Dagboek van een leerkracht en moeder (22): “Eindelijk weer een avondje badminton spelen”

Kim Dumarey (37): leerkracht Nederlands in het secundair onderwijs en moeder van twee kinderen uit de basisschool. © foto JS
Johan Sabbe

Kim Dumarey (37) woont met haar man Jens Vanoverberghe (37) en hun kinderen Ilke (11) en Loïk (10) in Torhout. Ze geeft in die stad les aan de Middenschool Sint-Rembert: Nederlands aan het eerste en tweede jaar secundair. Dochter Ilke en zoon Loïk zitten respectievelijk in het zesde en vierde leerjaar van vrije basisschool Driekoningen. We praten met Kim over het leven in tijden van corona. Als leerkracht én moeder.

“Dinsdagavond 16 juni. Eindelijk. We mogen weer badminton spelen. Gisteren gingen de deuren van de stedelijke sporthal voor het eerst opnieuw voor ons open. We zijn met ons gezin al jaren met grote tevredenheid actief lid van Badmintonclub Torhout. De sporthal leek wel nagelnieuw. Gepoetst, geschilderd en helemaal klaar om ons te ontvangen. Na al die weken van afstandsonderwijs en het huidige lesgeven op school in omstandigheden anders dan anders, was een avondje badminton een sportieve verademing.”

“Zaalwachter Peter bleek duidelijk blij te zijn dat de sportactiviteiten konden hernemen. Gedienstig begroette hij ons en vanop afstand keek hij van tijd tot tijd toe of we de voorschriften volgden. We moesten aan een hele waslijst coronaregels voldoen. Afstand houden, handen en materiaal ontsmetten, gesukkel om voortdurend shuttletjes te wisselen… Maar we waren o zo blij om opnieuw te kunnen sporten. En om enkele van onze badmintonbuddy’s terug te zien. Sport is goed voor lichaam en geest. Niet alleen vanwege de beweging, maar ook voor het sociale contact.”

“De voorzitter van de badmintonclub stuurde ons het voorbije weekend een link door, waarmee we online konden intekenen voor een badmintonsessie. Op die manier kan de club erop toezien dat er niet met te veel mensen ineens gesport werd. We waren er natuurlijk als de kippen bij om een plaatsje te reserveren. Er hadden twee shifts plaats, telkens met een maximum van 20 spelers. Van 19 tot 20.30 uur daagden er 19 enthousiaste sporters op en van 20.30 tot 22 uur waren het er 20. Mooi binnen de regels en onder het alziende oog van twee bestuursleden.”

“Normaal voelen we in juni in de club een beetje een fin-de-saisonsfeer. De competitie is dan afgerond, de toernooikalender afgewerkt en de lokroep van mooie lenteavonden overstemt de bekoring van een sportzaal. Maar niets daarvan na alle coronamiserie. Nu zagen we enkel uitgelaten gezichten. Het voelde aan als een seizoensstart. Een vrolijk weerzien na drie maanden platte rust. Onze kids waren alvast dolenthousiast: wedstrijdje met een paar vriendinnetjes, wedstrijdje met mama en papa en daarna thuis een verkwikkende douche. En voldaan het bedje in.”