Cerclespeler van de Eeuw Jules Verriest wordt 75 jaar

Jules Verriest: “Het trainersduo Vanderhaeghe-Buffel is een goede keuze, ik reken verder op hen.” (foto ACR)
Jules Verriest: “Het trainersduo Vanderhaeghe-Buffel is een goede keuze, ik reken verder op hen.” (foto ACR)
Redactie KW

Jules ‘Juultje’ Verriest, drie kwart eeuw groen-zwart en omgekeerd. Bijna vijfhonderd officiële wedstrijden speelde hij voor Cercle, als aanvoerder, boegbeeld, een absoluut record. De Vereniging is voor hem een levenswijze, een levensovertuiging. “De huidige competitie stelt zonder fans weinig voor. Zij maken het verschil. Het zijn zij die het voetbal zo mooi maken.”

Jules Verriest wordt in 1965, op zijn negentiende, vanuit de Cerclejeugd in de basis gedropt en zal daar zestien seizoenen lang zijn vaste stek hebben. Hij koos voor zekerheid, bij het voormalige Ebes 46 jaar voor de job van zijn leven, zijn gezin en bleef ook groen-zwart trouw. “Veel profs uit mijn generatie hebben het sportief wel gemaakt, maar financieel steken er maar weinig bovenuit”, vindt hij.

Jules was zowel op als naast het veld een werkmier, een winnaar, iemand met karakter. “En vooral een verbindingsman tussen God en iedereen”, vult hij aan. “Tussen de spelers, de fans en het bestuur. Maar trainer zijn, dat was niets voor mij. Ik deed dat even als speler bij Moeskroen. Een verkeerde keuze, zo bleek. De afstanden vielen mij te zwaar. Ik kreeg op hetzelfde moment een aanbod van Torhout. Ik hield mij aan mijn woord met Moeskroen. Achteraf was Torhout beter geweest om na mijn periode bij Cercle zogenaamd uit te bollen.”

Aanvallende intenties

De nummer vijf van Cercle stond in het verleden tegenover spelers als Jan Mulder, Johan Cruijff, Rob Rensenbrink, Paul Van Himst, Wilfried Puis, … en had als linksachter vooral aanvallende intenties. “Ik had veel moeite met spelers met veel loopvermogen. Ik had daar weinig vat op. Zoals met een rechtsbuiten van Club, Luc Vanwalleghem. Hij zocht mij niet op en speelde de bal in mijn rug. Eigenlijk was constant verdedigen niet mijn ding. Zo moest bij KV Kortrijk iemand als Bo Braem, toch meer een spelmaker, in mandekking tegen mij staan als rechtsbuiten. Toen ik naar voor trok, kon ik gelukkig rekenen op mijn medespelers zoals Carlos De Steur en Pierre Hanon.”

“Het zijn niet altijd de beste voetballers die winnen. Je moet ook slim en sluw zijn”

Jules praat met plezier over zijn 41-jarig Cercleverleden, maar analyseert even graag en met een klare kijk het hedendaagse groen-zwart. “Ik liet Cercle de voorbije jaren wat los, maar de laatste weken, in opnieuw die degradatiestrijd, zat ik toch weer in volle spanning voor mijn televisie. De belangen zijn te groot. We mogen AS Monaco bedanken, maar stel je voor dat we in 1B terechtkwamen. Nu gaat Seraing naar 1A. Wij zouden klagen over het Jan Breydelstadion maar het behoort wellicht nog tot de vijf betere stadions in ons land”, vindt het Cercle-icoon.

Nog niet klaar

Het voetbal kent volgens hem een enorme evolutie. “De verdedigers komen nu meer aan de bal dan de aanvallers. En het rendeert nog ook. Mignolet is bij Club zowel keeper als libero. En bij Cercle was er de voorbije seizoenen toch wat talent aanwezig. Het zijn prachtige jongens, maar nog niet klaar voor onze competitie. Het zijn niet altijd de beste voetballers die winnen. Je moet ook slim en sluw zijn, het spel aanvoelen.”

“Ik heb bewondering voor de mensen die hiervoor verantwoordelijk zijn of zij die de spelers tussen de lijnen moeten zetten. Dat is enorm moeilijk. In die zin was de komst van Vanderhaeghe en Buffel een goede keuze. Ik reken verder op hen.”

Pavlovic naar Monaco?

“Daarnaast zijn er wel spelers die de stap kunnen zetten, eventueel naar AS Monaco. Ik denk achterin aan Marcelin en vooral Pavlovic. Voorin Ugbo en misschien ook de keeper, Didillon. Hij had een goede tweede seizoenshelft en zal wel blijven, maar de anderen zal Cercle volgend seizoen sowieso missen. Reken daarbij nog Biancone.”

“Er is nu al die Noorse verdediger. Hij zal verdorie goed moeten zijn om één van hen te vervangen. De Mexicaanse sportief directeur zal veel werk hebben en hopelijk pikken de trainers toch wat spelers op binnen de Belgische markt. Er dient een evenwicht te komen met die talentvolle spelers die echter nog niet rijp zijn”, vindt Verriest. “In ons land moet je eigenlijk op het hoogste niveau een rol van betekenis hebben, moet je minstens Europees spelen of kampioen worden. Pas dan komt er financieel iets binnen en gaat de waarde van de spelers omhoog.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier