Brugse aan het hoofd van trappistinnenklooster: “We maken geen bier, wel zeep. Dat schuimt ook”

De Brugse zuster Katharina, de nieuwe abdis van het trappistinnenklooster in Brecht. © Mia Uydens
Stefan Vankerkhoven

De Brugse Katrien Michiels is verkozen tot abdis van het trappistinnenklooster in Brecht in de provincie Antwerpen. Daarmee komt ze aan het hoofd van de vrouwelijke tegenhanger van de trappistenabdij van Westvleteren. “Maar wij brouwen geen bier. We maken wel zeep: dat schuimt ook”, lacht zuster Katharina.

Katrien Michiels (56), alias zuster Katharina, werd door haar medezusters verkozen tot abdis van het trappistinnenklooster van Brecht. De Brugse leeft sinds januari 1995 in wat de vrouwelijke tegenhanger van het trappistenabdij van Westvleteren is. Al ging ze destijds niet over één nacht ijs voor ze intrad. “Zes jaar lang heb ik gestreden met mijn roeping: is leven in een slotklooster wel echt wat ik wil?” bekent zuster Katharina. Ze is de dochter van Marie-Thérèse Claeys en Roger Michiels uit Sint-Michiels, die beiden jarenlang actief waren in de parochieraad van Sint-Willibrord. Katrien heeft twee zussen (Ann-Sophie en Sybil) en één broer (Filip). Ze volgde haar middelbaar in het lyceum Hemelsdaele en studeerde nadien pedagogie aan de KU Leuven.

Tijdens haar tienerjaren was Katrien heel actief binnen de VKSJ van Sint-Willebrord. “Ik werd zelfs hoofdleidster. Na het behalen van mijn masterdiploma, begon ik in Roeselare te werken als provinciaal vrijgestelde bij VKSJ. Het was een contract van zes jaar, maar halverwege deze drukke job met veel weekendwerk voelde ik de behoefte om even tot rust te komen. Ik kende de trappistenabdij van Westvleteren en vroeg of ik mij in de vrouwelijke variant het trappistinnenklooster van Brecht enkele weken mocht onderdompelen in het gebed.”

“Na die maand het was in het jaar 1989 vroeg ik mezelf voor het eerst in mijn leven af of leven als een zuster in een slotklooster iets voor mij zou zijn”, aldus zuster Katharina. “Maar er was ook iets in mezelf dat zei: je bent zo actief binnen de jeugdbeweging, leven te midden van brave, trage en ingetogen zusters in een contemplatief klooster is niks voor jou. Bijgevolg koos ik er in 1992, na het aflopen van mijn contract bij de VKSJ, voor om een jaar als vrijwilligster te gaan werken in een hostel in Jeruzalem. Ik heb een stuk van mijn hart verloren in het Heilig Land, maar meer duidelijkheid over welke weg ik in mijn leven wou ingaan, kreeg ik niet na een jaar Israël.”

De Ark

Daarna trok Katrien naar De Ark in Moerkerke: een gemeenschap waar mensen met een beperking samenwonen met gezonde mensen. “Door maanden samen te leven als gelijkwaardige mensen, vraag je je op den duur af wie nu echt een beperking heeft. Want alle mensen hebben beperkingen. Maar na 15 maanden in De Ark merkte ik dat ook dit mijn weg niet was. In januari 1995 besliste ik om, na zes jaar van twijfels en strijd, om toch in het trappistinnenklooster van Brecht in te treden.”

Sindsdien leeft Katrien in dit slotklooster, samen met 23 andere zusters. “Elf van hen zijn 80-plussers, acht zijn jonger dan 65. Ik ben de tweede jongste van de groep. Ik heb nog geen moment spijt gehad van mijn beslissing en nooit meer twijfels gehad over mijn roeping. Dat was het grote voordeel van zes jaar innerlijke strijd.”

Wereldvreemd? Maar neen: elke avond lezen we voor uit de krant

Als trappistinnen leven de kloosterzusters volgens de regels van Sint-Benedictus: ora et labora. Bidden en werken. “De hoofdreden van ons bestaan is bidden”, vertelt Katrien. “Zes keer per dag gaan we in gemeenschap bidden in onze kerk. Het eerste gebed start om 4.30 uur, het laatste om 19.30 uur. Voor wie niet gelooft, is dit een zeer moeilijke manier van leven. Want het gebed is de enige zin van ons leven. Het is de enige reden om als gezonde mensen dit leven te leiden. We geloven er echt in dat we met onze gebeden iets kunnen doen voor de wereld. We zijn ervan overtuigd dat we iets zinvols doen door pijn, lijden en allerlei problemen voor God te brengen, want we geloven dat God het goede kan bewerken. In feite is bidden hetzelfde als bloed geven: je weet dat je iets goed doet, maar je weet nooit wie er wel bij vaart. Ik durf geloven dat wij met onze gebeden het hart van een soldaat raken die momenteel met een geweer in zijn handen Noord-Syrische dorpen binnenvalt. Of misschien raken onze gebeden een hoge piet die beslist over oorlog of vrede…”

De zusters vermijden contact met de buitenwereld, omdat dat hun leven van gebed verstoort. “Maar we zijn niet wereldvreemd. Er is hier geen televisie, maar er is wel elke dag een krant vrij ter beschikking. ‘s Avonds wordt er voorgelezen uit de krant, tijdens de maaltijd. Want de zusters eten in stilte. Dankzij die voorleessessies blijven we op de hoogte van de actualiteit in de wereld.”

Zeepbedrijfje

De regel van Benedictus gebiedt naast bidden ook werken. “Trappistinnen zijn zeer aards, we leven heel basic, met beide voeten op de grond. We houden niet van tierlantijntjes of veel tralala. In tegenstelling tot de mannelijke trappisten hebben wij geen brouwerij, maar wel een zeepbedrijfje. Vaak zeg ik al lachend: het schuimt ook, maar het is geen bier. We verkopen zelfgemaakte, natuurlijke toiletzepen, shampoo, badschuim en afwasmiddelen. Kortom: een assortiment voor lichaamsverzorging en onderhoudsproducten, onder het merk TRAPP. Het volledige gamma is net compleet vernieuwd en er komt zelfs een webshop!”

“Dat zeepbedrijfje is nodig om in ons eigen levensonderhoud te kunnen voorzien. Ten onrechte denken vele mensen dat wij ferm gesubsidieerd worden door de overheid. Ons klooster werd in 1950 gebouwd, is mooi en groot, maar dat zorgt voor hoge energie- en onderhoudskosten. Onze stichting in Brecht is 70 jaar oud, maar de trappistinnen in Europa gaan terug tot het einde van de elfde eeuw”, besluit zuster Katharina.