Centrum voor Integrale Gezinszorg Kortrijk werkt vanuit nieuw gebouw

Achteraan v.l.n.r. directeur Lies Vandemaele, Lotte Soete en Eline Callewaert; vooraan v.l.n.r. Heidi Loncke, Sophie Deceuninck, Kim Vaneeckhout en Amiena Callens. © (foto EDB)
Redactie KW

Nestel, een Centrum voor Integrale Gezinszorg (CIG), nam in februari z’n intrek in het nieuwe gebouw op ‘t Hoge. Door de coronacrisis kon het openingsfeest vorige vrijdag niet plaatsvinden. “Ondertussen zijn we hier al ingenesteld”, luidt het bij directeur Lies Vandemaele.

Het nieuwe gebouw bestaat uit acht volledig uitgeruste appartementen met slaap- en badkamer. “De gezinnen die hier opgevangen worden, kunnen koken in hun studio, maar dat is niet echt de bedoeling… hoewel dit nu in de coronacrisis goed van pas komt”, vertelt Lies. “Je kan ook koken in de leefgroep als er meer ondersteuning nodig is. Daar zijn er vier fornuizen, dus kunnen er vier gezinnen tegelijkertijd koken. Er is ook een grote living waar gezinnen en kinderen kunnen leren van elkaar en waar de kinderen kunnen samen spelen. Dat is het kloppend hart van onze voorziening voor de mensen in residentiële opvang.”

Er is daarnaast ook nog een appartement voorzien voor mensen met een rolstoel en twee appartementen voor gezinnen met meer kinderen. “We hebben ook nog een appartement dat we vrijhouden voor het crisisnetwerk van West-Vlaanderen. Dat proberen we nu vrij te houden voor het geval een gezin in quarantaine moet door corona.”

Steun bij opvoeding

In Nestel leren de ouders op een goede manier opvoeden, begrenzen en ruimte geven. “Soms hebben ouders veel zorgen aan het hoofd. Ze hebben psychisch en relationeel te weinig ruimte. Dan zit je hoofd vol en komt het opvoeden van kinderen onder druk te staan. We proberen hen zoveel mogelijk zelf te laten doen, maar we nemen over als het nodig is.”

Gezinnen worden opgenomen na doorverwijzing door een hulpverlener. “Als je je kind zelf wil blijven opvoeden, moet je soms bepaalde toegiften doen zoals je laten begeleiden bij de opvoeding. We focussen ons op zwangere ouders en gezinnen met kinderen tot zes jaar. Natuurlijk komen broers en zussen ook vaak mee. Het zijn niet enkel meer de mama’s en de kinderen die we opvangen. Papa’s mogen ook meekomen. Soms lukt het de moeder beter als de vader ook mee de opvoeding kan ondersteunen.”

Meer ruimte

De gezinnen verblijven gemiddeld negen tot tien maanden in Nestel. Er worden ook verschillende gezinnen ambulant aan huis begeleid. Er zijn gezinnen die zeven dagen op zeven in Nestel verblijven, maar er zijn er ook met een lagere frequentie. “In het nieuwe gebouw hebben we plaats om meer gezinnen op te vangen. Er is ook een personeelsruimte en de gemeenschappelijke ruimte en kinderwerking zijn veel groter met direct een buitenruimte met terras. De tuin is even groot, maar beter ingericht voor de kinderen. Er is nu ook een degelijke fietsenstalling.”

Lies vertelt dat het vroegere gebouw bestond uit twee aparte huizen die met gangetjes aan elkaar verbonden waren. “Onze stagiaires verdwaalden hier altijd”, lacht ze. De bezoekruimte was eveneens eetruimte voor het personeel, opslagplaats, plaats voor sollicitaties en polyvalente ruimte. In ons nieuwe gebouw zorgde de architect ook voor veel meer licht in huis, een goede isolatie en een ventilatiesysteem. Er liggen ook zonnepanelen op het dak, dus er werd ook ecologisch nagedacht. Tijdens de bouw nam Huis Ter Leye – dat is de vroegere naam van het CIG – tijdelijk z’n intrek in een deel van het vroegere woonzorgcentrum Sint-Vincentius aan de Groeningestraat.

Nu er door de coronacrisis geen openingsfeest mogelijk was, zal er misschien volgend jaar iets georganiseerd worden. “Dan bestaan we immers 40 jaar“, besluit Lies Vandemaele. (EDB)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier