Brugse geriater Caroline Maere: “Ik zie het goede in mensen”

"Heb ik echt verteld dat ik graag naar techno luister? Dat zal dan maar een korte bevlieging geweest zijn." (foto Davy Coghe) © Davy Coghe
Stefan Vankerkhoven

‘Ik word 20 in 2000.’ Zo heette de rubriek waar meer dan 500 jonge West-Vlamingen in onze krant vertelden over hun leven. Twintig jaar later confronteren we ze met hun uitspraken van toen. Deze week de Brugse geriater Caroline Maere.

“Ik studeerde geen geneeskunde omdat mijn ouders artsen zijn. Integendeel, ik zie thuis dat mijn ouders moeilijk hun vrije tijd kunnen plannen.”

“Ik kamp nu met dezelfde problemen. Mijn beroep als geriater is vaak onvoorspelbaar en vergt regelmatig werken op zaterdag. Het is een eeuwige strijd om een goede balans tussen werk en gezin te vinden.”

“Omdat ik absoluut met mensen wil werken, dacht ik er eerst aan om psychologie of rechten te studeren.”

“Ik heb helemaal geen spijt van mijn keuze voor geneeskunde. Precies omdat ik graag met mensen werk, koos ik voor de specialisatie geriatrie. Het is geen technische, puur medische specialiteit. Er komt ook een sociaal en revalidatie aspect bij kijken, ik heb veel contact met mijn patiënten en hun familie. Het gaat er niet alleen om de oudere mensen per se te willen genezen, de uitdaging is ook om hen nog een kwalitatieve herfst in hun leven te geven. We werken op de afdeling geriatrie met een multidisciplinair team, wat ik heel leuk vind. Niet alleen artsen, maar ook verpleegkundigen, ergotherapeuten, de sociale dienst, kinesisten, logopedisten en diëtisten zijn betrokken in de behandeling.”

“Door mijn studies geneeskunde heb ik jammer genoeg de tekenlessen aan de Academie moeten opgeven. Maar ik teken en schilder nog altijd graag in mijn vrije tijd.”

“Die passie voor tekenen is in de loop der jaren volledig verdwenen. Veel tijd voor hobby’s heb ik niet. Ik loop regelmatig. En ik ontspan mij in de keuken. Ik kook graag en bereid geregeld schotels uit de wereldkeuken. Maar ook uit de meer traditionele keuken ,want mijn man eet het liefst witloof met hamrolletjes en mijn kinderen spaghetti.”

“Ik droom van een stage in de ontwikkelingslanden, bij voorkeur in de Filipijnen.”

“Die droom heb ik helaas niet kunnen realiseren, mijn stage is volbracht in Spanje. In het kader van een Erasmusproject kon ik een tijdje in Barcelona studeren.”

“Ik was één van de eersten die het ingangsexamen voor geneeskunde moest afleggen.”

“Of ik voorstander ben van zo’n selectieproef? Een echt uitgesproken mening hierover heb ik niet. Het systeem heeft voor- en nadelen. Na die proef bleven we met een honderdtal studenten geneeskunde over, de meesten hebben de eindmeet uiteindelijk gehaald. In andere studierichtingen zonder ingangsexamen gebeurt de selectie allicht vooral tijdens het eerste jaar.”

“Ik verwacht veel van vriendschap. Ik wil vertrouwen, eerlijkheid en begrip.”

“Dat geldt nog altijd, vriendschap is onbetaalbaar. Ik mis onze vrienden nu we elkaar in coronatijd veel minder kunnen zien. Ik probeer altijd het goede in de mensen te zien, mijn vertrouwen is in al die jaren niet vaak beschaamd. Wat ik nu wel belangrijk vind in menselijke relaties, is mildheid. Ik probeer dat aan mijn kinderen mee te geven. Je mag niet te snel oordelen over andere mensen, je moet geduldig en verdraagzaam zijn.”

“Mijn moeder is eigenlijk een vriendin. We gaan samen winkelen en duiken samen de kleedkamer in om kleedjes te passen.”

“Ik heb nog altijd een zeer goede band met mijn beide ouders, die inmiddels met pensioen zijn. Trouwens, ook met mijn broers Olivier en Stefan klikt het zeer goed, ook al wonen zij in Gent.”

“Ik hou van zachte muziek: akoestische gitaren maar ook liedjesteksten met inhoud zoals van Tracy Chapman en Toni Braxton. Maar ook van techno. De radio staat constant aan.”

“Techno? Heb ik dat echt verteld? Dat zal dan maar een korte bevlieging geweest zijn. Nu zijn het speellijsten op Spotify die hier weergalmen. De liefde voor akoestische gitaren is gebleven, maar ik hou ook van pop en rock. De voorbije jaren zijn we naar concerten van Novastar, Kommil Foo, Het Zesde Metaal, Foo Fighters en Mark Lanegan geweest.”

“Vrijdagavond is het mooiste moment van de week: we aperitieven dan samen thuis.”

“Dat is zo gebleven. Het is een traditie dat we met ons gezin op vrijdagavond aperitieven. Met af en toe een gin-tonic, mijn favoriete drankje. Op zaterdag moet ik af en toe werken, maar moeten we ook de kinderen rondvoeren voor hun hobby’s. Op zondag slapen we uit, gevolgd door een lazy breakfast.”

