De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Cathy Vandhuynslager is al 25 jaar koningin: “Ik ben dan wel een koningin,maar ik kijk op niemand neer”

Kurt Vandemaele
Kurt Vandemaele Reporter

Dat ze een ongewoon kijkstuk is, beseft ze wel. Ze vertelt lachend over hoe ooit een vrachtwagen in de gracht belandde toen de chauffeur zijn ogen niet van haar af kon houden. “Onlangs nog stopte een ambulance die een patiënt aan het vervoeren was, omdat de ambulancier een foto van me wilde.” Maak kennis met Cathy Vandhuynslager, al 25 jaar de onbekende koningin van West-Vlaanderen.

Het was een zonnige dag toen Cathy Vandhuynslager en haar man Raf Vandenberghe een jaar of 25 geleden een uitstapje maakten. Ze zaten op een terrasje te genieten toen twee mannen haar aanspraken: We zijn al twee jaar naar je op zoek. We zouden graag een koningin hebben voor alle feestelijkheden hier in de buurt, voor de rommelmarkt en de antiekmarkt. Ze waren uitgestuurd door graaf Henri d’Udekem d’Acoz.

“Hij is intussen jammer genoeg gestorven”, zegt Cathy. “Toen was hij nog jong. We hebben nog samen gedanst. Hij heeft deze kroon laten maken 25 jaar geleden”, wijst ze naar de tiara in haar haar. “Hij zei: Binnen acht dagen komen we je ophalen. We gaan twee eredames nemen en je zult in een witte koets komen aanrijden. En we gaan je dan kronen.”

De kettingen klotsen bij ieder gebaar dat ze maakt. “Het contact tussen ons is altijd gebleven. Kort voor zijn dood zijn we nog samen gaan eten. Hij had toen zijn trombose gehad en hield de hele tijd mijn hand vast. Dat kasteel van hem vond ik eigenlijk nogal akelig, ik werd er bang. Nee, dan woon ik liever hier.”

Jurken tot het plafond

We zitten in de gang van hun appartement, ergens op Overleie in Kortrijk, waar de verschillende deuren naar de andere vertrekken op uitkomen. Naast het ook al overdadig versierde toilet is het de enige plek waar je nog kunt zitten. De andere kamers zijn volgestouwd. Cathy wijst naar een deur: “Die kamer kunnen we niet meer binnen. Daar liggen baljurken tot aan het plafond.”

“Ik dacht vroeger altijd dat Cathy een voetje voor had bij God. God is ook een speciale, hé”

Raf Vandenberghe

echtgenoot van Cathy

Het is hallucinant. Overal staan, liggen of hangen spullen. De meeste goudkleurig, opzichtig en protserig. Haar feestelijke jurken, waarvan ze er vele honderden heeft, in wit, roze of turquoise, haar lievelingskleuren, maar ook sommige in groen, paars of bleekblauw. Zelf zit ze op een stoel die iets van een troon heeft. In een witte baljurk met veel voile, kant en andere versierselen, waarover haar erelint hangt met het opschrift Koningin Cathy. Een zonnebril met glinstertjes op en een gouden piercing in haar neus, lange gouden oorringen, kettingen, halsbanden, haar kroontje en bloemen in haar lange, witte haar. “Mensen denken dat ik in de vijftig ben. Maar ik ben 91. En ik ga nooit naar een schoonheidsspecialiste. Ik gebruik alleen Nivea op mijn gezicht. En naar de kapster ga ik ook al niet. Raf ontkleurt mijn haar, dat is alles.”

Bruin als een beier

“Dat haar was vroeger pekzwart”, zegt Raf. “En ze was bruin als een beier.” Zelf is Raf zowat het tegendeel van zijn vrouw. Eigenlijk heeft hij wat van een lakei: piekfijn uitgedost in een donker kostuum met wit hemd en een stijlvolle das. “Ik werkte vroeger voor de restauratiefirma Monument. Ik was steenkapper en beeldhouwer.” Hij wijst naar een verfijnd beeld dat duidelijk laat zien dat hij een krak in zijn vak was. “Ik ben altijd gefascineerd geweest door beelden en schilderijen. En Cathy is een kunstwerk. Ik dacht vroeger altijd dat ze een voetje voor had bij God. God is ook een speciale, hé.”

