Carla Obin is de eerste vrouw aan het hoofd van het College in Roeselare

Carla Obin: "Ik moet me nu inwerken in veel zaken maar ik wist goed wat op me zou afkomen. Kris heeft me goed gestuurd en begeleid." (foto SB) © Stefaan Beel
Peter Soete

De scholen hebben opnieuw de deuren geopend en de directies hebben het druk. Ook Carla Obin die het schooljaar start als directeur-eindverantwoordelijke van het Klein Seminarie. Meteen de eerste keer ook dat een dame aan het hoofd staat van het College.

Als je de school binnenstapt, adem je de geschiedenis van het College in. Schilderijen van vroegere superiors, foto’s van de Lievensmissie in India, hoge gangen en dubbele houten deuren. Aan twee deuren bij het secretariaat hangen naamplaatjes: Carla Obin en Kris Pouseele. Kris Pouseele is met pensioen en Carla Obin neemt zijn taken over en wordt directeur-eindverantwoordelijke tot er een nieuwe directeur-eindverantwoordelijke komt.

Je bent de allereerste vrouw als directeur-eindverantwoordelijke van het Klein Seminarie. Toch een historisch feit?

Carla Obin: “Daar ben ik echt niet mee bezig. Kris Pouseele was de eerste lekendirecteur maar dat speelde voor hem ook niet. Dat is misschien goed voor de ‘petite histoire’ maar het belangrijkste is dat je als directeur altijd het beste van jezelf geeft voor de school. En dat hebben Kris Pouseele, Dries Bekaert en ik altijd gedaan en mijn nieuwe collega Merel Lefevere zal dat ook doen. Bovendien is mijn mandaat als directeur-eindverantwoordelijke maar tijdelijk tot er een nieuwe collega komt.”

Met Kris Pouseele en Dries Bekaert zijn twee ervaren mensen uit het driekoppig directieteam vertrokken. Jij krijgt Merel Lefevere als collega in het team maar het directiekader is niet volledig ingevuld. Krijgen jullie niet te veel op jullie bord?

“Dat gevaar bestaat natuurlijk maar we zijn omringd met een goed team. Ik heb leren vertrouwen en verantwoordelijkheid geven aan andere mensen. Maar het is zeker de bedoeling om zo snel als mogelijk dit schooljaar opnieuw met een driekoppig complementair team aan de slag te kunnen.”

Heb je lang moeten nadenken toen men je vroeg om tijdelijk eindverantwoordelijke te worden?

“Het zou fout geweest zijn als ik daar niet had over nagedacht. In de acht jaar dat we als collega’s hebben samengewerkt, werden wij een hecht team en waren we zeer complementair. We kennen elkaar door en door. Ik moet me nu inwerken in ‘andere’ zaken maar ik kan goed inschatten wat op me afkomt. Collega Kris Pouseele heeft me hierin gestuurd en goed begeleid.”

Was een carrière in het onderwijs trouwens een meisjesdroom?

“Niet echt, neen. Ik ben opgegroeid in een sterk gezin waarin werken belangrijk was. Je best doen, je correct opstellen, beleefd zijn, rekening houden met alles en iedereen, enz. Ik heb heel veel geleerd van mijn ouders en heb veel kansen gekregen en gegrepen. Maar pas op het einde van het middelbaar wist ik dat het verpleegkunde of onderwijs zou zijn.”

Ook de liefde voor wetenschappen kreeg je van thuis uit?

“Op zondag gingen we vaak wandelen met mijn ouders en mijn mama leerde me dan alles van planten en vogels die we zagen. Papa had een oog voor architectuur en leerde me mooie gebouwen ontdekken. Maar het klopt dat wetenschappen mij altijd heeft geboeid. Nog steeds trouwens want de wetenschappelijke vakliteratuur is al enkele jaren mijn vakantielectuur. Ook het wetenschappelijk aspect van het covid-virus volg ik op de voet. Of ik nog voor de klas zou kunnen staan? Dat zou geen probleem zijn, ik blijf mee op vakgebied.”

Je bent trouwens altijd goed voorbereid?

“Dat probeer ik toch, ja. Ook voor ons gesprek heb ik nagedacht over welke zaken zouden kunnen aan bod komen. Ik voer graag gesprekken met inhoud. Ik hou niet van oppervlakkigheid. En ik heb het geluk gehad dat ik altijd met competente mensen heb mogen werken die me ook gestimuleerd hebben om na te denken en beslissingen te nemen. Ook in conflictsituaties moet er veel geluisterd en gepraat worden en dan oplossingen gezocht. We mogen nooit vergeten dat we met mensen samenwerken.”

Leerlingen zijn trouwens goede critici voor leerkrachten?

“Leerlingen hebben absoluut geen problemen met gezag als hun leerkrachten hun vak meester zijn. Ik heb altijd zeer graag voor de klas gestaan. Het is een uniek beroep. De eerste jaren ligt de focus natuurlijk op de leer- en jaarplannen en de vakinhoud maar na enkele jaren kun je de klemtoon verleggen naar de leerlingen. En jonge mensen zaken bijbrengen en mee helpen opvoeden, dat is toch het mooiste beroep dat er is?”

Waarom heb je dan na acht jaar gekozen voor een directiefunctie?

“Het was tijd voor een volgende stap in mijn carrière. Neen, ik noem het geen ambitie, eerder gezonde nieuwsgierigheid. Ik heb een creatieve geest en die moet geprikkeld blijven. Als directielid kan ik misschien nog meer nadenken en zaken in beweging brengen.”

Wat binnen tien jaar?

“Absoluut geen idee. Ik heb een zeer sterk gezin dat me kent en begrijpt dat ik er niet altijd kan zijn. Ik ben gelukkig en ik geloof dat dit het belangrijkste is. Wat binnen tien jaar gebeurt, zien we dan wel.”

Privé

Carla Obin werd geboren op 26 november 1964 in Moorslede. Ze is gehuwd en dit gezin heeft een zoon Lowie en een dochter Sara. Ze wonen in Heule.

Opleiding

Lager onderwijs in Moorslede en Gullegem, middelbaar onderwijs (Wetenschappen) in de Pélichy in Izegem. Vervolgens regentaat Aardrijkskunde, Biologie, Chemie en Fysica in Brugge en leerkracht wetenschappen in VTI, VISO en Klein Seminarie. Vanaf 2012 directeur in het Klein Seminarie.

Vrije tijd

Cultuur, in de natuur vertoeven, soms een boek lezen, muziek beluisteren.