Dagboek van een spoedarts (13): “De wereld is voorgoed veranderd”

Vera Van Haevre. © gf
Olaf Verhaeghe

Vera Van Haevre is 42, getrouwd en mama van twee zonen van zes en tien. Vera Van Haevre is ook spoedarts in AZ Delta, voornamelijk op de campussen in Torhout en Menen. Elke dag spreken we met haar. Over de strijd tegen het coronavirus en hoe zij daar zelf mee omgaat.

“Ik heb een slechte nacht achter de rug. Mijn jongste zoon voelde zich gisterenavond niet honderd procent. Hij ziet wat bleek, at niet goed en voelde zich wat slapjes. Als moeder zie je dat meteen. (glimlacht) Waarschijnlijk ben ik dan overbezorgd, maar dat hij zich juist nu ziek voelt, terwijl hij buiten ons gezin niemand ziet, doet mijn alarm afgaan. De rationele dokter staat dan even af, de bezorgde mama neemt het over. Er was toch even paniek en meteen bekroop dat schuldgevoel mij: ik zal het toch niet meegebracht hebben van mijn werk, zeker? Mocht het gewoon school zijn geweest, stonden we er waarschijnlijk niet eens bij stil. Maar goed, hij is oké en heeft geen koorts. Vanmiddag is hij mee geweest op fietstocht. Behalve wat minder eetlust is hij weer helemaal in form.” (lacht)

“Vanochtend hebben we ook politiecontrole aan de voordeur gehad. Wij hebben twee wagens met Belgische nummerplaten op de oprit staan maar wonen dus net over de grens. De Nederlandse politie kwam dus checken of wij hier wel degelijk mochten zijn. Het eerste moment klinken ze vrij streng. Ai ai, gaat dan meteen door je hoofd, terwijl je eigenlijk weet dat er niets aan de hand is. Ik heb het inschrijvingsbewijs van de gemeente sinds kort ook als document op mijn gsm staan. Ik begrijp het wel, hoor. Die mensen staan ook op scherp. Wij wonen nu eenmaal in een regio waar veel vakantiehuizen en tweede verblijven zijn. Het is logisch dat die controles worden gedaan.”

“Waarschijnlijk ben ik overbezorgd, maar dat mijn zoon zich juist nu ziek voelt, doet mijn alarm afgaan”

“Ik weet niet meer goed hoe het ter sprake kwam, maar plots ging het over geweld naar politiemensen toe. Dat spugen bijvoorbeeld. Zij beschouwen dat op dit moment als een wapen. Terecht, want je wordt als agent bedreigd met een dodelijke ziekte. Dat leeft wel onder politiemensen. Begrijpelijk wel, en ik vind het ook goed dat daar heel streng tegen wordt opgetreden. Ook als hulpverlener krijg je soms te maken met geweld. Meestal verbale agressie. Niet frequent, maar het is geen zeldzaamheid. Ik heb ondertussen een radar ontwikkeld voor potentieel gevaarlijke situaties. (lacht)”

“Ik blijf me ook zorgen maken over de almaar groeiende drempel om naar het ziekenhuis te komen. De gewone pathologie blijft uit. Veel mensen moeten een grote mentale stap zetten om hulp te komen zoeken bij ons, blijkbaar. Terwijl vroeger de spoeddienst werd gezien als een synoniem voor snelle hulp, wat nooit het geval is geweest. Ik hoop dat de situatie op dat vlak snel normaliseert.”

“Ik blijf me zorgen maken over de almaar groeiende drempel om naar het ziekenhuis te komen. De gewone pathologie blijft uit”

“Nuja, normaliseert. Wat is normaal nog? Ik denk dat ons werk, onze samenleving en eigenlijk de hele wereld voorgoed is veranderd. Alles is anders. Ik vrees dat het virus nooit meer zal verdwijnen. Nu zitten we in die crisis, en op zich is die eindig, maar ook daarna zal covid-19 in de wereld blijven. Het leven zoals vandaag is niet vol te houden. Op een bepaald moment zal de economie weer moeten ‘opgestart’ worden, maar niets zal zijn zoals voordien. We zullen ook allemaal een andere mentaliteit krijgen, een manier zoeken om met die sluimerende angst voor corona om te gaan. Ook als hulpverlener: ik kan niet elke dag al die beschermingsmaterialen blijven dragen. Wat als ik binnen een paar maanden weer mijn gewone werkplunje draag en er komt één covidpatiënt binnen op de spoeddienst? Eén is genoeg, hé. Ik heb het gevoel dat er niemand bezig is met wat er na de piek van besmettingen komt. Dat is waarschijnlijk nu niet echt aan de orde, maar het is niet slecht om er al eens bij stil te staan.”

“Wat als ik binnen een paar maanden weer mijn gewone werkplunje draag en er komt één covidpatiënt binnen op de spoeddienst? Eén is genoeg, hé”

“Het is een utopie om te denken dat van de ene dag op de andere alles in de maatschappij weer operationeel zal zijn. En ik begrijp dat de problemen van vandaag urgenter zijn dan de problemen van morgen. Maar we zullen morgen moeten voorbereiden. Apothekers maken zich zorgen over het gebrek aan medicijnen nu landen als Korea, China, India stilliggen. En ooit komt de rekening voor alle maatregelen en steun die we nu zien. Iemand gaat dat gat moeten vullen.

“Ik ben blij dat de voorzichtig positieve berichten qua hospitalisaties bevestigd worden in de cijfers vandaag. Deze week is cruciaal om uiteindelijk het doel van de isolatiemaatregelen te bereiken: de curve onder de maximale zorgcapaciteit houden. Ik denk dat we in België het probleem onder controle zullen kunnen blijven houden. Maar stabiliseren betekent niet dat het voorbij is. Patiënten zullen zich nog maanden blijven aanbieden. Ik vraag me af: hoelang zal dit blijven naslepen in de ziekenhuizen? En ga ik ooit weer helemaal gerust zijn? Moet ik altijd die angst blijven voelen? Het normale keert niet meer terug. Dat klinkt pessimistisch, maar het is realistisch. Het zal nooit meer zijn als tevoren. De onbezorgdheid is voorgoed verdwenen.”

“Het normale keert niet meer terug. Dat klinkt pessimistisch, maar het is realistisch. Het zal nooit meer zijn als tevoren. De onbezorgdheid is voorgoed verdwenen”

“Ik las vandaag een bericht van een spoedarts uit New Orleans en dacht bij mezelf: dit had ik ook kunnen schrijven, in exact dezelfde woorden. Het is volgens mij uniek dat dit virus en de gevolgen over de hele wereld zo identiek zijn. Ik denk niet dat je corona-epidemie kan vergelijken met een andere ziekte. Bij aids had je een duidelijke risicopopulatie bijvoorbeeld. De grote meerderheid van de mensen was daar veilig voor. MERS, SARS, Ebola: gelijkaardige situatie. Een vrij specifieke risicogroep én het was vrij snel ingedijkt. Nu niet. Er zijn mensen die zich ongenaakbaar wanen, maar covid-19 maakt geen onderscheid. Niet tussen jong en oud, niet tussen afkomst of leeftijd, niet tussen zwak en sterk. Er is niemand echt veilig. Dat is een heel vreemde gedachte.”