Dit vertelde Caroline Maere twintig jaar geleden in het KW-interview:

Caroline Maere is geboren op 28 mei 1980. Ze volgt momenteel in Gent het eerste jaar geneeskunde. Een keuze die voor haar naar eigen zeggen niet voor de hand lag, alhoewel haar ouders, Bea Temmerman en Filip Maere, respectievelijk geriater en neuroloog zijn. Caroline, die woont in de Grote Thems in Varsenare, heeft twee jongere broers, Olivier (16) en Stefan (14). De studies die ze volgt laten Caroline momenteel niet echt toe veel hobby’s uit te oefenen, maar ze maakt wel de tijd vrij voor haar vrienden en het luisteren naar rustige muziek.

Hoe ziet je doorsnee weekend eruit?

Caroline Maere: “Op zaterdag probeer ik ofwel een beetje te studeren ofwel ontmoet ik terug mijn vrienden uit Brugge. Ik heb de middelbare school doorlopen in het Sint-Lodewijkscollege waar ik veel vrienden had, maar nu ik op kot zit bestaat het gevaar dat ik hen een beetje uit het oog verlies. Vroeger volgde ik op zaterdag ook nog tekenschool in de academie van Brugge, maar dat kan er nu jammer genoeg niet meer van af door het vele studiewerk. Op zaterdagavond ga ik soms uit in Brugge: een filmpje of een toneelstuk meepikken of gewoon een goeie babbel hebben met vrienden in een café of een restaurantje. Op zondag slaap ik uit, en daarna studeer ik een beetje of ga ik samen met mijn ouders op bezoek bij familie.”

Heb je er geen spijt van dat je de tekenschool hebt opgegeven?

Caroline Maere: “Eigenlijk wel, maar ik probeer toch nog de nodige tijd voor het tekenen vrij te maken. Ik maak het liefst een tekening volgens mijn ingeving van het moment, zonder er al te veel over na te denken. Ik werk graag met potlood of met verf. Nu teken ik meestal op mijn kot in Gent. Ik volgde graag die tekenles, omdat ik mij in het tekenen kan uitleven, maar ook omdat het er op de academie los aan toegaat, helemaal niet schools of zo. Ik volgde er een basisopleiding waar je bijvoorbeeld leert schetsen, maar ook leert werken met waterverf of kan kennismaken met de technieken van grafiek.”

Waarom heb je voor de studie van geneeskunde gekozen?

Caroline Maere: “De keuze lag voor mij eigenlijk niet echt voor de hand. Iedereen zei wel tegen mij dat ik geneeskunde zou gaan studeren omdat mijn ouders allebei arts zijn. Maar van thuis uit heb ik altijd gezien hoe mijn ouders bijvoorbeeld heel moeilijk hun vrije tijd kunnen plannen. Daardoor had ik eerst iets van no way… In het vijfde jaar heb ik zeer veel nagedacht over wat ik wilde doen. Aangezien ik absoluut met mensen wil werken, dacht ik aan psychologie, of rechten, maar die studies zag ik dan uiteindelijk niet zitten. Het is dan toch geneeskunde geworden, en ik heb nog geen moment spijt van die keuze gehad.”

Wat spreekt je het meest aan in de studie?

Caroline Maere: “Dat er na enkele jaren met vooral theorie veel praktijk bij komt kijken. Een stage in ontwikkelingslanden lijkt mij bijvoorbeeld wel heel interessant. Bijvoorbeeld in de Filipijnen.”

Je bent een van de eersten die een ingangsexamen heeft moeten afleggen om toegelaten te worden tot de richting geneeskunde.

Caroline Maere: “In Gent volgen nu zo’n 100 mensen geneeskunde en het voordeel van een ingangsexamen is dat vooral de zeer gemotiveerde studenten overblijven. Doordat je in een relatief kleine groep zit leer je mekaar ook vlugger kennen. We hebben binnenkort examens en het is stimulerend om mekaar eens op te bellen rond een bepaald probleem. Of ik tijd heb om eens uit te gaan in Gent? Het hoofddoel van het eerste jaar is uiteraard slagen. Als ik erdoor ben in de eerste zit denk ik dat ik volgend jaar wel wat meer vrije tijd zal hebben.”

Wat betekent vriendschap voor jou?

Caroline Maere: “Vriendschap, dat is iets waar ik zeer veel van verwacht. Ik wil vertrouwen, eerlijkheid en begrip. Als ik met iemand bevriend ben wil ik proberen duidelijk te maken waar het voor mij om draait, en het is dan ook belangrijk dat die vrienden dat echt begrijpen en aanvoelen.”

Welke muziek hoor je graag?

Caroline Maere: “Ik ben te vinden voor het zachtere genre. Ik kan genieten van muziek met louter akoestische gitaren, maar ook apprecieer ik muziek met een zekere inhoud in de teksten. Om enkele namen te noemen? Tracey Chapman of Toni Braxton bijvoorbeeld. Ik hou anderzijds ook wel van technomuziek of gewoon degelijke muziek uit de jaren 70 of 80. De radio staat constant aan bij mij.”

Wat is voor jou het mooiste moment van de week?

Caroline Maere: “De vrijdagavond is voor ons allen belangrijk. We proberen er dan thuis voor te zorgen dat niemand zorgen om het hoofd heeft. We aperitieven eerst gezellig en dan kan iedereen vertellen hoe de week geweest is. We komen thuis allemaal goed overeen met elkaar. Mijn moeder bijvoorbeeld is eigenlijk meer een vriendin voor mij. Ik herinner me dat er recent een discofuif was waarop ik uitgenodigd was. Ik ben toen samen met mijn ma naar Brugge geweest om een aangepaste outfit te kopen en we zijn toen samen in een pashokje gekropen om die kleren te passen. Gewoon om je ziek te lachen. Ook met mijn broers heb ik een goede band. Vroeger maakten we wel eens ruzie, maar nu we allen een beetje ouder geworden zijn komen we beter overeen.”

(Lodewijk Nollet)