Dagboek van een leerkracht en moeder (18): “Voordeel mondmasker? Mijn luide stem dempen!”

Kim Dumarey (37): leerkracht Nederlands in het secundair onderwijs en moeder van twee kinderen uit de basisschool. © foto JS
Johan Sabbe

Kim Dumarey (37) woont met haar man Jens Vanoverberghe (37) en hun kinderen Ilke (11) en Loïk (10) in Torhout. Ze geeft in die stad les aan de Middenschool Sint-Rembert: Nederlands aan het eerste en tweede jaar secundair. Dochter Ilke en zoon Loïk zitten respectievelijk in het zesde en vierde leerjaar van vrije basisschool Driekoningen. We praten met Kim over lesgeven in tijden van corona. Als leerkracht én moeder.

“Dinsdag 2 juni. Een gezonde spanning geeft me een extra duwtje in de rug wanneer ik met mijn fiets naar school rijd. De zon lacht me toe. Vandaag zie ik de eerste helft van mijn leerlingen terug. En enkele collega’s. Wanneer ik op school aankom, stap ik richting leraarskamer. Niemand … Misschien in de extra gecreëerde leraarskamer in een van onze studiezalen? Opnieuw geen kat te bespeuren. Wel passeer ik enkele klaslokalen waar volop les wordt gegeven. De collega’s ogen ontzettend enthousiast! Dit werkt aanstekelijk. Nog een halfuurtje en dan is het mijn beurt. Na de speeltijd…”

“In de studiezaal wacht ik ongeduldig af. Ook andere collega’s nemen plaats. Vanop een veilige afstand keuvelen we gezellig bij. Iedereen is blij opnieuw voor de klas te mogen staan. Gedaan met het ploeteren met PowerPoint, overleggen via schermpjes, lesgeven zonder echt publiek. We mogen weer optreden, het beste van onszelf geven en het uiterste uit onze leerlingen halen.”

“Maar het gespreksonderwerp nummer één blijkt toch de mondmaskers te zijn. En vooral hun ongemakken: ze doen brilglazen bedampen, zakken soms af en belemmeren je ademhaling. De collega’s merken wel één groot voordeel op: mijn vérdragende stem wordt gedempt. Een niet te versmaden pluspunt, nu we les moeten geven met ramen en deuren open. Zo worden de leerlingen in de wiskundeles een paar lokalen verder dan toch niet gedwongen om mee te ‘genieten’ van mijn les zinsontleding.” (lacht)

“De speeltijd is voorbij. Ik ga opgewekt naar mijn gastjes. Grappig. Vissen zwemmen in scholen, maar onze leerlingen pauzeren in bubbels. Elk klasgroepje kreeg een eigen stukje ontspanningszone op de speelplaats aangewezen. Precies kippetjes die vrolijk scharrelen in hun ren. Ik neem de kids mee, braaf de pijltjes van het circulatieplan volgend, richting klaslokaal. Bij het binnenkomen worden de handen ontsmet en daarna neemt iedereen plaats op de toegewezen bank.”

“Tijdens de eerste les wil ik vooral kijken hoe het afstandsleren is verlopen. Hoeveel leerstof pikten ze effectief op? Oef! Dat valt reuze mee. Ze hebben knap gewerkt. We gaan dieper in op correcte zinsbouw en het verbuigen van bijvoeglijke naamwoorden. Aan de hand van enkele oefeningen test ik hun kennis en geef ik nog wat extra informatie. De onlinelessen lijken duidelijk te zijn geweest. Ik vraag me af of mijn klassikale lessen nog wel een meerwaarde bieden. Maar blijkbaar hoef ik nog niet meteen vervangen te worden door een computer. Mijn schatjes beweren dat de leerstof er in de klas vlotter én dieper ingaat. Dikke pluim voor de juf. Of hopen ze gewoon met dat complimentje goede punten te scoren?”

“Tijdens de middagpauze vergezel ik mijn bubbel. Het geeft een vreemd gevoel om onze boterhammetjes samen op te eten in het klaslokaal. Een ongedwongen sfeer vult snel de ruimte. Iedereen is blij om weer tijd door te brengen met vriendjes en vriendinnetjes. Het warme weer overhaalt ons om nog een wandelingetje te maken. Een hoop herinneringen wordt gedeeld.”

“In de namiddag gaan de lessen verder. Iedereen werkt goed mee, maar je voelt de energie wat zakken. De oogjes zitten dieper in hun kassen. Blijkbaar hebben de lessen veel gevergd en zijn de leerlingen het schoolse ritme kwijt. Of bezorgt de warmte een loom gevoel? Ach, het maakt niet uit. De voorbije dagen hebben we al kans gehad om even te ontspannen in het zonnetje, nu was het dringend tijd voor het echte werk. En die schoolse conditie? Die trainen we snel weer bij.”

“Nu fiets ik snel naar huis. Ik ben benieuwd hoe mijn eigen kindjes de dag doorgebracht hebben. Ze hadden een druk schema opgesteld voor vandaag, vol met afstandslessen, typtopoefeningen, tekenen, buiten spelen, zusje plagen en broertje tergen. Ik wil er álles over horen.”