Cecile Ryon staat al 40 jaar achter de toog van café St.-Joseph in Haringe

Cecile Ryon staat nog altijd met plezier achter de toog van café St.-Joseph. © WVH
Wouter Verheecke
Wouter Verheecke Medewerker KW

Café St.-Joseph is een waar monument en cafébazin Cecile Ryon is dat op haar 82ste ook. Zij staat bekend als een aimabele, maar ook strenge cafébazin bij haar vaste klanten, nu vooral gepensioneerden. “Cafégangers verdwijnen, dus vallen er jammer genoeg ook alsmaar meer cafés tussenuit.”

Het handgeschreven BTW-nummer van ‘C. Ryon’ prijkt in een hoek van het raam van St-Joseph, naast de sanseveria’s. Eenmaal binnen in het café merken we tussen de spreuken ook een ingekaderde affiche op, uit het gezegende jaar 1882. Haringe heette toen nog Haringhe, het café was een herberg en de eerste prijs van de schieting was 30 Franks in geld.

Derde generatie

Cecile Ryon is in dit pand geboren en is de derde generatie van cafébazinnen, nadat haar moeder en grootmoeder hier ook al achter de toog stonden. “Op mijn veertigste nam ik het café over van mijn moeder, waarna zij voortaan tussen de klanten ging zitten. Ruim veertig jaar later werk ik hier nog steeds, omdat ik dat zo gewoon ben en omdat ik graag in compagnie ben”, begint ze.

Wat maakt haar een goeie cafébazin? “Goh, dat weet ik niet, maar ’t moet inderdaad zijn dat ik het goed doe. Van mijn vaste klanten hoor ik bijvoorbeeld dat zij appreciëren dat ik mij aan de vaste openingstijden hou, goeste of gin goeste. Moet ik het café toch eens een dag sluiten omdat ik ergens heen moet, dan hang ik dat een paar dagen op voorhand uit, zodat ze niet teleurgesteld voor een gesloten deur hoeven te staan. Die openingstijden zijn tegenwoordig van 10 tot 13 uur en van 16 tot 20 uur, al kan dat – zeker in de zomer – wel eens later worden. Ik sta hier ook wel op mijn strepen. Dat moet, want anders gaan de cafégangers de grenzen opzoeken. Wanneer ik ‘de laatste’ aankondig, dan is dat dus effectief zo. Daarna zit ik immers graag nog wat in de zetel met mijn man, om samen de opgenomen programma’s te bekijken tot middernacht: Blokken, Lisa, Familie …”

Rustiger dan vroeger

Tegenwoordig is het hier een pak rustiger dan vroeger, wat Cecile onder meer wijt aan de terugval van het kerkelijk leven. “Destijds riep pater Declercq de jonge Fransen op om eens naar Haringe te komen, zodat hij hier dan als cafémissionaris met hen kon praten. Toen ik zelf jonger was, was het café natuurlijk langer open en belden de bezorgde moeders mij dikwijls op om te vragen of ik hun kinderen stilaan naar huis wilde sturen. Recent zijn een aantal jonge gezinnen hier komen wonen, maar die nieuwe generatie komt niet aan mijn toog zitten. Nu zie ik dus vrijwel alleen nog gepensioneerden en de gesprekken zijn navenant: het gaat hier nogal dikwijls over sterfgevallen of gebroken heupen”, vertelt ze.

Ik zie hier vooral vaste gezichten, van onder de kerktoren

“Op zondagvoormiddag blijft er nu nog maar één tafel kaarters over, terwijl dat er in mijn moeders tijd twee of drie waren. Toen was er hier nog een misdienst, maar nu de parochianen niet meer naar de kerk kunnen, komen zij hier ook niet meer langs. Wandel- en fietstoeristen of Okra-groepen vinden wel de weg naar het café, maar toch zie ik hier vooral vaste gezichten, van onder de kerktoren of van net over de Franse grens. Zo kent iedereen hier eigenlijk iedereen. Sommigen komen dagelijks en ken ik dus door en door. Aan de stand van de klakke kan ik dikwijls zien hoeveel iemand al gedronken heeft wanneer hij hier toekomt.”

Hoogdagen

Corona is natuurlijk ook een grote boosdoener. Die maakte dat de clubs er na de jaarlijkse terugval nu definitief mee ophielden, omdat er meer leden wegvielen dan dat er bijkwamen. “Vroeger had ik een levendige kaartersbende met meer dan honderd leden. Zij kwamen zowel zaterdag- als zondagavond kaarten. De golfbiljart is ondertussen verdwenen en het vogelpikbord hangt er nog wel, maar dat is nu al twee jaar onaangeroerd”, wijst Cecile naar de muur.

Daarnaast zien we recente affiches van wedstrijden van wielerclub Haringe Sportief; enerzijds voor de elite zonder contract en de beloften, en anderzijds voor de junioren. Zij strijden niet voor 30 Franks maar voor 600 euro prijzengeld, door ronden door het dorpscentrum af te malen. “De inschrijving en de prijsuitreiking vinden hier plaats, net als alle vergaderingen van de organisatie. Dat zijn nu dus de hoogdagen voor mijn café, net als de rommelmarkt op de laatste zondag van september.”

Zware kosten

Op die drukke momenten springen de twee dochters graag in. Het café overnemen, is echter niet aan hen besteed. “Of iemand anders dat zal willen doen, is nog maar de vraag, want de wc’s zijn verouderd en het plafond is te laag volgens de huidige wetgeving. Dat zou dus sowieso vernieuwd moeten worden als er hier nieuwe eigenaars hun intrek nemen, waardoor zij dan met zware kosten opgezadeld zitten”, weet Cecile.

“Wellicht verdwijnt er na ons dus nog maar eens een café uit Haringe, terwijl er nu nog maar drie overblijven. Vijftig jaar geleden waren er vier keer zoveel. Zo ver zijn we echter nog niet. Zolang de gezondheid het mij toelaat, blijf ik hier immers nog wel even meedraaien. Mijn man heeft al dikwijls geopperd om de boel te sluiten, maar ik zou het caféleven en de sociale contacten te hard missen!”, besluit Cecile Ryon.