Cathy knikt. “Ik heb al veel mensen genezen. Ik ben dan wel een koningin, maar ik kijk op niemand neer. Ik praat met iedereen. Raf en ik zijn heel gelovig. Elke dag bidden we samen. Voor de zieken en zij die minder geluk hebben. Ik geef ook alles weg. Terwijl ik zelf een pensioentje heb van 36 euro.”

Ontbijt op bed

Raf is 75. Hij is haar tweede echtgenoot. “Veel mensen denken dat ik ouder ben dan Cathy”, zegt hij. Ze zijn 39 jaar samen. En ze wonen 37 jaar in het appartement waar ze nog altijd vertoeven. “Toen was het groot”, lacht hij. “Het lijkt alsmaar te krimpen. Alles staat of hangt vol. We hebben alleen nog plaats aan het plafond. De muren en de vloeren zijn volledig bezet.” Er valt nog nauwelijks adem te halen. In de living liggen de jurken, tussen keramiekjes, vazen, heiligenbeelden, foto’s, knuffels en schilderijen opgestapeld tot net onder de protserige luster. Je geraakt er nauwelijks binnen. “En met de koperdraden in mijn rokken is dat nog een groter probleem”, lacht Cathy. “We kunnen hier niet meer eten. Vandaar dat we altijd uit eten gaan.”

Ontbijten doet ze op bed. “Om vier uur brengt Raf me een fruitschotel en een boterham. En dan doe ik nog een dutje. En om 7 uur ontbijt ik voor echt: drie boterhammen. Ik heb altijd honger.”

Koningin Cathy: “De mensen zien mij graag. Ik ben overal graag gezien. Als we naar het shoppingcenter gaan, kan ik geen tien stappen zetten zonder dat iemand een foto van me neemt.”
Koningin Cathy: “De mensen zien mij graag. Ik ben overal graag gezien. Als we naar het shoppingcenter gaan, kan ik geen tien stappen zetten zonder dat iemand een foto van me neemt.” © Kurt De Schuytener

Hoe vindt Cathy hier een jurk die ze nodig heeft? “Niet”, lacht Raf. “Of na heel lang zoeken. Vaak halen we er Toontje bij, de heilige Sint-Antonius.” En terwijl hij toch aan het lachen is, wil hij nog een verhaal delen: “Een tijdje geleden was koningin Mathilde op bezoek in een schooltje hier op Overleie. Maar zij droeg een broek en een trui. En de kinderen zeiden: wij kennen een echte koningin.”

58 berichtjes

Cathy knikt: “Kinderen zijn dol op me. Ik ben jaren sprookjeskoningin geweest in Dadipark. De mensen zien mij graag. Ik ben overal graag gezien. Als we naar het shoppingcenter gaan, kan ik geen tien stappen zetten zonder dat iemand een foto van me neemt. Ik ben vorige week nog gaan dansen in de kringloopwinkel in Wevelgem en de directrice belde me dat ze al 58 berichtjes daarover heeft gehad. Ik word overal gevraagd. Tot in Nederland toe.”

Raf knikt: “Ze was Onze-Lieve-Vrouw in de stoet bij de heiligverklaring van broeder Mutien-Marie in Malonne. Ze is in Afrit 9 geweest en vele keren in Iedereen Beroemd.”

En dat terwijl er in de living nergens een tv te bespeuren is. “Die hangt in de slaapkamer. Maar we kijken nooit. Die hadden we alleen om de beelden te bekijken die ik met mijn oude videocamera van haar draaide. Maar tegenwoordig film ik met de smartphone en bekijken we alles op de iPad.” Raf geraakt nooit op zijn vrouw uitgekeken. En hij is lang niet de enige.