Dagboek van een leerkracht en moeder (5): “Ik ben Post-it serieus aan het sponsoren”

Kim Dumarey (37): leerkracht Nederlands in het secundair onderwijs en moeder van twee kinderen uit de basisschool. © foto JS
Johan Sabbe

Kim Dumarey (37) woont met haar man Jens Vanoverberghe (37) en hun kinderen Ilke (11) en Loïk (10) in Torhout. Ze geeft in die stad les aan de Middenschool Sint-Rembert: Nederlands aan het eerste en tweede jaar secundair. Dochter Ilke en zoon Loïk zitten respectievelijk in het zesde en vierde leerjaar van vrije basisschool Driekoningen. Elke dag praten we met Kim. Over afstandsonderwijs in tijden van corona. Als leerkracht én moeder.

“Vrijdag 24 april. Vandaag was een rustige dag. De vaste routine raakt er wat in. De voormiddag houden we volledig vrij voor schoolwerk. Met z’n drieën – de twee kinderen en ik – werken we onze lijstjes af. Mijn man moet vandaag namelijk uitzonderlijk zijn telewerk even opzijschuiven om fysiek naar zijn werk te gaan.”

“Ik ben het bedrijf dat Post-it produceert serieus aan het sponsoren, zoveel is zeker. Overal in mijn bureau hangen er kattebelletjes. Ik ben er als de dood voor om iets te vergeten. Op school leerden wij geen stenoschrift. Dat zou nu nochtans van pas komen, want ik moet toegeven dat ik soms mijn eigen krabbels niet meer kan ontcijferen. Telkens wanneer ik aan de telefoon hang of in gesprek ben via Smartschool ligt mijn Post-it-stapeltje klaar. Gretig werk ik met kleuren, potlood, tekeningen, fluostift en noem maar op. Als ik de gegevens meteen kan verwerken, is er geen vuiltje aan de lucht. Maar o wee als het briefje ergens op het einde van de rij belandt…”

“Wellicht gaat het mij niet zozeer om het schrijven van de briefjes, maar vooral om het wegnemen ervan. Het gevoel van: die klus hebben we weer geklaard. Ik start graag zaken op, maar werk ze nog liever doelgericht af. Dan overvalt me onmiddellijk een gevoel van rust. Oef! Klaar!

“Dat alles hangt nauw samen met een andere eigenschap van me. Ik ben een vroege vogel. Ik schiet soms ‘s morgens om 6 uur wakker en denk: waarom lig ik hier eigenlijk nog? Als ik nu opsta, kan ik koffiezetten en intussen de was verdelen, de pc opstarten, de brievenbus legen, de woonkamer wat op orde brengen… De vroege ochtend is meestal een rustig moment. Mijn man is eerder van het snoozetype. Heerlijk toch, dat eerste kopje koffie, zonder stoorzenders of ruis aan je hoofd! Dat erfde ik van mijn grootmoeder. Toen ik er mocht logeren, stond ik altijd meteen op van zodra ik hoorde dat ze de trap afging. Ze zag me doodgraag, maar nu snap ik haar enigszins geërgerde blik als ze me voor dag en dauw tegenkwam in de gang. Ik verstoorde haar ochtendritueel!”

“Een paar jaar geleden is ze gestorven op een gezegende leeftijd van 92 jaar. Hoewel ik haar nog elke dag mis, ben ik blij dat zij deze hele situatie niet meer hoeft mee te maken. Wat triest moet het zijn voor de bewoners van de vele woonzorgcentra. Ik ben er bijna zeker van dat bezoek het hoogtepunt van de week is voor mensen in een rusthuis. Maar nu moeten familieleden staan zwaaien aan het raam of in het beste geval een babbeltje slaan via de telefoon of een schermpje. Alsof dat nog niet erg genoeg is, komt daar de voortdurende dreiging van Covid-19 bij, zowel voor het verzorgende personeel als voor de bewoners. Ik hoop zo hard dat we dit virus snel kunnen overwinnen.”

“In de late avond volg ik aandachtig de speech van premier Wilmès. Tal van saaie PowerPoint-slides later is het me duidelijk dat een normaal leven nog niet meteen aan de orde is. Maar vooral: ik heb nog altijd geen idee hoe we de onderwijsmaatregelen in de praktijk kunnen brengen. Het ziet er op die manier onhaalbaar uit. Wellicht is onze directie al naarstig gestart met het downloaden van sjablonen om mondmaskers te maken…” (lacht)