Dagboek van een leerkracht en moeder (4): “Lesgeven doe ik vanuit het hart”

Kim Dumarey (37): leerkracht Nederlands in het secundair onderwijs en moeder van twee kinderen uit de basisschool. © foto JS
Johan Sabbe

Kim Dumarey (37) woont met haar man Jens Vanoverberghe (37) en hun kinderen Ilke (11) en Loïk (10) in Torhout. Ze geeft in die stad les aan de Middenschool Sint-Rembert: Nederlands aan het eerste en tweede jaar secundair. Dochter Ilke en zoon Loïk zitten respectievelijk in het zesde en vierde leerjaar van vrije basisschool Driekoningen. Elke dag praten we met Kim. Over afstandsonderwijs in tijden van corona. Als leerkracht én moeder.

“Donderdag 23 april. Gisterenavond had ik een online vergadering met de collega’s Nederlands om het lessenpakket van het eerste jaar voor de komende weken vast te leggen. Vanavond staat er dan eentje gepland met de collega’s van het tweede jaar. Ik ben vakverantwoordelijke Nederlands en op die manier hou ik rechtstreeks contact met de anderen. Ik hou van meningen en gedachten aftoetsen bij hen, omdat ik nogal onzeker ben.”

“Sommigen zullen schrikken als ik de term ‘onzeker’ in de mond neem, maar ik twijfel snel aan mezelf. Ik laat me graag inspireren door mijn omgeving. Zo lopen er verschillende collega’s bij ons op school rond, bij wie ik met plezier vertoef. Op normale schooldagen neem ik ‘s middags met hen de lunch aan onze ronde tafel in de leraarskamer.”

“Tussen de boterhammen door geniet ik ervan om samen met hen te discussiëren, te mijmeren over hoe goed het vroeger was, te ventileren en te lachen – vooral dat laatste. Het zijn collega’s die niet tot dezelfde vakgroep behoren. Hierdoor kan ik mijn blik verruimen. Het gevaar van onderwijs – en zeker in deze coronaperiode – is dat we ons te veel opsluiten in ons eigen denkwereldje.”

“De collega’s van de ronde tafel houden me scherp. Van hen steek ik elke middag leuke weetjes op. Ik mis hen. Mijn collega wiskunde weet me geregeld te boeien met etymologie. De collega aardrijkskunde kan boeiend vertellen over de reizen die hij ooit ondernam. Als die twee niet praten, kijk ik geamuseerd toe hoe ze vechten om de kruiswoordraadsels in de krant. Daarnaast is er een collega Frans die gebeten is door de koers. We proberen te raden wie de komende wielerwedstrijd zal winnen. Ik ben er zeker van dat hij reikhalzend uitkijkt naar het hernemen van het wielerseizoen.”

“Mijn lieve collega geschiedenis draag ik eveneens een warm hart toe. In een ver verleden kreeg ik les van haar en zij heeft bij mij het vuur van het lesgeven aangewakkerd. Voorts is er de collega economie, die altijd trouw op post is. Wanneer hij zijn sappige Oostendse dialect bovenhaalt, is het hek van de dam. Regelmatig sluiten nog andere collega’s aan, afhankelijk van hun uurrooster.”

“Telkens vliegt de middagpauze voorbij. Elk van hen weet me op de een of andere manier te raken. En net dat probeer ik ook bij mijn leerlingen te doen. Ik hoop dat ik hen kan raken. Lesgeven doe ik vanuit het hart. Met de beste bedoelingen, streng maar rechtvaardig. Wat doet het deugd wanneer ik oud-leerlingen tegenkom die me zeggen dat ze mijn lessen goed herinneren en dat ze eruit geleerd hebben. Ik ben er mij natuurlijk evenzeer van bewust dat ik niet iedereen op de kar krijg, maar ik probeer het elke dag opnieuw.”

“Wanneer ik wakker word uit mijn dagdroom, merk ik dat onze dochter Ilke op wolkjes loopt. Ze zit in het zesde leerjaar en heeft vernomen dat ze wellicht op 15 mei haar vriendjes zal weerzien. En haar juffen Tine en Emily natuurlijk! Hopelijk is het plan-Weyts geen loze belofte voor haar, want ze zou zwaar ontgoocheld zijn. Afwachten tot vrijdag, het moment waarop de premier uitsluitsel geeft.”