisis. En dan speelt het emotionele ook al sneller mee. Zeker als je op het einde van de werkdag nog een reanimatie moet doen met de mugdienst, is het niet evident om die dag snel een plek te geven. Maar bon, ik zie het zitten om er vannacht weer tegenaan te gaan. Ik zeg het: van zodra je knop omdraait en de focus op het werk legt, loopt dat los. Voor je het weet is het middernacht en zelfs vrijdagochtend.”

“Ik vind het moeilijk om tijd te vinden voor de dingen die ik leuk vind. Het huishouden moet gebeuren, de kinderen helpen bij het schoolwerk. Ik doe het allemaal graag, begrijp me niet verkeerd. Maar het is niet prettig om de leuke kantjes van thuis of ontspanning te moeten afgeven, omdat je moet rusten of omdat je moet bekomen van het werk. Ik merk ook dat ik sneller naar ‘gemakkelijke’ voeding grijp. Geen fastfood, maar wel zaken die niet veel denkwerk vragen bij het koken. Ik vind gewoon de fut niet om uitgebreid te kokkerellen terwijl ik het wel graag doe.”

“Ik volg normaal ook een ketogeen dieet, waarbij je koolhydraten uit je eetpatroon weert. Daar moet je op zich wel veel mee bezig zijn. Ik hield er ook van om alles bij te houden, een weekmenu voor te bereiden, specifiek te winkelen. Dat werd bijna een hobby. Nu heb ik daar al vijf weken geen tijd voor. Ik eet dus zelf ook al vijf weken weer koolhydraten, bijna puur uit gemak. Het zijn allemaal kleine dingen, maar ik voel het aan mezelf. Ik zit niet lekker in mijn vel.”

“Tot begin dit jaar werkte ik ook halftijds. Eigenlijk was ik huismama die ook toevallig nog spoedarts was. (lacht) Ik had nog voor de coronacrisis beslist om weer voltijds te werken, dus dan komt je job sowieso al wat meer op de voorgrond. Maar nu, met de hele crisissituatie, vallen alle leuke extraatjes weg. Ik heb bijvoorbeeld amper tijd, maar ook weinig zin om te lezen. Mijn hoofd zit vaak te vol met andere zaken. Ik probeer nu audioboeken, vooral in de auto. Ik moet iets hebben om zo de grip terug te vinden.”

“Mijn zoontjes waren vanmiddag op de trampoline aan het spelen kort voor ik vertrek. Als ze dan vragen moet jij nu wéér werken, je moet zo vaak werken, dan weet ik even niet wat zeggen. Wat antwoord je daar ook op? Ze weten nochtans dat dat mama beroep is en ik zou niets liever doen dan met hen op de trampoline blijven spelen. Natuurlijk is dat even balen. Ik moet dringend es goed bijslapen en tot ontspanning komen. Zondag heb ik nog een 24-urendienst, tot maandagochtend. En volgende week wacht een pittige week. Daarna ben ik een paar dagen na elkaar vrij. Dan ga ik die rust wel kunnen nemen, hoop ik.”

“Dat er geen uitzicht op het einde van de crisis is, speelt uiteraard ook een rol. Dat geldt, denk ik, voor heel veel mensen. Het feit dat de homeschooling er bij is gekomen, maakt dat je nog minder vrije tijd, tijd voor jezelf hebt. Ik heb nood aan zaken om mijn gedachten te verzetten, maar ofwel heb ik er geen energie voor, ofwel geen tijd. Ik denk dat de heropstart van de scholen een goed begin is om daar wat vrijheid en ademruimte te vinden. Momenten om zelf ook tot rust te komen. Mijn kinderen doen het thuis fantastisch hé, ze gedragen zich echt voorbeeldig. Maar die routine, dat gewone, daar verlang ik wel naar.”

“Zelfs naar het naar school rijden snak ik. De andere ouders ontmoeten, juffen en meesters zien. Naar de sportactiviteiten gaan en daar toekijken hoe mijn jongens zich amuseren. Het zijn kleine gelukjes, die we in normale omstandigheden heel gewoontjes vinden. Maar juist naar die zaken kijk ik enorm uit. Ik heb ook mijn beste vriendin al bijna vijf weken niet gezien, terwijl wij elkaar vaak bij de hobby’s van de kinderen ontmoetten. Dan zaten wij daar, op een bankje, gewoon wat te kletsen. Ik hou van die weekroutine. Toen voelde je soms een taxi, maar achteraf bekeken, vond ik dat gewoon heel leuk. Ik wil best wel weer hotel en taxi mama worden.” (lacht)

“Ik zei gisteren dat je heel snel went aan de nieuwe situatie. Maar het cliché van ‘vroeger was het beter’, waar vaak lacherig over gedaan wordt en misschien wat down klinkt, ervaren we nu allemaal wel een beetje. Heel kleine dingen, iets gaan eten, een terrasje doen. Zaken waar we toen niet bij stilstonden, lijken nu eeuwen geleden. Bij ons in de buurt heb je veel van die leuke brasserieën met een speeltuin. Wij doen niets liever, zeker na een nachtdienst, om daar rustig te eten, uitrusten terwijl de kinderen spelen. Maar goed, het komt allemaal terug. Laat ons ons daaraan optrekken. Ooit worden de maatregelen afgebouwd. En dan zullen we, sociale wezens als we zijn, elke kans met beide handen grijpen. Genieten van die kleine luxe die we nu kwijt zijn.