Connie Vervaecke fietst als enige vrouw de Omloop van de Slagvelden

Connie Vervaecke wordt tijdens haar fietsavontuur begeleid door haar moeder Liliane Devooght (links) en vriendin Marleen Dezittere. © foto ACR
Redactie KW

Twee verenigingen uit Oosteeklo doen deze zomer een heroïsche brok oorlogsgeschiedenis herleven. Precies 100 jaar na datum wordt de Omloop van de Slagvelden gereden. Oosteeklo is op 19 augustus de startplaats en op 30 augustus tevens de aankomst van de koers. Connie Vervaecke uit Zedelgem neemt als enige vrouw aan deze uitdaging deel.

De Omloop van de Slagvelden werd destijds in 1919 gereden, van 28 april tot 11 mei. De renners fietsten toen 2.000 kilometer langs de slagvelden in ons land, Frankrijk en Luxemburg. Het Heemkundig Genootschap De Twee Ambachten Assenede en de Orde van de Smoutpot uit Oosteeklo doen de koers dit jaar opnieuw. De organisatie van Gent-Wevelgem blaast de tocht nieuw leven in en komt met een toerversie op de proppen waarbij het originele parcours zoveel mogelijk is behouden.

Monstertocht

De eerste rit is van Oosteeklo naar Amiens. De volgende tussenstops zijn Parijs, Bar-le-Duc, Belfort, Strasbourg, Luxemburg, Brussel en zo weer naar Oosteeklo. De tocht kent in totaal acht etappes. Na de eerste twee ritten (van 293 en 294 kilometer) wacht een eerste rustdag, waarna een 342 kilometer lange monstertocht vanuit Parijs op het programma staat. De andere ritten zijn respectievelijk 312, 170, 296, 309 en 82 kilometer lang.

Connie Vervaecke (49) is samen met haar echtgenoot Erik Flion kantoorhoudster in verzekeringen in Zedelgem en doet vanaf haar 24ste aan lopen en is voorzitster van de Brugse atletiekvereniging ABAV. Sinds een aantal jaren combineert ze het lopen met fietsen, vooral tijdens de zomer. “Ondertussen deed ik al een aantal fietsreizen met onze wielertoeristenclub de DVV-trappers en de laatste vier jaar uitdagingen zoals La Marmotte, de Cannibale en de Il Pirata. Vorig jaar deed ik het rustig en nu volgt die grote uitdaging. Deze is echt wel buiten proportie en voor mij een vraagteken of het zal lukken. Ik ga er alvast alles aan doen om de finish te bereiken”, vertelt Connie.

In die acht dagen zal er 2.098 kilometer moeten gefietst worden en sommige ritten starten net als 100 jaar geleden als heel vroeg. Voor Parijs naar Bar-le-Duc is dat zelfs om twee uur ‘s morgens. “Ik trainde ondertussen al eens 300 kilometer en zelfs meer. En vorige week heb ik op acht dagen vijf fietstochten gedaan, waarvan drie meer dan 300 kilometer”, zegt Connie. “Eén dag ben ik hiervoor ook eens om vier uur opgestaan. Om toch ook eens dat gevoel te hebben.”

Ondertussen maakte Connie op een van die trainingsritten kennis met enkele andere deelnemers. Er zijn 86 renners ingeschreven, precies ééntje minder dan 100 jaar geleden. 21 bereikten toen de finish. “De organisatie verwacht ook nu weer dat slechts een derde de laatste dag aankomt. Hopelijk ben ik daar bij. Ik ben blijkbaar ook de enige vrouwelijke deelnemer. Ik kijk er echt naar uit. Sympathisanten die een van de ritten willen fietsen, zijn overigens welkom.”

Begeleiding

Connie doet haar reis per fiets niet alleen. Ze wordt in een volgwagen begeleid door haar moeder Liliane Devooght en vriendin Marleen Dezittere. “Zij zorgen op bepaalde punten onderweg voor bevoorrading en de nodige ondersteuning.”

Ook de slaapgelegenheid onderweg moet, net als 100 jaar geleden, zelf georganiseerd worden. “De overnachtingen in de buurt zijn ondertussen geboekt. Bij onherstelbare mechanische pech aan je fiets lig je eruit. Van bij aanvang is je fiets van een zegel voorzien zodat je die zeker niet kan vervangen door een andere”, eindigt Connie Vervaecke.

(Alain Creytens)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier