Cultuurpersoneel van stad Brugge steekt een handje toe in de zorg

Ella Lycke bij een van de bewoonster in wzc Minnewater. © Davy Coghe
Olivier Neese
Olivier Neese Editieredacteur Brugsch Handelsblad Brugge - Torhout

De musea zijn gesloten en de culturele wereld ligt zo goed als stil. Toch besliste de stad Brugge om niemand technisch werkloos te maken en voor iedereen tijdelijk een andere functie te zoeken. Heel wat mensen boden zichzelf aan om een handje toe te steken in de woonzorgcentra van de stad. Een van hen is Ella Lycke (54), die normaal de kassa beheert van het Groeningemuseum. “Ik heb onderschat hoe zwaar het werk is. Zeker mentaal.”

Normaal verwelkomt ze gasten uit de hele wereld in het Groeningemuseum, nu draagt ze onder meer het ontbijt en de maaltijden rond in woonzorgcentrum Minnewater en is ze een luisterend oor voor de bewoners. Ella Lycke (54) is een van de vele personeelsleden van de stad Brugge die zich aanboden om in deze cultuurarme weken een handje te helpen in de zorg. “Toen beslist werd dat de musea weer hun deuren moesten sluiten, mochten we van de stad kiezen waar we een handje wilden toesteken”, vertelt ze. “In het Huis van de Bruggeling, andere stadsdiensten, de groendienst, de recyclageparken… Zelf opteerde ik om te helpen in onze woonzorgcentra. En ik denk dat iedereen die het wilde, er meteen aan de slag kon.”

Druk druk druk

De nood aan helpende handen in de woon-zorgcentra is heel groot, kon Ella meteen vaststellen. “Ik ben er in feite puur ter ondersteuning, maar ik voel me er een volwaardige kracht. Die mensen in rusthuizen komen echt volk te kort. Het is er echt hectisch. Zeker ‘s ochtends. De ontbijten moeten voorbereid worden, de koffie gezet worden… Als dat allemaal rondgedragen en afgeruimd is, staat de soep van 11 uur al klaar. Dan volgt het werk voor het middagmaal. Druk druk druk! Normaal werk ik van 9 tot 17 uur, maar ik start speciaal een uur vroeger zodat ik de mensen kan helpen in de ochtendhectiek. Als ik pas zou binnenkomen wanneer het ontbijt al rondgebracht was… Ik zou me er niet goed bij voelen. Die mensen hebben daar al genoeg werk, ik wil bijspringen waar ik kan. Elke dag ga ik met volle zin ernaar toe, maar ik weet ook als ik opsta: het zal weer een heel zware dag worden.”

“Ik heb het onderschat, zeker mentaal. Je wilt er zijn voor de bewoners, maar daar is niet altijd de tijd voor”

Dat het zo zwaar zou zijn, had ze niet verwacht. “Mijn marraine heeft ook in een woonzorgcentrum verbleven, maar ik wist niet dat het er zo aan toe ging. Ik heb het onderschat, zeker mentaal. Je wilt er zijn voor de bewoners, maar daar is niet altijd de tijd voor. De bewoners willen je aandacht, willen een babbeltje slaan als je passeert. Maar dat is niet altijd mogelijk omdat je nog alle andere mensen hun eten moet brengen… Ik begrijp de bewoners wel. Het is triestig weer en ‘s avonds vroeg donker, ze mogen maar één persoon zien… En sommigen zien niemand. Ik voel me nuttig, haal er veel voldoening uit, maar ‘s avonds ben ik écht kapot en mentaal moe. Het is een heel andere wereld waarin ik terecht kom. Het is heftig. Ik heb het onderschat. Meer dan onderschat. Je werkt met mensen, en voor mij primeert dat wel. Het personeel krijgt niet altijd voldoende tijd om met de mensen bezig te zijn. Zo jammer. Mijn respect voor het personeel in de zorg – van de poetsvrouw over de keukenmedewerker tot de verpleegkundige – is onnoemelijk groot.”

Zorgkundige Heidi Van Oost speelt een spelletje Vier op een rij met bewoner Raphael Annys.
Zorgkundige Heidi Van Oost speelt een spelletje Vier op een rij met bewoner Raphael Annys.© Davy Coghe

Voor Ella Lycke, die kantoor studeerde en altijd een administratieve kracht was, is het een heel andere wereld. “Het is de eerste keer dat ik in de zorg werk. Alles is ook nieuw. Omgaan met mensen met dementie: daar heb ik weinig ervaring mee. Van nature ben ik wel zorgzaam, ik heb graag dat het voor iedereen in orde is. Maar om daar echt mijn carrière in te maken? Neen, dat is nooit in me opgekomen.”

Nadien op bezoek

Werken in een woonzorgcentrum, waar de bewoners extra kwetsbaar zijn voor het coronavirus, is niet geheel zonder risico. “Angst heb ik niet. Als ik werk, denk ik er ook niet aan. Ik heb mijn beschermende kledij aan, draag constant een mondmasker en bij het eten ook handschoenen… Mijn dochter, die werkt als psychiatrisch verpleegkundige in het AZ Sint-Lucas, hamert er telkens op dat ik heel voorzichtig moet zijn. We werken nu beiden in de zorg, hé.”

Ze is nu aan haar derde week in wzc Minnewater bezig. Hoelang de tijdelijke opdracht nog duurt, weet niemand. “Wanneer de musea weer openen, zullen we terug naar onze post moeten, denk ik. Of ik het zal missen? Misschien wel.”

“Sowieso zal ik hierna nog eens naar mijn afdeling gaan en de mensen een bezoekje brengen. Ik begin de meesten te kennen. Nu al passeer ik bij sommigen nog eens extra wanneer ik toekom of vertrek om te horen hoe het gaat.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier