Bubbelruil, deel 1: “Kortrijk telt heel wat pareltjes, maar je moet ze weten zijn”

Marij Wyers op de verlaagde Leieboorden, waar het bij mooi weer heerlijk toeven is. Op de achtergrond de befaamde Broeltorens. © RR
Marij Wyers
Marij Wyers Journalist Het Belang van Limburg

Van de ene brouwerijgemeente naar de andere, van het platteland naar de stad. KW-journalist Talitha Dehaene en ik (Marij Wyers van Het Belang van Limburg) trokken elk een weekendje naar elkaars bakermat. Van Bocholt naar Kortrijk, een provinciestadje met een dorpsgevoel, op 200 kilometer van huis. Compact, alles op wandelafstand, een noest landbouwverleden aan de Leie, warm familiaal en ook trendy. Een plek die als thuis aanvoelt.

Dit artikel maakt deel uit van een uniek samenwerkingsproject tussen De Krant van West-Vlaanderen en Het Belang van Limburg.

Een vroege plogger – jogger die afval opraapt – grijpt een verdwaalde koffiebeker van de grond terwijl hij mij kruist. Het is hier proper, en het risico op een trap in hondenpoep is kleiner dan thuis. Mijn eerste verkenningsrondje is in looppas, langs Kortrijkzanen – met mondmasker – die bij de bakker op de stoep aanschuiven voor hun verse ontbijtkoek.

Het historisch centrum slaapt nog. De brug met imposante Broeltorens brengt ons naar de boorden van de Leie, waar wielertoeristen verzamelen voor hun weekendrit. Wij lopen naar het recent aangelegde groen op het Buda-eiland met een openlucht zomerbar, waar het straks ongetwijfeld heerlijk chillen is. Net als op de verlaagde Leieboorden. Op mooie dagen moeten die volgens mijn West-Vlaamse collega Talitha niet onderdoen voor de Gentse Graslei.

(lees verder onder de foto)

Het Buda-eiland om te relaxen in de zomerbar en voor een verkwikkend ochtendloopje.
Het Buda-eiland om te relaxen in de zomerbar en voor een verkwikkend ochtendloopje.© RR

Goedkoop parkeren

We logeren in de buurt waar collega-journalist Talitha een huis kocht, aan de rand van de zogenaamde miljonairswijk waar succesvolle Kortrijkzanen hun villa bouwden. Onze B&B Oyo is in een herenhuis achter het station, waar je werkelijk geen trein hoort denderen. De upcycling gastenkamer draagt de hand van de jonge gastheer Oliver, een productontwikkelaar van opleiding.

Met nog wat insider-tips van Oliver is dit een goede uitvalsbasis voor een citytrip. Onze auto staat voor de deur, voor 4 euro per dag, de goedkoopste parkeerplaatsen in Kortrijk. De stad ligt op een sprong, of beter: een duik onder het station door.

(lees verder onder de foto)

Oliver serveert 's morgens vers fruit en zalige streekkazen.
Oliver serveert ‘s morgens vers fruit en zalige streekkazen.© RR

Kortrijk ademt geschiedenis: het stadhuis, de Groeningepoort, een herdenkingsmonument voor de Guldensporenslag, en het Belfort natuurlijk, een overblijfsel van de middeleeuwse lakenhalle op de Grote Markt. “En kijk hier eens! Het mooiste Begijnhof dat er is”, wijst een vriendelijke dametje ons naar de toegangspoort. “En zo stil, midden in de stad. Je kan hier een huis huren.” (glimlacht)

Leven als begijn

Of fijn slenteren door de straatjes met 41 witte ieniemienie huisjes. Het huis van de grootjuffrouw – Huyze Begga – is open voor koffie en een hap, een ander huisje toont het leven als begijn. Voor een diepe en verrassende blik op de begijnen – die sterke vrouwen bleken te zijn – is er het belevingscentrum in de Sint-Annazaal. Tot 2013 woonde hier nog een begijn, met haar 93 jaar was die Marcella Pattyn het allerlaatste begijntje ter wereld.

(lees verder onder de foto)

Een stukje werelderfgoed waar tot 2013 een begijntje woonde.
Een stukje werelderfgoed waar tot 2013 een begijntje woonde.© RR

Veel pareltjes liggen een beetje verscholen, en je moet ze weten zijn. Spring zeker eens binnen in het prachtige boekenhuis Theoria. Voor een heerlijk gezonde lunch is het oude schoolpand La Cantine onze aanrader. “Mijn vrouw Lieve had hier jaren een geschenkenwinkel, toen nog met huwelijkslijsten”, vertelt Koen, ober van dienst.

“Maar haar grote passie is koken. En zo hebben we in 2017 alles omgegooid en omgevormd tot een eetzaak in een conceptstore, samen met onze dochter Sofie. Lieve staat in de keuken. ik in de bediening. Als gepensioneerd schepen wou ik nog iets om handen hebben.” In veel zaken voel en proef je de familiale ondernemingszin van de Kortrijkzanen.

Golden river

Om de geschiedenis van de stad te begrijpen zijn er de musea. In een oude stapelplaats voor vlas vertelt Texture waarom de Leie een golden river was voor de streek. Je kan snel door de twee verdiepingen, of wat trager of op kindermaat, en je hebt meteen een goed beeld over de verwerking van vlas tot linnen, en van vlas tot ultramoderne composietmaterialen voor koersfietsen.

Druk zeker op de knop voor de typische geur van rotend vlas. Dat stonk hier vroeger dus. Met het gratis zakje vlaszaadjes krijgt mijn tuin in Bocholt volgende zomer de lieflijk blauwe West-Vlaamse bloemetjes van vlas.

(lees verder onder de foto)

Lieve bereidt onze gezonde lunch in La Cantine.
Lieve bereidt onze gezonde lunch in La Cantine.© Lucas Despriet

Aan horeca geen gebrek in Kortrijk. Van drinkgelegenheden met traditie tot hippe zaakjes zoals het eetcafé De 7 Zonden dat stiekem verborgen ligt in de Leiestraat (lekker gegeten), en ook alternatieve biercafés zoals Gainsbar onder de bomen op de Vlasmarkt en de ouderwetse bruine kroeg Den Bras vlakbij het station.

“Kortrijk leeft weer. De stad heeft een nieuw elan gekregen nadat we jarenlang door het leven gingen als een stijve stad, een stad die was ingedommeld.” Heidi, ergens rond de vijftig, treft ons aan de toog van de verscholen Jules Bar in het Parkhotel. “Ga eens naar het toilet”, zegt ze. “Dat is hier een belevenis.” (schatert) Ook wij geven je dit advies: ga er naar het toilet.

Familiebedrijf

Het hotel blijkt nog een echt familiebedrijf. “Voor Kortrijkzanen, van 17 tot 70 jaar, is het is het een place to be. Ze komen naar het hotel voor het moederdagontbijt en naar de bar voor cocktails en hippe dj’s.” Wie – zoals wij – niet meer van de toog geraakt, kan er smaakvol dineren met foodsnacks en burgers.

In Kortrijk brouwen ze té veel streekbieren om ze allemaal te proeven. Talitha tipt O’De Lys van brouwerij Toye, gebrouwen met gezuiverd Leiewater. Het meest Kortrijks dat je kan drinken. En dan is er nog het gamma van brouwerij Gulden Spoor en de bekende Omer Vander Ghinste.

(lees verder onder de foto)

Schol op Kortrijk, en Limburg boven. Dat we dit duel mogen winnen.
Schol op Kortrijk, en Limburg boven. Dat we dit duel mogen winnen.© RR

Mijn partner – Omer-liefhebber – heeft mij tot zijn brouwerij in deelgemeente Bellegem gereden. Ik ben geen bierdrinker: pils is te bitter en kriek te zoet, maar de nabestaanden van brouwer Omer Vander Ghinste hebben deze wijndrinker verrast met Cuvée des Jacobins, 18 maanden gerijpt in eiken vaten. “Zoals wijn. De champagne onder de bieren. Een complex, maar gebalanceerd zuur bier. Ofwel ben je laaiend enthousiast ofwel niet, er is geen compromis”, zegt Jasper tijdens een rondleiding.

Tot mijn spijt moet ik aan de Bocholter brouwer Martens bekennen dat ik laaiend ben, over die Jacobins en ook over Kortrijk dat zich ontpopt tot trendy stad aan de Leie. Score: 9 op 10.

Volgende week: Talitha Dehaene verkent het Bocholt van Marij Wyers.

Talitha Dehaene op de Baileybrug in Bocholt.
Talitha Dehaene op de Baileybrug in Bocholt.© gf